Sociaalhistoricus en literator Arthur Lehning (1899-2000)
had als drijvende kracht achter het internationale avant-garde tijdschrift i10 (1927-1929) veel baat bij contacten
die hij in de jaren twintig opdeed in Parijs. Schrijver en kunsttheoreticus Walter
Benjamin (1892-1940) en ‘neomarxist’ Ernst Bloch (1885-1977) ontmoette hij daar
in een tijd dat nog niemand zich kon voorstellen dat deze personen decennia
later iconen van de linkse beweging en Suhrkamp Verlag zouden zijn. Over Benjamin,
die op de vlucht voor de nazi’s aan de Spaanse grens zelfmoord pleegde, verschenen
inmiddels honderden boeken: meestal topzwaar academisch exegesewerk. Binnen
zijn labyrintische oeuvre blijven de autobiografische werken Kindertijd in Berlijn rond 1900 en Dagboek uit Moskou het meest
toegankelijk. Lehnings weduwe Toke van
Helmond geeft i10-correspondentie
tussen Lehning, Bloch en Benjamin uit in Bin
ich kein Schriftsteller? De Duitse boektitel zet de toon. Een groot deel
van de tekst bestaat namelijk uit Duitse citaten: brieven van Bloch en Benjamin
en aanvullend materiaal. Deze dosering is zo fors dat eigenlijk een beslissing onontkoombaar
was: of alles in het Duits, ook de tekst van Van Helmond zelf, of al het Duits in
het Nederlands vertaald. Het gevolg is een onrustige tekst waar de
geïnteresseerde Duitse lezer ook niet veel aan heeft. De Duitse originelen van
de meestal korte brieven hadden makkelijk in de voetnoten gekund die nu al
twintig bladzijden beslaan. Het onderwerp is verder machtig interessant en
levendig. Dat komt ook door het commentaar van Van Helmond, zoals over een
ontmoeting van het drietal in Parijs in 1926 die zo geanimeerd was ‘dat Lehning
zich deze tot in details herinnerde en altijd weer vertelde hoe ze lunchten met
tomaten en eieren in olijfolie gebakken’. Het boekje biedt snapshots uit de
avant-gardistische beweging van de jaren twintig. De hoofdrolspelers zijn
voortdurend op reis. De economie van dit gebeuren is nooit zo duidelijk: hoe betaalden
ze het allemaal? Het ging om mannen zonder vaste banen die het van moeizaam
verdiende honoraria en elkaars solidariteit moesten hebben maar ook flink
wedijverden, niet in de laatste plaats door de vrijgevochten artistieke vrouwen
om hen heen die de gang van zaken misschien meer beïnvloedden dan ze zelf
wilden toegeven. Die fantastische Parijse lunch van Lehnings levensgezellin
Annie Grimmer, ‘van wie Bloch zeer gecharmeerd was’, heeft misschien meer
nawerking gehad dan wat voor avant-gardistische tafelideeën ook. Bloch ontdekt later
dat Benjamin voor een bijdrage aan i10 betaald
is en hij niet en eist honorarium: ‘Ben ik geen schrijver?’ Lehning reageert
laconiek en belooft te betalen: ‘het is immers sowieso bescheiden! – en het
deficit is bovendien zo groot dat het geen groot verschil maakt.’ Maar deze
brief kwam onbestelbaar terug. Zo’n boekje registreert ook alle vergeefsheid –
bijdragen, bezoeken, reizen etc. die niet doorgingen – die veel plannen omgeeft en die uiteindelijk
even illustratief blijft als wat wel in i10
terecht kwam.
Toke van Helmond-Lehning, Bin ich kein Schriftsteller? Walter Benjamin en Ernst Bloch en hun
medewerking aan i10. Rimburg: Huis Clos, 2016. 133 p. 450 ex. € 17,50
(Gerard Terborgsstraat 16 hs 1071 TM Amsterdam info@uitgeverijhuisclos.nl)
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', in De Parelduiker 21 (2016), nr. 4, pp. 64-65.