LITOUWS
JERUSALEM
‘Heimweetoeristen’ noemt de Duitse slaviste Verena Dohrn
haar landgenoten van Baltische komaf die sinds enige jaren in groten getale hun
verloren Heimat aandoen. Voor hun gerief is een bloeiende reisliteratuur
ontstaan die de warmste nostalgische gevoelens losmaakt. Dohrn gooit het in
haar boek Baltische reizen duidelijk
over een andere boeg, want zij gaat op zoek naar het joodse cultuurgoed in de
Baltische staten dat in de tweede wereldoorlog door de Duitsers grotendeels
werd vernietigd. Eerder publiceerde ze over het joodse leven in het grensgebied
Galicië (Galizien, Jüdischer Verlag,
1993).
Nadat de Baltische staten in 1991 hun onafhankelijkheid
herwonnen, konden de joden zich daar
weer als groep organiseren. Mede dankzij een geldstroom van internationale
joodse organisaties worden synagogen (die in de sovjettijd soms als graansilo
of bioscoop dienst deden) weer in gebruik genomen, scholen opnieuw opgericht en
begraafplaatsen opgeknapt. Toch blijkt het joodse leven in de Baltische staten
weinig meer met dat van voor de oorlog gemeen te hebben. Anders dan de ongeveer
100.000 Letse en 4000 Estse joden vormden de 150.000 litwaks (Litouwse joden) een nauwelijks geassimileerde groep die
diep verankerd was in het orthodoxe jodendom. De jodenvervolging werd door
weinigen overleefd. Dat er nu nog joden in de Baltische landen wonen, komt
vooral door de instroom van Russische joden uit andere delen van de Sovjet-Unie
die er terecht van uitgingen dat aan de Oostzee de sfeer liberaler was. De
inbreng van joods intellect was een van de redenen waarom de Estse
universiteitstad Tartu tot het meest westers georiënteerde wetenschapscentrum
in de Sovjet-Unie kon uitgroeien. De joodse immigranten (van wie sommigen
overlevenden waren van de deportaties naar Siberië onder Stalin) spraken
Russisch en niet het Jiddisch van voor 1941, waardoor de joodse gemeenschap in
de Baltische staten een heel ander karakter kreeg.Riga, september 1990. Foto / Copyright © Jan Paul Hinrichs |
Verena Dohrn reist van Tallinn (de geboortestad van nazi-ideoloog Alfred Rosenberg), via Riga naar Vilnius (‘het Litouwse Jerusalem’ volgens Napoleon). Als reisverslag komt dit boek niet helemaal uit de verf, omdat de vele historische uitweidingen Dohrns eigen belevenissen geleidelijk ondersneeuwen en ook van hun functie beroven. Het resultaat is een boek dat zowel het meeslepende van een reisverslag als de systematiek van een historische studie ontbeert. Toch biedt Baltische reizen, ook door de fraaie foto’s, een uitgebreide bibliografie en verklarende woordenlijst, veel interessant materiaal over een weinig bekend hoofdstuk uit de geschiedenis van het jodendom.
Jan Paul Hinrichs
Rec. van Verena Dohrn, Baltische reizen (vert. Tinke Davids), Uitg. Atlas, 1995.
| Eerder verschenen in Vrij Nederland, 23 maart 1996, p. 83.