dinsdag 12 oktober 2021

Martine Cuyt: Liefdevol opgedragen (Recensie)

ELSSCHOTS OPDRACHTEN GEBUNDELD

Martine Cuyt (1966) bundelt in Liefdevol opgedragen alle door haar gevonden opdrachten die Willem Elsschot alias Alfons De Ridder (1882-1960) schreef in zijn boeken. Ze heeft er vierhonderd verzameld uit de jaren 1913-1960, voornamelijk in boeken uit privébezit. Dit was onmogelijk geweest zonder de medewerking van talrijke verzamelaars, onder wie, als grootaandeelhouders, de ‘usual suspects’ Cyriel Van Tilborgh en Thijs Wierema. Bij vijftig opdrachten ontbraken voldoende gegevens ter duiding, maar driehonderdvijftig opdrachten aan honderddertig ontvangers zijn facsimile afgedrukt, met een inleidend stukje over de persoon aan wie ze gericht zijn. Zo ontstaat een in veel opzichten genuanceerder beeld van Elsschots omgeving dan een biografie kan bieden. Het opent met ‘het koninginnenstuk’, de geschreven opdracht in de debuutroman  Villa des Roses (1913) aan Anna van der Tak die ook in druk de opdracht kreeg. Het exemplaar veranderde in 2009 ‘voor de prijs van een auto van eigenaar’. Elsschot schreef minimalistische, enigszins formele opdrachten, waar soms enige ontwikkeling in zit. Ary Delen, die twee weken na hem overleed zonder te weten dat zijn oude vriend Fons was overleden, noemt hij in de jaren 1913-1934 steeds met voor- en achternaam, waarbij hij ondertekent als De Ridder, niet als Elsschot. Pas in 1946 is het familiair ‘Aan Ary / Fons’, tevens de kortste opdracht uit het boek. Onze Greshoff, Ter Braak, Carmiggelt, Georgette Hagedoorn en Jan Vellerius ontbreken uiteraard niet, maar veruit de meeste achterhaalde opdrachten gaan naar Vlamingen, waaronder veel naar kinderen en kleinkinderen van Elsschot. Zonder ingang in dit uitgebreide familienetwerk had Martine Cuyt dit boek niet kunnen maken. Ook politici, burgemeesters en bankdirecteuren duiken op die ons wat zeggen over De Ridders netwerk als reclameman: zijn eigenlijke werk. Netwerk blijft hier het sleutelwoord: dit is een man die allereerst een netwerk had, en en passant wat schreef, uiteraard op basis van ervaringen binnen dit netwerk.

De betekenis van dit met veel energie en monnikengeduld samengestelde boek is eerder biografisch dan literair-historisch, want weinig opdrachten voegen iets toe aan het begrip van Elsschots werk, of zijn tekstueel intrigerend. Het interessantst is de langste teruggevonden opdracht aan een zekere Robert Cuvillier, waarbij ik, aangezien Cuyt nauwelijks informatie over deze persoon geeft, aanvankelijk dacht aan een mystificatie. Hier wordt, uitzonderlijk, aan gezamenlijk kroegbezoek herinnerd, en, even uitzonderlijk, aan een dichtregel van Paul Verlaine. Verrassingen? Misschien oud-premier Barend Biesheuvel, maar mogelijk ging dat om een exemplaar dat ten behoeve van een verwachte ontmoeting op een receptie vooraf op verzoek van Elsschots schoonzoon Georges Kelner was gesigneerd. Wat had ‘mooie Barend’ met Elsschot? Joop den Uyl was betekenisvoller geweest. Dit neemt niet weg dat dit een uniek, voorzover ik weet rond geen enkele andere schrijver gemaakt naslagwerk is, voorzien van een spectaculaire bronnenlijst, dat de fan niet minder in de hand zal nemen dan een biografie. Tegelijkertijd schudt deze uitgave menigeen wakker die weet van opdrachten of zoekt naar opdrachten die er niet in staan. Cuyt heeft naar eigen zeggen overigens nauwelijks iets teruggevonden van handtekeningen op signeersessies van Elsschot in boekhandels, op boekenbeurzen of na afloop van lezingen.

Martine Cuyt, Liefdevol opgedragen. Geschreven boekopdrachten van Willem Elsschot. Antwerpen: Vrijdag, 2020. 494 p. € 30 (www.uitgeverijvrijdag.be)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 25 (2020), nr. 4, pp. 62-63.