vrijdag 2 juni 2017

Goethe: West-oostelijke divan (Recensie)

WEST-ÖSTLICHER DIVAN VERTAALD
 
Vertalers uit het Arabisch, Chinees en Russisch hebben het maar makkelijk: het publiek gelooft noodgedwongen wel wat er staat. Duitse poëzie vertalen is vrijwel altijd een ondankbare taak als de dichter niet Paul Celan heet. Velen zullen de noodzaak ervan ook niet inzien. Maar Ard Posthuma (1942) laat zich niet ontmoedigen. Hij begon ooit met de vertaling van Nederlandse literatuur ín het Duits. Uitgeverij Suhrkamp gaf zijn vertalingen van poëzie van Lucebert, Nooteboom en Nijhoff en van Slauerhoffs roman De opstand van Guadalajara uit. Daarna waagde Posthuma zich aan beide delen Faust, compleet. Nu biedt uitgeverij Flanor een vangnet voor een droomtitel die je nooit serieus verwacht: West-oostelijke divan (1819), Goethes bonte verzameling van zo’n tweehonderd gedichten gebaseerd op klassieke oriëntaalse poëzie. Weinig verzen hebben zoveel sprankeling en magie als ‘Selige Sehnsucht’ uit deze bundel. Achteraf: het was een geschenk voor het leven dat je zo’n gedicht nog op school hoorde. Maar hoe dit ideale devies nu vertalen: ‘Und solang Du das nicht hast, / Dieses: Stirb und werde!  / Bist du nur ein trüber Gast / Auf der dunklen Erde.’ Posthuma gooit in de slotregels de zaak om, formeel maar ook een beetje inhoudelijk: ‘En wie nooit de drang ervoer, / dit verga-en-word-geboren, / zal op deze donkere vloer / nooit het licht zien gloren.’ De vertaling van ‘Erde’ door ‘vloer’ overtuigt misschien niet helemaal, maar deze gecomprimeerde verzen eisen in vertaling vaak het onmogelijke. Posthuma komt in zijn uitvoerig toegelichte, complete vertaling vaak juist heel ver. Wat blijft hangen is een verbluffend laconieke karavaan- en bazarsfeer die ook iets zegt over Goethes leven: hij had juist een verhouding met de vijfendertig jaar jongere Marianne von Willemer. Van enige gedichten die hier onder Goethes naam verschenen, bleek zij naderhand de auteur. Misschien was dit zangkwatrijn van een meisjeskoor ook wel als onderlinge grap bedoeld: ‘Dichters doen graag onderdanig / om al dienend ons te dwingen, / maar ze worden pas echt hanig / als hun liefje goed kan zingen.’ Liefde,  in deze lichtvoetige verzameling het hoofdthema, is de ware steun voor een vrije persoonlijkheid: ‘Zolang die ons is gegeven / dunkt het grootst verlies ons klein: / ieder leven laat zich leven / zolang we onszelf maar zijn.’ Voor de liefhebbers van extracten uit onze vitaminewinkels: ook Goethes welbekende gedicht ‘Ginkgo Biloba’ staat in deze prachtige bundel.

 Johann Wolfgang Goethe, West-oostelijke divan. Vert. Ard Posthuma. Nijmegen: Flanor, 2016. 213 pp. € 19,50 (Beijensstraat 30 6521 EC Nijmegen uitgeverijflanor@flanor.nl)
 
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 21 (2016), nr. 3, pp. 66-68.