zondag 17 november 2024

Lezing over Julie de Graag in museum Escher in Het Paleis

LEZING OVER JULIE DE GRAAG IN MUSEUM ESCHER IN HET PALEIS

Gisteren, zaterdag 16 november 2024, hield ik in de balzaal van Museum Escher in Het Paleis in Den Haag een lezing 'Julie de Graag en haar kring'. De onderstaande foto's zijn gemaakt tijdens deze lezing die is georganiseerd ter gelegenheid van de opening van de Julie de Graag-tentoonstelling in het museum op 7 november 2024 en het verschijnen, kort daarvoor bij uitgeverij Fragment, van het boek Bremmerianen

Lezing Jan Paul Hinrichs "Julie de Graag en haar kring". Museum Escher in Het Paleis, zaterdag 16 november 2024. Foto © Mireille Linck. 


Lezing Jan Paul Hinrichs "Julie de Graag en haar kring". Museum Escher in Het Paleis, zaterdag 16 november 2024. Foto © Mireille Linck. 


Lezing Jan Paul Hinrichs "Julie de Graag en haar kring". 
Museum Escher in Het Paleis, zaterdag 16 november 2024. 
Foto © Mireille Linck. 

zondag 20 oktober 2024

Bremmerianen: Julie de Graag en haar kring (boek verschenen)

BREMMERIANEN: JULIE DE GRAAG EN HAAR KRING (boek verschenen)

Op 20 oktober 2024 verscheen bij uitgeverij Fragment het boek Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren.

Dit boek bevat tien essays over kunstenaressen die korte of langere tijd leerling waren van H.P. Bremmer (1871-1956), Haags kunstenaar, kunstpedagoog en publicist. Centraal staat Julie de Graag (1877-1924). De andere kunstenaressen aan wie een hoofstuk is gewijd zijn: Corrie Pabst (1865-1943), Anna Egter van Wissekerke (1872-1969), Tjitske van Hettinga Tromp (1872-1962), Antoinette van Hoytema (1875-1967), Bertha van Hasselt (1878-1932), Ida Siewertsz van Reesema (1881-1954), Louise van Blommestein (1882-1965), Suzanne Kneppelhout (1889-1970) en Louise van Holthe tot Echten (1892-1981). Ook is er de nodige aandacht voor de kunstenaressen Jo Koster (1868-1944), ook leerlinge van Bremmer, en voor Sanne Bruinier (1875-1951), bevriend met Bertha van Hasselt. 

 | Zie verder: Jan Paul Hinrichs, Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren. Leiden: Fragment, 2024. 135 pp. 

*

De auteur houdt zich aanbevolen voor suggesties met betrekking tot onbekend materiaal (brieven, foto's e.d.) over Julie de Graag en andere kunstenaars uit haar kring. Email: janpaul@hinrichs.nl



vrijdag 18 oktober 2024

Toespraak na plaatsing Stolperstein voor Jakob Ginsberg - Kort Rapenburg 17, Leiden

TOESPRAAK NA PLAATSING STOLPERSTEIN VOOR JAKOB GINSBERG - KORT RAPENBURG 17, LEIDEN

Op woensdag 16 oktober 2024 is in Leiden een Stolperstein geplaast ter herinnering aan boekhandelaar Jakob Ginsberg (1886-1943). Een uitvoerig verslag staat op de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Tevens staat daar de na plaatsing door mij uitgesproken toespraak.

Zie verder, Ruurd Kok, 'Tachtigste Leidse Stolperstein voor Jakob Ginsberg', Leidsch dagblad, 17.10.2024; 'De 80ste Stolperstein is voor boekhandelaar Jakob Ginsberg', Leids Nieuwsblad, 24.10.2024. 


Ruurd Kok, 'Tachtigste Leidse Stolperstein voor Jakob Ginsberg', 
Leidsch dagblad, 17.10.2024.

*
'De 8pste Stolperstein is voor Jakob Ginsberg',
Leids Nieuwsblad, 24.10.2024.





dinsdag 8 oktober 2024

Schoon & haaks [afl. 51]

 SCHOON & HAAKS [AFL. 51]

 In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de eenenvijftigste aflevering (2024, nr. 4) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        J. Heymans, Canasta op Curaçao. Over August Willemsen en het Papiaments. Leiden: Fragment, 2024

·        J. Heymans, Alsnog. Utrecht: IJzer, 2024.

