Miriam Merzbacher-Blumenthal (1927) emigreerde in 1937
met haar familie van Berlijn naar Amsterdam. Haar vader vond de dood in
Auschwitz, haar broer stierf in Mauthausen van waaruit hij in een brief nog
optimistisch bleef. Zij en haar moeder, die ooit met Rilke correspondeerde, overleefden
Theresienstadt en weken in 1947 uit naar de Verenigde Staten. Uitgeverij De
Wilde Tomaat van Joan Ter Maten publiceert met Een meisje uit Berlijn een boekje met herinneringen aan de
oorlogsjaren waarvan de Duitse en Engelse originelen niet in druk verschenen.
Uitgangspunt zijn vaak objecten die pijnlijk aandoen, als vervanging van het leven.
Over het horloge van haar vader schrijft ze: ‘Iets waarvan ik in zekere zin
leven heb gemaakt […]. Daarom voel ik telkens wanneer ik het tegen mijn oor
houd een wanhopige angst. Het zou kunnen dat het deze keer niet meer tikt. Maar
in zekere zin houdt mijn gebaar ook een soort bevel in, of een gebed. Het moet
doorgaan met tikken, altijd tikken.’ Als haar moeder is overleden, ruimt Miriam
Merzbacher op: ‘De linnenkast, die ik meende in een handomdraai te kunnen
opruimen, ontpopte zich als de weemoedkast.’ Ze vindt de talliet van haar
broer, nog uit Berlijn meegenomen, waarvan ze niet wist dat die er nog was: ‘De
wond was, en blijft, te diep, te ongeneeslijk, te onuitsprekelijk.’ De
Holocaust is hier sober tot enkele tientallen bladzijden teruggebracht, tot gapend
gemis. Het indrukwekkendst is het verhaal over het meisje Judith waarvoor ze
oppas was. Een onbekende vrouw haalt haar weg bij haar ouders die ze nooit meer
zou terugzien: ‘Ik zie alleen nog de rug van mevrouw Wijsmuller, die de wagen
duwt. Ze lijkt kordaat voort te stappen. Waarheen, dat blijft een goed bewaard
geheim.’ Judith overleefde als Joke in Friesland. Gemis kreeg ook een andere
kant: de pleegouders leden diep toen ze haar na de oorlog weer moesten afstaan.
Miriam Merzbacher-Blumenthal, Een meisje uit Berlijn. Vert. Anne Stoffel. Amsterdam: De Wilde
Tomaat, 2016. 49 p. € 8,90 (Overtoom 387-HS, 1054 JN Amsterdam dewildetomaat@ziggo.nl)
| Eerder verschenen in De Parelduiker 21 (2016), nr. 4, pp. 66-67.