zondag 21 april 2019

Jan Hanlo: Brieven aan Willem K. Coumans (Recensie)

JAN HANLO EN WILLEM K. COUMANS
 
In Van Oorschots tweedelige brievenuitgave (1989) van Jan Hanlo (1912-1969) ontbreken de veelal in Amsterdam geposte brieven aan dagbladjournalist Willem K. Coumans (1930-2006). Eikenhout en zinkviooltjes bundelt deze brieven, vakkundig ingeleid en toegelicht door Wiel Kusters (1947). Hanlo schrijft Coumans vooral in diens rol als redacteur van de Limburgse tijdschriften Galerie Zuid en De Bronk. Heftig spelen redactionele kwesties als het niet sturen van proeven of niet doorvoeren van correcties: ‘Ik ben nu eenmaal microproductief, hecht bijzonder veel aan dergelijke “kleinigheden”’ (23 oktober 1954). De brieven geven een beeld van het Limburgse culturele milieu van de jaren vijftig en zestig, waar meer speelde dan we konden vermoeden, ook in de persoonlijke sfeer. Een constante op de achtergrond is de relatie van Hanlo en Coumans tot kunstenaar René Wong (1920-1974), bekend van portretten van Hanlo en A. Roland Holst, en diens vrouw Harjo die later mevrouw Coumans werd. Een grote vergeefsheid gaat uit van een slepende kwestie: een door Coumans samen te stellen bloemlezing Limburgse dichters die De Beuk aankondigde en uiteindelijk niet verscheen. Twijfel aan de zin van het project speelt mee. Waarom Coumans deze vooral over kleinigheden gaande brieven niet afstond? Kennelijk wilde hij ze stug voor zichzelf houden of ze belangrijker en geheimzinniger maken dan ze waren. Postuum kreeg hij door zijn weigering wel dit monografietje dat er anders niet was gekomen.

Wiel Kusters, Eikenhout en zinkviooltjes. Jan Hanlo’s brieven aan Willem K. Coumans. Heerlen: Leon van Dorp, 2017. 118 pp. € 17,50 (Ovidiusstraat 107 6417 VT Heerlen info@leonvandorp.nl)
 
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 23 (2018), nr. 2, p. 73.

C.O. Jellema: Brieven aan Theo van Woerkom (Recensie)

C.O. JELLEMA OVER VRIENDSCHAP
 
Een meesterlijk gedicht van C.O. Jellema (1936-2003) is  ‘Laatste avond in Pasop’ (1979). De naam verwijst naar een straatnaam in het dorp Midwolde. Het gedicht beschrijft de weemoedige sfeer van een laatste avondmaal met vrienden voor hun verhuizing: ‘Wie gaat verhuizen heeft zijn huis, / nog voor hij gaat, al hier en daar verlaten […] / We waren als meubels nog bijeen, / en op de door gewoonte aangewezen plaatsen. / Ook in wat we bespraken vielen gaten / als in te vaak gewassen keukendoeken.’ Aanleiding was de verhuizing van neuroloog Theo van Woerkom en zijn vrouw uit het Groningse naar Den Haag. Het boekje Er leeft een droom in je bundelt brieven van Jellema aan Van Woerkom en lijkt één lang commentaar op dit gedicht en de ervaring van vriendschap: ‘Vriendschap is voor mij een onzichtbare ruimte van zelfervaring, die er ook is als ik alleen in mijn kamer ben.’ Bezorger Gerben Wynia voegt in zijn nawoord dagboeknotities toe die heel wat minder beschouwelijk zijn en ons Jellema laten zien in de grilligheid van zijn seksuele fantasiewereld rond Theo van Woerkom. Sommige passages gaan behoorlijk ver, terwijl in Jellema’s tobberige en getemperde briefstijl de erotiek juist ontbreekt. Dit boekje heeft met vriendschap een duidelijk thema, waarbij eerdere brievenedities van Jellema, zoals die rond Jan Siebelink en Paul Beers (zie De Parelduiker 2016/5, 2017/2-3), minder samenhangend overkomen. Uiteindelijk verwaterde het contact, maar toch noemt Van Woerkom in zijn begrafenisrede Cor zijn beste vriend. Dat komt niet over als een sentimentele toegeving aan het moment. Ze betekenden wat voor elkaar, als referentiepunten, ook zonder contact. Jellema schrijft het zo: ‘Maar jij bent er voor mij ook altijd, als je er niet bent. Ik bedoel: als ik zo’n stuk schrijf, denk ik regelmatig: wat zou Theo ervan vinden.’ Vriendschap draait hier om iets dat in essentie onuitgesproken blijft, ondanks alle wederzijds beleden oprechtheid. Dicht tot de kern komt Jellema soms wel: ‘Jij inspireert me altijd. Omdat er een droom in je leeft. Misschien hebben dromen hun wortels in seksuele frustraties of anderszins. […] De droom is een bron.’