·        Lodewijk van Deyssel, De kleine republiek. Lief en leed in een katholiek jongensinternaat. Hertaald en geïllustreerd door Jan Hartmann. Rolduc: Stichting Lève Rolduc, 2024

·        Jack van der Weide, De trolleybussen van Willem van Genk. Leiden: Fragment, 2023

·        Jack van der Weide, Huiveringwekkend mooi. Willem Frederik Hermans en Willem van Genk. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2024

·        Gerrit Kleis, Mijn hospita. Portret van Annet Eikeboom (1896-1984). Groningen: Artistiek Bureau, 2024


| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 4, pp. 70-75.

dinsdag 24 september 2024

Sanne Bruinier: Dagboek uit Warschau, 1903 (verschenen)

SANNE BRUINIER: VREEMDER DAN OOIT DE ZWARTE POPULIEREN. Dagboek uit Warschau, 1903 (verschenen)

[dit is de tekst van een mailbericht van Stichting De Lantaarn aan haar achterban]

Bij uitgeverij Stichting De Lantaarn verscheen voor het eerst sinds lange tijd weer een deeltje in de reeks Cahiers van De Lantaarn, nr. 65:

Sanne Bruinier, Vreemder dan ooit de zwarte populieren. Dagboek uit Warschau, 1903. 
Bezorgd en van een voorwoord voorzien door Jan Paul Hinrichs. 



Sanne Bruinier (Den Haag 1875 - Den Haag 1951) was een Nederlands kunstenares, schrijfster en vertaalster. Ze kreeg haar opleiding in Parijs en verkeerde in kringen van welbekende kunstenaars als Paula Modersohn-Becker, Odilon Redon, Sara de Swart en Kees van Dongen. Ze was afkerig van het huwelijk en weigerde een aanzoek van symbolistisch kunstenaar Johan Thorn Prikker. Deze affaire bezorgde haar een crisis die haar in 1903 noopte naar Warschau uit te wijken, toen Russisch gebied. Sinds 1922 woonde Sanne Bruinier weer in Den Haag, waar ze werkte als bijleslerares en stierf in 1951.

In 2023 publiceerde Jan Paul Hinrichs in De Parelduiker een artikel over het dagboek (1898-1921) van Sanne Bruinier dat al ruim zeventig jaar in een Haagse bibliotheek lag verborgen en waarover nooit eerder was geschreven. Het bevat een schat aan gegevens over het internationale cultuurleven in het fin de siècle. Dit cahier bevat een integrale uitgave van de aantekeningen van Sanne Bruinier uit de laatste maanden van 1903: haar eerste maanden in Warschau. 

Sanne Bruinier blijft in haar notities kritisch, scherp en cynisch. Verantwoordelijkheid nemen voor haar eigen leven lijkt haar eerste opgave. Het dagboek is het werk van een literair begaafde kunstenares die met luttele woorden situaties beeldend schildert. Ze beleeft een groot genoegen in waarnemingen, vooral in de natuur die als een voortdurend punt van meditatie fungeert. Het dagboek geeft een uniek inkijkje in het radicale, broeierige Poolse avontuur van een strijdlustig kunstenares die via haar tekenwerk het verleden probeert te vergeten en uiteindelijk een weg vindt in een haar totaal vreemde omgeving. 

Fragmenten uit dit boekje verschenen eerder in een artikel van Jan Paul Hinrichs in het eerste nummer van Elders literair (2023).

Omvang: 48 p. | Formaat: 14,5 x 22,5 cm | Uitvoering: ingenaaid 
Oplage: 75 genummerde exemplaren 
Prijs: € 12,00 | Verzendkosten (binnen Nederland): € 3,70

Bestellen: via antwoord op deze mail [stichtingdelantaarn@hinrichs.nl] óf via Boekwinkel De Lantaarn op Boekwinkeltjes.nl.




woensdag 31 juli 2024

Willem Melching: De zelfdenker (Recensie)

