DE PREEK DIE A. MARJA NIET HIELD
A. Marja, pseudoniem
van dichter en schrijver Arend Theodoor Mooij (1917-1964), is eerder herinnerd
door ‘practical jokes’ dan door zijn werk. De autobiografische roman Snippers
op de rivier (1941) kreeg een paar herdrukken en uitgeverij Kleine
Uil bracht in 2008 nog een keuze uit zijn gedichten uit, maar verder moest hij
het hebben van uitgaven van de marginale Sjaalmanpers in de jaren tachtig. Het
was de tijd dat Wim Hazeu een biografische schets schreef, A, Marja, dichter
en practical joker (Stabo 1985). Decennia later tekent Hazeu ook voor het
voorwoord bij Ecce homo, een boekje over Marja door Leo Mietus (1958),
docent aan het Seminarium van de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Amsterdam.
Daarmee zijn we dicht bij huis, want Marja was de zoon van de vrije
evangelische predikant ds. M.J. Mooij en kleinzoon van ds. Arend Mooij die aan
de wieg van de Bond stond. Het smaakvol vormgegeven en zorgvuldig verantwoorde boekje
maakt van de anecdotische Marja ineens een serieus onderwerp. De aanleiding is
verrassend, zo niet onthullend. Marja zocht eind 1963 contact met een ooit met
zijn vader bevriende dominee in Heerde met het doel aldaar belijdenis te doen
en een preek te houden. Hij stierf begin 1964 en de preek bleef onvoltooid
liggen. Mietus bezorgt de tekst en plaatst Marja in de geloofssfeer van zijn familie
en omgeving, met een hoofdrol voor ‘rode’ dominee J.J. Buskes. Hij laat Marja in
zijn waarde als man die niets van hoogdravende kerkelijke stellingen moest
hebben, niet geloofde in het hiernamaals, worstelde met zijn geloof, maar die, naar
eigen zeggen, ‘zoiets als “de eeuwigheid” in een flitsend moment ervaren kon.’ De
preek van Marja gaat over de oudtestamentische richter Simson: een ‘barbaarse
doordrijver en dwarszitter’. Marja, die gebukt ging onder de vroege dood van
zijn moeder en nooit helemaal volwassen werd, lijkt het via Simson vooral over
zichzelf te hebben: ‘op het eerste gezicht is hij veel meer het opstandige
type, dat nu eindelijk wel eens van de pappot en het verlammende gezeur af wil
zijn en zijn eigen leven leiden. [..] Maar als de volwassenheid is aangebroken
[..] begint het gedonder en het begint meteen goed.’ Achteraf lijkt Marja, met
de dood in zicht, iets te hebben willen verwezenlijken waartoe hij als zoon uit
een domineesclan eigenlijk was voorbestemd: voorganger zijn. Dit voorbeeldige boekje
maakt duidelijk welke ernst achter zijn grollen schuilt.
Leo Mietus, Ecce homo. A. Marja’s zoektocht naar een authentieke vorm van geloven en zijn onvoltooide preek over Simson. Bennekom: Stichting Seminarium Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland, 2022. 72 pp. € 17,50 (info@bondveg.nl)
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 27 (2022), nr. 5, pp. 76-77.