 C.O. Jellema, Er leeft een droom in je. Brieven aan Theo van Woerkom. Nijmegen: Flanor, 2017. 130 pp. € 19,50. (Beijensstraat 30, 6521 EC Nijmegen uitgeverijflanor@gmail.com)
 
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 23 (2018), nr. 2, pp. 71-72.

Stefan & Franciszka Themerson & Gaberbocchus (Recensie)

LAATSTE (?) UITGAVEN VAN HUIS CLOS
 
We beginnen met een correctie. In De Parelduiker (2015/5) schreef ik dat Huis Clos mede was opgericht door Joep Schreurs (1952-1999), bij Amsterdammers bekend als boomlange ober in restaurant Zuid Zeeland. Vormgever Piet Gerards, toen zijn compagnon bij uitgeverij Gerards & Schreurs, en Marc Vleugels, inmiddels francofiel uitgever te Bleiswijk, reageerden los van elkaar bliksemsnel: dat was niet waar! Zij waren de oprichters, samen met Jack van Kronenberg. Waarvan acte. De verschillen tussen beide persen waren voor mij, als medewerker aan beide fondsen, moeilijk uit elkaar te houden. Zo kreeg ik de door mij vertaalde eerste Huis Clos-uitgave in 1986 door Schreurs overhandigd en was Huis Clos in het begin alleen een reeksnaam met uitgeverij Gerards & Schreurs als imprint. Hoe dan ook, wie kon toen bevroeden dat Huis Clos het zo lang zou volhouden: zojuist verschenen deeltjes 68 en 69, naar verluidt de slotuitgaven.
      Gerards & Schreurs, voor Schreurs’ overkomst uit Berlijn uitgeverij Gerards, had een voorloper: uitgeverij AAP. Deze gelegenheidsonderneming gaf een gezeefdrukte vertaling uit van het futuristische dichtwerk Europa (1929) van de Pool Anatol Stern. Het idee voor deze uitgave kwam van het uit Polen afkomstige echtpaar Stefan (1910-1988) en Franciszka (1907-1988) Themerson. In 1962 had hun Gaberbocchus Press, genoemd naar een fabelwezen uit een nonsensgedicht van Lewis Carroll, een Engelse editie uitgegeven, waarnaar de Nederlandse is vertaald. Het is geen toeval dat Huis Clos een biografie van deze Londense uitgeverij uitbrengt. Samensteller Walter van der Star beschrijft alle zestig titels die sinds 1948 verschenen. Uitvoeriger gaat hij in op een aantal gezichtsbepalende titels, zoals Themersons roman Cardinal Pölätüo (1961). Ook wordt uitgebreid stilgestaan bij de Nederlandse connectie van de Gaberbocchus Press. Themerson leek hier veel bekender dan in Engeland, onder meer dankzij de door W.F. Hermans ingeleide vertaling Kardinaal Pölätüo (De Bezige Bij, 1967). Van groot belang was de band van de Themersons met Jaco Groot en uitgeverij De Harmonie, die distributeur en medeuitgever van de pers werd en na de dood van het echtpaar nog enkele postume titels uitgaf. Ook Rudy Kousbroek speelt voortdurend een rol: via zijn contacten kon Themerson in 1981 de Huizinga-lezing Een leerstoel in fatsoen houden en werd Cardinal Pölätüo in het Frans vertaald.
     De verleiding is groot Huis Clos in het licht van de Gaberbocchus Press te bekijken. Huis Clos stort zich vooral op onderwerpen op het grensvlak van verschillende kunsten en is sterk documentair gericht, terwijl Gaberbocchus vooral een uitgeverij voor en van auteurs was, Stefan Themerson in de eerste plaats. Voorzover ik kan zien, komt alleen Kurt Schwitters als auteur in beide fondsen voor. Bij Gaberbocchus-uitgaven is sprake van een ‘telkens unieke combinatie van tekst, illustratie, vormgeving en materiaal’. Dit geldt ook voor de Huis Clos-uitgaven die allemaal door Piet Gerards zijn vormgegeven. Een grillige hang naar non-conformisme in uitvoering en onderwerpskeuze is beide persen eigen. Bij het laatste Huis Clos-deeltje, het essay Langs de Kapellekensbaan van cineast André Schreuders, met notities over diens verfilming van de roman van Louis Paul Boon, is een dvd (96 min.) met de film gevoegd. Ik schrijf verder geen necrologie, want ga er vanuit dat de uitgeverij op een of andere manier doorgaat, desnoods onder nieuwe naam. Misschien gaat Piet Gerards, die toch moeilijk kan gaan stilzitten, wel weer zeefdrukken, zoals in het begin bij AAP.