J.M.A. BIESHEUVEL 'BELAZERT' KAREL VAN HET REVE

Karel van het Reve (1922-1999) is onderwerp van de onlangs bij Prometheus verschenen biografie De zelfdenker door historicus Willem Melching: een vooruitgang na de vroege poging van Ger Verrips (2004), alleen al omdat veel meer archiefmateriaal is gebruikt. Wel lijken geen Russischtalige documenten geraadpleegd. De toon is ook ongewoon familiair: Van het Reve wordt consequent, tot in de noten, als knuffeldier ‘Karel’ genoemd. Hij figureert hier vooral als publiek intellectueel en het trotse, boven de minste kritiek verheven bezit van hoofdstedelijke columnisten die hun openingsformule ‘Karel van het Reve heeft eens gezegd…’ tot vervelens toe aanleverden als bewijs van goede smaak. Wat waren evenwel de bronnen van Van het Reve zelf? Schopenhauer wordt genoemd, maar stilistische en literair-historische aspecten komen verder weinig aan bod. De kwalificatie ‘zelfdenker’ is ook niet onomstreden. Het bevreemdt dat Melching zelfs in de literatuuropgave het boek van kinderpsychiater Flip Treffers negeert, waarin deze collega Van het Reve van plagiaat beschuldigt (zie 2015/2). Tegelijkertijd doet Melching Van het Reve tekort: zo lezen we weinig over zijn vertaalwerk, inclusief de in kranten uitgevochten vetes met Charles B. Timmer. De Leidse kant van zijn activiteiten – een kwart eeuw hoogleraarschap – blijft tamelijk onderbelicht. Er staat weinig over zijn wetenschappelijke activiteiten, de inhoud van zijn colleges, het coachen van vertalers of over zijn rol als vakgroepsvoorzitter. Hoe dan ook, deze deelbiografie bevat ook heel wat onbekends: uit Van het Reves BVD-dossier, over sollicitaties in Engeland en zijn verblijven in de Verenigde Staten. De jonge Van het Reve leek ook ambitieuzer dan gedacht. Een volgende biografie zal wel over Van het Reve als schrijver en slavist gaan. Van Oorschot komt ondertussen met Karel van het Reve voor beginners en gevorderden, een herdruk van bekend werk. Actueler was een deel correspondentie of ongebundeld werk geweest. Er zijn talloze stukken die niet in het zevendelige Verzameld werk staan. Daarom is het goed dat Jan Keijser met zijn Avalon Pers Twee brieven van J.M.A. Biesheuvel aan Karel van het Reve heeft gedrukt. Ze stammen uit 1972 en tonen een enigszins verwarde Biesheuvel die in de ene brief claimt ten onrechte vijf euro van Van het Reve te hebben geleend (‘Ik heb zonder schuldgevoel mijn beste vriend belazerd!’), en in de andere zegt f 500,- voor de Alexander Herzen-stichting bij te sluiten: ‘Is te dom om zelf dat girotje in te vullen.’ Wat is waar? Verder verschenen bij dezelfde pers Zeven gedichten van Philip Larkin en Requiem voor een boerderij, een minibloemlezing Letse poëzie met het omslag toepasselijk in het stemmige donkerrood van de Letse vlag.

J.M.A. Biesheuvel, Twee brieven aan Karel van het Reve. 2023. 3 pp. 140 ex. € 10 | Philip Larkin, Seven poems. Zeven gedichten. Vert. Peter Verstegen. 2022. 23 pp. 60 ex. € 25 | Requiem voor een boerderij. Zes Letse gedichten. Vert. Jan Paul Hinrichs. 9 pp. 60 ex. € 15 (uitgaven van de Avalon Pers, Woubrugge avalonpers@hetnet.nl)

| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 28 (2023), nr. 3, pp. 73-74.

vrijdag 26 juli 2024

Schoon & haaks [afl. 50]

SCHOON & HAAKS [AFL. 50]

 In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de vijftigste aflevering (2024, nr. 3) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        Matthias Wegehaupt, Het eiland. Vert. Frans Janssen. Privéuitgave, 2024

·        Nop Maas, ‘Vastgenageld aan de rand van het niets’. Herinneringen en opinies van Hanny Michaelis. Haarlem: Korenmaat, 2024

·        Gert de Jager, Over Gerard Reve en stijl. Amsterdam: Gaia Chapbooks, 2024

·        Piet Gerbrandy, Pelgrimsliederen. Het dichterschap van Gerard Reve. Leiden: Fragment, 2023

·        Arjan Peters, Wie dit ziet heeft de nacht overleefd. Over de poëzie van Hanny Michaelis. Leiden: Fragment, 2024.

·        Nop Maas, ‘Wie moet ik anders herhalen?’ Citaten en allusies in de geschriften van Gerard Reve. Een eerste inventarisatie. Leiden: Fragment, 2024

·        Hans Oldewarris, Uitgeverij Andries Blitz 1929-1954. Haarlem: Eigenbouwer, 2024

·        Cyrille Offermans, Thomas Bernhard. Een beschadigd leven. Leiden: Fragment, 2024

·        Igor Cornelissen, Bijvangst. Utrecht: Kelderuitgeverij, 2024

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 3, pp. 68-74.

