zaterdag 31 juli 2021

E. du Perron: De grijze dashond (Recensie)

E. DU PERRON EN ALEXANDRE ALEXEÏEFF

De Russische Exil-kunstenaar en filmmaker uit Parijs Alexandre Alexeïeff (1901-1982) is in ons land bekend geworden via E. de Perron (1899-1940). De roman Het land van herkomst (1935) voert hem, ‘een onwaarschijnlijk elegant manspersoon’, al in de titel van het eerste hoofdstuk op als Goeraëff. Ook illustreerde Alexeïeff het omslag, zonder dat het boek zijn naam vermeldt. Het was lange tijd niet bekend dat Du Perron zijn epische gedicht De grijze dashond dat in 1941 met een inleiding van S. Vestdijk in de Helikon-reeks van A. Stols uitkwam, schreef bij een reeks aquatinten van Alexeïeff. Deze etsen hoorden bij een luxe editie (1929) van de roman Adrienne Mesurat (1927) van de Frans-Amerikaanse auteur Julien Green. De Statenhofpers herdrukt nu De grijze dashond, mét het voorwoord van Vestdijk en een nawoord van bezorger Niels Bokhove. Johan de Zoete licht de techniek van aquatint in een aparte bijdrage toe. Voor het eerst zijn de reproducties van de originele etsen van Alexeïeff naast de bijbehorende strofen afgedrukt.

Het gedicht bestaat uit twee delen. Het eerste deel, ‘Het huis’, draait om een jonge vrouw, Fanny, die met haar vader, de ‘grijze dashond’, en een huishoudster, de ‘huisdraak’, in een dorp woont, waarin we eerder een bakstenen en gietijzeren René Magritte-omgeving dan de groene Betuwe herkennen. Een neef komt op bezoek die uiteindelijk met haar gaat trouwen. Het tweede deel, ‘Het huwelijk’, is nooit voltooid, en ontbreekt. Vestdijk noemt niet Nijhoff, Slauerhoff of Leopold, maar alleen Staring als voorloper in Du Perrons genre van de epische poëzie. Du Perrons strofen schurken, evenals de etsen van Alexeïeff, tegen het surrealisme aan. De beklemmende stilte van een nachtelijk huis waarin een eenzame vrouw spookvoorstellingen heeft, beeldt hij met veel spanning meesterlijk uit: ‘En met haar ogen dicht hoort zij het donker lopen / buiten om ’t huis’. Met mededogen wendt de dichter zich tot de maan: ‘Maan, laat geen onbegrepen dochter ooit alleen. / Maan, zie in haar uw zusje, reis dit uur niet verder.’

In deze uitgave heeft De grijze dashond de kosmopolitische context teruggekregen waarin het dichtwerk ontstond: een Nederlandse dichter die zich laat inspireren door de etsen die een Russische kunstenaar voor een boek van een Frans-Amerikaanse auteur maakte. ‘De uitgever is geen tweede voorbeeld van een dergelijk experiment bekend’, claimt Jaap Schipper in een folder van zijn uitgeverij. Alle participanten kwamen ook vanuit het buitenland in Parijs samen: Alexeïeff vanuit Rusland, Green vanuit de Verenigde Staten, Du Perron vanuit Nederlands-Indië. Het resultaat van deze unieke Exil-constellatie is een volstrekt on-Nederlands overkomend, vrijmoedig getoonzet, weerbarstig gedicht in alexandrijnen, waarvan de relatie met Julien Greens tekst nog eens apart onderzocht zou kunnen worden. Slavist Kees Verheul die in dit blad (1999/4) Du Perrons Russische contacten in Parijs onderzocht (onvermeld in het nawoord) noemt het zelfs zijn ‘meest Russische werk’. Alexeïeff was in ieder geval meer dan een voetnoot bij Het land van herkomst. De grijze dashond, hier weldadig uit de standaarduitgave gelicht, maakt duidelijk dat poëzie ook geen voetnoot bij Du Perron was. Vestdijks Staring klinkt inmiddels nogal oubollig en laat zich misschien beter vervangen door een klinkende Russische naam.

E. du Perron, De grijze dashond. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2020. 96 pp. 75 ex. € 49,50 (info@statenhofpers.nl)

| Eerder verschenen in De Parelduiker 25 (2020), nr. 3, pp. 73-74.