OEKRAÏENSE POËZIE VERTAALD
Achteraf lijken de arrestatie
van oppositieleider Aleksej Navalny in begin 2021 en het vernietigen van de laatste
vrije media in Rusland te passen in een lange planmatige voorbereiding van het
Kremlin op een oorlog. Deze kon alleen worden gevoerd als de staatspropaganda ongestoord
kon liegen. Poetin verkocht de inval in Oekraïne die hij op 24 februari 2022 ontketende
aanvankelijk als antwoord op een vermeende navo-dreiging. Even fictieve verhalen over biologische
wapenlaboratoria, genocide van de Russische Donbass-bevolking en een naziregime
in Kyiv kwamen daar bovenop. De ware reden lag in Poetins paranoïde obsessie met
Oekraïne: het bestaan van een zelfstandige Oekraïense natie erkent hij niet. Het
doel van de Russische operatie was simpel: vernietiging van alles wat Oekraïens
is en het hele land inpikken. Bibliotheken, scholen, monumenten, kerken en
musea waren nadrukkelijk doelwit. Dat staat in een lange traditie. Onder Stalin
speelde in de jaren 1932-1933 de holodomor, de genocide door uithongering
van de Oekraïense bevolking. Enkele jaren later werd een groot deel van de Oekraïense
intellectuelen doodgeschoten, onder wie veel schrijvers. In het Westen vormde
deze literatuur vrijwel alleen een onderwerp voor Oekraïense emigranten aan
universiteiten in de Verenigde Staten en Canada. In Nederland was Oekraïens op
geen enkele universiteit een vak. Vertalers waren er lange tijd dan ook niet. Eigenlijk
leek Oekraïne niet helemaal serieus vergeleken bij ‘grote broer’ Rusland: een fatale
narratief die Poetin ook gebruikt.
Arie van der Ent (1956), woonachtig in Oekraïne, heeft zijn
langdurige carrière als vertaler van Russische literatuur op een laag pitje gezet
en stort zich nu op de tot voor kort ook voor hem onbekende Oekraïense literatuur.
De Vermoorde dichters almanak bevat vertalingen uit het werk van ruim
twintig Oekraïense dichters uit de periode 1919-1944. Slachtoffers van de Witten
tijdens de Russische burgeroorlog en van de Nazi’s ontbreken niet, maar de meeste
dichters stierven in 1937, het hoogtepunt van Stalins terreur die een levendig Oekraïens
literair leven smoorde. De bekendste dichter is Mychajl Semenko (1892-1937): ‘Op
26.04.1936 gearresteerd (“actieve contrarevolutionaire activiteit”). Hij was
gebroken en bekende alles. Een dag voor executie ter dood veroordeeld, met
beslaglegging op al zijn eigendommen. Pas vanaf 1985 wordt hij heruitgegeven. Icoon
van de Doodgeschoten Renaissance.’ De Oekraïense hoofdstad is onderwerp van het
mooie liefdesgedicht ‘Kyiv op een lenteavond’ (1928) van Mykola Zerov (1890-1937)
dat na de recente Russische bombardementen nog altijd actueel klinkt: ‘Al was je
in de greep van veel vandalen/ en heersten architecten zonder smaak,/ loopt overal
het spoor van brand en braak –/ je ligt er vrolijk bij en zelfs te stralen.’
De bloemlezing maakt duidelijk welke enorme impact Stalins
terreur op de Oekraïense literatuur had. Het boek is, als zoveel bloemlezingen,
te weinig omvangrijk om individuele dichters dusdanig te introduceren dat de
lezer werkelijk een beeld van ze krijgt. Daarom is het goed dat Van der Ent in Cypressen
branden, deel 2 in de Oekraïense Bibliotheek van uitgeverij Woord in Blik
van Joop Steenkamer, een ruime keuze publiceert uit de poëzie van Lina Kostenko
(1930), de nationale dichteres van Oekraïne. Zij biedt allereerst een loyale stem
met moreel gewicht: tijdens de Sovjettijd werd haar werk lange tijd niet uitgegeven
vanwege een weinig partijvriendelijke houding. Kostenko’s gedichten doen
aanvankelijk wat ouderwets aan: bespiegelingen rond begrippen als ziel, tijd,
leven en vrijheid. Ze moedigt de lezer nadrukkelijk aan om dingen te accepteren
en optimistisch te blijven, woorden die momenteel nodig zullen zijn: ‘Je kunt
de dingen maar het best verwerken,/ want elke finish is een nieuwe start./ Het
leven moet. Je moet gewoon maar leven./ Gebruik je ervaring en zet door,
volhard./ Je moet jezelf geen loze voorpret geven,/ bespaar je die, en achteraf
je smart.’ In vertaling komt Kostenko beter uit de verf als ze iets minder
duidelijk en dubbelzinniger opereert. Dat levert ook mooie liefdesgedichten op.
Een fraai gedicht heeft Kostenko over Tsjernobyl waar de natuur de woonomgeving
overwoekert: ‘Maar kleine boompjes groeien voor de deuren./ Men woonde boven Pripjat
– nu niet meer./ Waar gifzwammen het bos nog roder kleuren,/ daar waart de Dood
– die ene plukmeneer.’ De titel Cipressen branden verwijst naar een schilderij
van Van Gogh: een obligaat thema onder dichters uit de voormalige Sovjet-Unie. Samen
met de Vermoorde dichters almanak levert Kostenko’s bundel een tweeluik op
dat een actueel en overtuigend antwoord op Poetins agressie vormt: Oekraïense
poëzie bestaat! Juist de aangenaam praktische houding van Kostenko zal men zelden
bij een Russisch dichter aantreffen.
Arie van der Ent (vert.), Vermoorde dichters almanak. Onvrijwillig gestorven 1919-1944. 2022. 143 p. € 21,99 | Lina Kostenko, Cipressen branden. Zestig gedichten (vert. Arie van der Ent). 2022. 79 p. € 15,99 (uitgaven van Woord in Blik, Rotterdam info@woordinblik.nl