 

zaterdag 15 juni 2024

Mysterie van voorbij (boek gepresenteerd)

MYSTERIE VAN VOORBIJ (BOEK GEPRESENTEERD)

Vandaag vond in het See Lab, Duinstraat 55, in Den Haag (Scheveningen) de presentatie plaats van Mysterie van voorbij. J. van Oudshoorn, werk en leven. Dit gebeurde bij de opening van de expositie van Emo Verkerk: Jan Koos Feijlbriefs Levensspiegel. Verbeeldingen van de ambtenaar-schrijver Jan Koos Feijlbrief - J. van Oudshoorn (15 juni - 7 juli 2024)

Zie verder: Jan Paul Hinrichs, Mysterie van voorbij. J. van Oudshoorn, werk en leven. Met schilderijen van Emo Verkerk. 's-Gravenhage: Statenhofpers, 2024. 115 pp.


Jan Paul Hinrichs, Mysterie van voorbij. J. van Oudshoorn werk en leven.
Met schilderijen van Emo Verkerk.
('s-Gravenhage: Statenhofpers, 2024)



Hieronder volgt een fragment uit de verantwoording van het boek (pp. 109-111).

VERANTWOORDING

 [...]

Dit boek kent aldus een lange voorgeschiedenis, maar is vooral het vervolg op vier edities van onuitgegeven brieven en dagboeken van Van Oudshoorn die ik voor de Statenhofpers verzorgde: Een ietwat vreemd product. Vijf brieven rondom het verhaal ‘Doodenakker’ (2015), Dagboek 1943-1947 (2016), Dagboek 1934-1943 (2017) en Kaarten uit Berlijn (2018). Ook heb ik gebruik gemaakt van enkele artikelen over Van Oudshoorn die ik de afgelopen jaren publiceerde: ‘F.B. Hotz, J. van Oudshoorn en een landhuis in Oegstgeest’, in: F.B. Hotz, Over J. van Oudshoorn. Vijf brieven aan Wam de Moor, ed. Jan Paul Hinrichs (Statenhofpers, 2016), pp. 7-19; ‘De Berlijnse stamtafel van J. van Oudshoorn’, De Parelduiker 21 (2016), nr. 1, pp. 32-34; ‘Een sollicitatie van J. van Oudshoorn’, De Parelduiker 22 (2017), nr. 5, pp. 72-73; ‘J. van Oudshoorn en een hongerkunstenaar’, De Parelduiker 23 (2018), nr. 2, pp. 44-45; ‘J. van Oudshoorn en het raadsel van de etser Bastardier’, De Parelduiker 26 (2021), nr. 1, pp. 38-40.

J.P.H.

Den Haag, 23 januari 2023


woensdag 15 mei 2024

Schoon & haaks [afl. 49]

 SCHOON & HAAKS [AFL. 49]

In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de negenenveertigste aflevering (2024, nr. 2) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        Nora Ikstena, Moedermelk. Vert. Brenda Lelie. Amsterdam: Koppernik, 2023.

·        Victor E. van Vriesland, Herinneringen aan mijn kindertijd. Nijmegen: Flanor, 2023.

·        Jan Kuijper, Antimetrieën. Verspreide opstellen. Nijmegen: Flanor, 2024.

·        Charles Shannon, Old Chap, Dear Ridgeley, Old Chump, Dear Old Ruffian, My Dear Ricketts. Ten Letters to Charles Ricketts. The Hague: At the Paulton, 2023.

·        F.B. Hotz, Mijn ideale lezer. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2023.

·        Jakobus Cornelis Bloem, Ganz einfach glücklich, in der Dapperstraat. Vert. Gerd Busse en Christian Golusda. Jena: Akademische Verlagsbuchhandlung Friedrich Mauke, 2024.

·        Jacob Israël de Haan, Pathologien, Der Untergang des Johan van Vere de With. Vert. Olaf Knechten. Berlin: Verlag Männerschwarm / Salzgeber Buchverlage, 2024.


| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 2, pp. 71-76.

zaterdag 23 maart 2024

Max Kijzer en Kees Verheul (Recensies)