Walter van der Star, Biografie van een uitgeverij. Biography of a Publishing House. Stefan & Franciszka Themerson & Gaberbocchus. 2017. 159 p. 600 ex. € 22,50; André Schreuders, Langs de Kapellekensbaan 2017. 47 p. (met dvd). 650 ex. € 22,50 (Uitgaven van Huis Clos, p/a Gerard Terborghstraat 16-hs, 1071 TM Amsterdam willemvandeweteringh@)uitgeverijhuisclos.nl)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 23 (2018), nr. 2, pp. 70-71.

F.B. Hotz: Brieven aan Theo Sontrop (verschenen)

F.B. HOTZ: BRIEVEN AAN THEO SONTROP

Op 20 april 2019 verscheen bij de Statenhofpers: F.B. Hotz, Geniaal is niet direct het woord. Brieven aan Theo Sontrop.
F.B. Hotz, Geniaal is niet direct het woord.
Brieven aan Theo Sontrop. Bezorgd en van
een nawoord voorzien door Jan Paul Hinrichs.
's-Gravenhage: Statenhofpers, 2019.

Deze uitgave bevat 73 brieven van F.B. Hotz aan De Arbeiderspers: 70 aan uitgever Theo Sontrop en 3 aan corrector Ton Koster. De brieven zijn geschreven in de jaren 1975-1995 en documenteren uitvoerig de uitgave van het werk van Hotz door De Arbeiderspers. Maar bovenal bieden ze inzicht in de verhouding van een schrijver en zijn uitgever.
Het boek is gezet uit de Linotype
De Roos, een digitale revival naar
het ontwerp van Sjoerd de Roos
uit 1947.


| Zie verder: F.B. Hotz, Geniaal is niet direct het woord. Brieven aan Theo Sontrop. Bezorgd en van een nawoord voorzien door Jan Paul Hinrichs. 's-Gravenhage: Statenhofpers, 2019. 107 pp. Oplage: 75 ex. gebonden in heellinnen en 15 ex. in halfoasis.

Schutblad: door Joost Veerkamp
gedigitaliseerd ontwerp van E.A. Seguy.
Voor meer informatie en bestelwijze klik hier.