MAX KIJZER EN KEES VERHEUL

Literatuurmuseumdirecteur Aad Meinderts (1957) publiceert in ‘Uit geil en bloed bestaat dit rotte leven!’ een solide, fraai geïllustreerde biografische schets van Max Kijzer (1893-1944), een Joodse romanschrijver, dichter, criticus en organisator van literaire salons van wie vrijwel niemand zal hebben gehoord. Kijzer, zoon van een Amsterdamse sigarenfabrikant, had hopeloos veel ambities waarmee hij zijn omgeving danig zal hebben vermoeid. Door tegenslagen liet hij zich niet afschrikken. Hij publiceerde verzen in Stols’ tijdschrift Helikon en werd vaste medewerker van Willem Kloos’ De Nieuwe Gids. Als motto kreeg het boekje het intrigerende gedicht ‘Zelfportret’ uit 1935: ‘De zomersproeten moet ge mij vergeven, / de spikkelappel is niet altoos rot, / de dubbeldikke neus was ook het lot / van Socrates en die was zeer verheven.’ Kijzers romans vol erotiek werden in de pers afgekraakt. Naar aanleiding van een brief aan Kloos gewaagt Meinderts van ‘bijna pathologische nederigheid, waarachter een persoonlijkheid schuilgaat die overtuigd is van eigen genialiteit’. Na een relatiedrama vluchtte Kijzer in 1939 uit Amsterdam naar Rotterdam. Curieus is dat hij nog in 1942 in eigen beheer de gestencilde beschouwing H. Marsman (1899-1940) publiceerde. Een voorgevoel van eigen ondergang? Max Kijzer, weggevoerd uit Westerbork, overleed ‘ergens’ in Midden-Europa in 1944, eenenvijftig jaar oud. Een bescheiden plekje in de literatuurgeschiedenis heeft hij nu alsnog gekregen.

            De Flanor-reeks verrast met de kleine essaybundel Herleefd vermogen van Kees Verheul (1940). Hiermee laat deze eminente slavist, die ook in Rusland naam heeft, voor het eerst sinds lange tijd van zich horen. Volgens het voorwoord had Verheul, die in 2007 ernstig ziek werd en na herstel mantelzorger werd voor zijn levenspartner die in 2018 overleed, lange tijd ‘belangrijkere dingen aan mijn hoofd […] dan schrijver te zijn. En als mijn handen soms jeukten om een zich aandienend idee vorm te geven, dan ontbraken mij meestal zowel de gelegenheid als de moed.’ De vier essays zijn autobiografisch getoonzet, maar verraden de interesses van de slavist Verheul: Sint-Petersburg / Leningrad, Anna Achmatova, Osip Mandelstam en Iosif Brodski. In het essay ‘’s Nachts dromend, op de tast’ analyseert Verheul zijn droomleven, vooral zijn stadsdromen. Behartigenswaardig is zijn uitgangspunt dat de stadsplattegronden van Sint-Petersburg, Moskou en andere grote steden overeenkomsten vertonen met een lengtedoorsnede van een menselijk lichaam: ‘Sinds de verruiming van mijn kijk op plattegronden ben ik geneigd me dierbare steden voor te stellen als de binnenwereld van mensen.’ En kennelijk moeten we daarbij niet alleen aan borstkassen en luchtpijpen denken maar ook aan onze droomwereld.


Aad Meinderts, ‘Uit geil en bloed bestaat dit rotte leven!’ Max Kijzer (1893-1944). 2021. 93 p. € 19,50 | Kees Verheul, Herleefd vermogen. 2021. 54 p. € 19,50 (uitgaven van Flanor, Nijmegen, uitgeverijflanor@gmail.com)

|Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 27 (2022), nr. 2, pp. 70-72.

zaterdag 24 februari 2024

Bulgaarse dichters in Sofia (artikel verschenen)

BULGAARSE DICHTERS IN SOFIA (ARTIKEL VERSCHENEN)

Zojuist verscheen in De Parelduiker een artikel over mijn verblijf in Sofia in september 2023 als gast van de Next Page Foundation. Zie verder:

| Jan Paul Hinrichs,  ‘Als je geen toekomst hebt, stem je op het verleden. Bulgaarse dichters en een nabije oorlog in Sofia’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 1 , pp. 19-37.

Trefwoorden: Български поети в превод на нидерландски език | Аксиния Михайлова Aksinija Michajlova| Георги Господинов Georgi Gospodinov| Иван С. Вълев Ivan S. Valev| Йорданка Белева Jordanka Beleva| Кристин Димитрова Kristin Dimitrova|Мирела Иванова Mirela Ivanova| Надя Радулова Nadja Radoelova| Оля Стоянова Olja Stojanova| Петър Чухов Petar Tsjoechov




Schoon & haaks [afl. 48]

 SCHOON & HAAKS [AFL. 48]


In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de achtenveertigste aflevering (2024, nr. 1) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        Hein van der Hoeven, Het leven is snel genoeg. Twee novellen langs schilderijen van Diederik Gerlach. Haarlem: In de Knipscheer, 2023.

·        Harry Mulisch, Huiskamerlyriek en atoompoëten. Poëzierecensies 1951-1954.  Groningen: Artistiek Bureau, 2023.

·        Frieda Koch & Lucebert, Wij zijn het paradijs. Brieven 1950-1952. Groningen: Artistiek Bureau, 2023.

·        Thomas Rosenboom, Personages in zaken. Groningen: Artistiek Bureau, 2024.

·        Ramón Gómez de la Serna, Greguerías. Brabbelingen  (vert. Paul Claes). Amsterdam: De Wilde Tomaat, 2023.

·        Hans Kleiss, Het is een vlakte waar geen moeders wonen. Op zoek naar Maurice Gilliams. Hoofddorp: eigen beheer, 2023.

 

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 1, pp. 73-77.

 

zaterdag 17 februari 2024

Amoene van Haersolte: Het ganzenbord (Recensie)

CULTSTATUS VOOR AMOENE VAN HAERSOLTE?

Amœne van Haersolte (1890-1952) deelde, samen met de reeds overleden Arthur van Schendel, in 1947 de eerste P.C. Hooftprijs. De toekenning leek een galant gebaar naar een barones op een Dalfens landgoed die ziek was. Na haar dood werd ze snel vergeten, als een beginnersfout van de nieuwe staatsprijsjury. Inmiddels doet Van Haersolte aanzienlijk solider aan dan menig recent laureaat. Dat blijkt wel uit het verhaal Het ganzenbord dat verscheen in de smaakvolle reeks De Utrechtse Boekhoudpers van Salon Saffier. Bezorger Eugène Westra gaf het uit naar de bundel Lucile (Van Oorschot, 1951), een van de vier prozaboeken die tijdens Van Haersoltes leven verschenen. Wat opvalt is de bijzondere stijl: zeer verzorgd, sfeervol, door weglatingen mysterieus, vol detailkennis van de geheimtaal van het adellijke milieu en het intonatieregister dat daarbij hoort. Een meisje keert terug na een bezoek aan een burgerlijk vriendinnetje: ‘Toen de twee de salon binnentraden, zat Mevrouw daar in haar fauteuil in het bleu-nuit met pailletten, trok ze zich moeizaam een paar lange peau de suède niet al te wijde handschoenen over de hand. Haar fijn en klassiek profiel en de simpele maar loodzware haarwrong deden het goed, ja edel tegen het purper velours d’Utrecht van de stoel. Lucile’s vader keek de courant in, hij was in rok, stond met de rug naar het vuur zich te warmen.’ De tegenstelling tussen de uitvoerig afgebeelde, zich langzaam voor vertrek gereed makende vrouw en de kort aangeduide, waarschijnlijk verveeld afzijdig wachtende man, alleen ‘in rok’,  is meesterlijk uitgebeeld. De stelling van Westra dat het verhaal aan een secretaresse is gedicteerd, lijkt aannemelijk. Inderdaad is dit proza bij uitstek geschikt om voor te lezen: Van Haersolte leek te schrijven zoals een adellijke dame sprak. Wat toen misschien ouderwets leek, klinkt nu vooral authentiek.

Deze uitgave is een vervolg op de novelle De laatsten (1927), de eerste boekpublicatie van Van Haersolte die Eugène Westra in 2016 en 2017 privé herdrukte, twee drukken van elk 75 exemplaren die zijn uitverkocht. Pas nu hoor ik van deze uitgaven die de Koninklijke Bibliotheek niet heeft. Weer lezen we die bijzondere plechtige taal, ook in de simpelste zinnen: ‘Vrijdag …. marktdag; een schaarsche wagen begon te rijden op den weg stadwaarts.’ Amœne van Haersolte, wier boeken al jaren raadselachtig onvindbaar op de antiquarische boekenmarkt zijn, heeft vermoedelijk in kleine kring een cultstatus opgebouwd. We kijken uit naar een nieuwe stap.

Amœne van Haersolte, Het ganzenbord. Utrecht: Salon Saffier, 2022. 24 pp. Opl. 75 ex. € 9 (info@salonsaffier.nl)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 28 (2023), nr. 1, pp. 73-74.

Uitgeverij Fragment: twee Maxiana (Recensie)

UITGEVERIJ FRAGMENT: TWEE MAXIANA

Nu in 2021 de rechten op het werk van Max de Jong zijn vervallen, heeft na de Statenhofpers een tweede kleine uitgeverij zich over hem ontfermd: Fragment van Frank van den Ingh. Bob Polak komt met een boekje Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong. Het staat vol details, zoals een lijst van achtentwintig personen aan wie de dichter zijn boekje stuurde, facsimile’s van drukproeven, contracten e.d. Achttien letterkundigen en uitgevers schreven hun mening over Max de Jongs chef d’oeuvre en klokten hun leestijd: ergens rond de acht en tien minuten. Niet alle gegevens verklaren iets of ondersteunen een betoog, maar alle speurzin van Polak leidt tot een genoeglijke uitgave, aantrekkelijk vormgegeven met veel illustraties. Eén omissie: Polak beweert dat zes drukken van Heet van de naald bestaan, maar er is een zevende. In 1996 drukte Lodewijk de Groot Heet van de naald in dertig genummerde exemplaren met illustraties van Kees Streefkerk. Het colofon (of de titelpagina?) van deze prachtige losbladige uitgave in een stevige zwarte band noemt Diemen en Amstelveen als plaatsen van uitgave en geeft als extra informatie, zonder toelichting: ‘project 1996 – Cicero & Zinloos’.

Ook verscheen bij Fragment een bekentenis tot Max de Jong van L.H. Wiener (1945) die momenteel in de zwanenzangmodus verkeert en allerlei ontboezemingen, zoals Open brief aan P.F. Thomèse, via verschillende marginale persen de wereld instuurt. In Over tijd en ruimte heen ziet ook hij in Max de Jong zijn evenknie. Waar Polak een nieuwkomer is die volgens Max de Jong Magazine het Dagboek pas in 2018 las, is Wiener een oude rot, al bekent hij het Dagboek maar tot p. 210 te hebben gelezen: ‘De resterende 484 pagina’s zouden niets meer kunnen toevoegen.’ Al in 1971 schreef Wiener in Tirade over Max de Jong in wiens ban hij raakte na lezing van Heet van de naald: ‘Ik heb het altijd goed kunnen vinden met neurotici.’ Nog meer Maxiana staan op stapel: voorlopig is Max de Jong en petit comité verzekerd van een aandacht die weinig van zijn tijdgenoten krijgen.

Bob Polak, Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong. 2022. 111 pp. Opl. 125 ex. € 20 | L.H. Wiener, Over tijd en ruimte heen. Max de Jong revisited. 2022. 21 pp. 150 ex. € 17,50 | L.H. Wiener, Open brief aan P.F. Thomèse [Wel en wee door de jaren heen]. 2022. 21 pp. Opl. 100 ex. € 17,50 (uitgaven van Fragment, Leiden uitgeverijfragment@gmail.com

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 28 (2023), nr. 1, pp. 72-73.



Max de Jong: Verzamelde poëzie (Recensie)

VERZAMELDE POËZIE VAN MAX DE JONG

In 2016 publiceerde uitgeverij Van Oorschot het Dagboek van Max de Jong (1917-1951), een boek dat decennia een mythische status had. De verwachtingen waren hoog, maar nogal wat recensenten vonden het saai. Dat vind ik niet: monotoon is niet hetzelfde als saai. Het dagboek leest als een onthutsend verslag van een overgevoelige, eeuwige vrijgezel die tegen de achtergrond van het grijze, armoedige Amsterdam van De avonden niet alleen zijn eigen onhandige gedrag, maar ook een kale stijl consequent volhoudt. Als biografische bron lijkt het dagboek problematisch: of Max de Jong wel altijd de waarheid schrijft? Nog veel meer kan hij hebben verzwegen. Hoe dan ook, al spoedig verdween het fraai uitgegeven dagboek in de papierversnipperaar: een bizarre ontknoping nadat oprichter Geert van Oorschot het door rechthebbenden lange tijd niet vrijgegeven manuscript tot de top van onze literatuur had bestempeld. Het dagboek, ooit als roofdruk verschenen, werd aldus een ramsjstatus onthouden en spoorslags een zeldzaam boek. Max de Jong was terug bij af: literair martelaar en held van het marginale circuit.

 De bloemlezing Heet van de naald en andere gedichten (Van Oorschot, 2014) ging aan het dagboek vooraf, maar is kennelijk ook uit de handel gehaald. Een desideratum bleef: een zo compleet mogelijke uitgave van de poëzie. Verzamelde gedichten is nu verschenen bij de bibliofiele Statenhofpers. Bezorger is Bob Polak die eerder bij dezelfde uitgever Aforismen uitgaf: een genre waarin Max de Jong meende bijzonder te excelleren (zie deze rubriek 2021/2). Onder ongeveer tweehonderd gedichten, waaronder talrijke voor het eerst gepubliceerd, blijft Heet van de naald (1947) het centrale werk, ook het enige van zekere omvang. Het bevat thema’s die ook in het dagboek spelen: woningnood en het snakken ‘om eindelijk op een eigen / etage neer te strijken’, onvermogen om aan een vrouw te komen, oftewel ‘van twee halve vriendinnen / één hele te maken’. Ook staat hier een scherpzinnige, profetische bekentenis over zijn positie in de literatuur: ‘een schrijverschap waar het / centrum aan ontbreekt / blijft noodzakelijkerwijze aan de periferie’. Bijzonder is echter vooral de stijl: een gedicht in rijmloze kwatrijnen in een rauwe prozataal die niet eerder was vertoond. Ook hier benadert Max de Jong weer het dagboek.

            Eigenlijk is Heet van de naald stilistisch een uitzondering bij Max de Jong. De overige poëzie is minder kaal, maar berijmd, bevat beeldspraak en heeft soms surrealistische trekken. De Jong overtuigt als modern dichter, strak, zonder oubolligheid, met een dictie vol urgentie, wiens prioriteit ligt bij zijn scherpe poëtische taal. De hospita en storende radio’s uit het dagboek zijn ineens ver weg. In deze uitgave staan een paar gedichten die in een bloemlezing van Nederlandse poëzie kunnen, bij voorbeeld ‘Ik leg mijn bundel op je lenden’, ‘Zij heeft voor mij bloot gestaan’, ‘Oog om oog’, ‘Extroïtus’, ‘Absolutie’. Opvallend veel gedichten gaan over zwanen, net als bij Chr.J. van Geel, ook geboren in 1917. Dichter Max de Jong bezet een enigszins afzijdige positie, te vergelijken met die van de eeuwig studentikoze L.Th. Lehmann. Waar Lehmann zijn mythe zelf creëerde en decennia cultiveerde, dankt de jonggestorven Max de Jong die aan anderen.

            Polak doet het voorkomen dat de Max de Jong-receptie pas met hem serieus begint. Eerdere bezorgers beschuldigt hij in zijn verantwoording van grove fouten. In de op de Beurs Bijzondere Uitgevers op 27 november 2022 in Paradiso verspreide gelegenheidsuitgave Max de Jong Magazine (jaargang 1, nummer 1) beklaagt Polak zich over neerlandici, ‘allemaal types die niet verder kunnen kijken dan een zin lang is.’ Hoe zit het met zijn editietechniek? Het prachtige gedicht ‘Je ogen zijn als bessen zwaar’ is in ieder geval twee keer opgenomen onder verschillende titels: wat is de echte? De indeling van het materiaal volgt de ‘wens van Max de Jong’, door Polak geïnterpreteerd aan de hand van manuscripten. Na het handjevol tijdens zijn leven gepubliceerde gedichten raken postuum gepubliceerde en ongepubliceerde gedichten door elkaar. Polak introduceert een filologische noviteit: een categorie onder de wonderlijke formule ‘Voorbereid door Max de Jong, maar nooit als zodanig gepubliceerd’, waarin naast onbekend materiaal gedichten zitten die, anders dan verwacht, eerder zijn gepubliceerd. Bronnen van publicatie noemt hij niet. Dit staat weer in tegenstelling tot een categorie ‘Niet voorbereid door Max de Jong, maar na zijn dood gepubliceerd’, waarbij de bronnen wél staan. Eén categorie nagelaten gedichten was helderder geweest.

Verzamelde gedichten is een stijlvol boek in een band die herinnert aan de sobere jaren vijftig. Wederom doet de Statenhofpers iets wat reguliere uitgevers nalaten. Het heeft wel iets onbevredigends dat een complete editie van een bij leven straatarme dichter zo duur is (€ 79,50). Maar of een volkseditie meer lezers vindt? Max de Jong blijft zoals hij zichzelf in Heet van de naald definieert: veroordeeld tot de periferie. Eigenlijk paste zijn werk uitstekend binnen de roofdrukcultuur waarin het decennia verkeerde. Zo was Max de Jong steeds de geheimtip die hij met een versnipperd Dagboek in dundruk en een voorname Verzamelde gedichten op zijn naam moeilijk nog kan zijn.

Max de Jong, Verzamelde gedichten. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2022. 264 pp. Opl.: 125 ex. € 79,50 (info@statenhofpers.nl) |

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 28 (2023), nr. 1, pp. 70-72.