donderdag 3 augustus 2017

Miriam Merzbacher-Blumenthal: Een meisje uit Berlijn (Recensie)

EEN MEISJE UIT BERLIJN
 
Miriam Merzbacher-Blumenthal (1927) emigreerde in 1937 met haar familie van Berlijn naar Amsterdam. Haar vader vond de dood in Auschwitz, haar broer stierf in Mauthausen van waaruit hij in een brief nog optimistisch bleef. Zij en haar moeder, die ooit met Rilke correspondeerde, overleefden Theresienstadt en weken in 1947 uit naar de Verenigde Staten. Uitgeverij De Wilde Tomaat van Joan Ter Maten publiceert met Een meisje uit Berlijn een boekje met herinneringen aan de oorlogsjaren waarvan de Duitse en Engelse originelen niet in druk verschenen. Uitgangspunt zijn vaak objecten die pijnlijk aandoen, als vervanging van het leven. Over het horloge van haar vader schrijft ze: ‘Iets waarvan ik in zekere zin leven heb gemaakt […]. Daarom voel ik telkens wanneer ik het tegen mijn oor houd een wanhopige angst. Het zou kunnen dat het deze keer niet meer tikt. Maar in zekere zin houdt mijn gebaar ook een soort bevel in, of een gebed. Het moet doorgaan met tikken, altijd tikken.’ Als haar moeder is overleden, ruimt Miriam Merzbacher op: ‘De linnenkast, die ik meende in een handomdraai te kunnen opruimen, ontpopte zich als de weemoedkast.’ Ze vindt de talliet van haar broer, nog uit Berlijn meegenomen, waarvan ze niet wist dat die er nog was: ‘De wond was, en blijft, te diep, te ongeneeslijk, te onuitsprekelijk.’ De Holocaust is hier sober tot enkele tientallen bladzijden teruggebracht, tot gapend gemis. Het indrukwekkendst is het verhaal over het meisje Judith waarvoor ze oppas was. Een onbekende vrouw haalt haar weg bij haar ouders die ze nooit meer zou terugzien: ‘Ik zie alleen nog de rug van mevrouw Wijsmuller, die de wagen duwt. Ze lijkt kordaat voort te stappen. Waarheen, dat blijft een goed bewaard geheim.’ Judith overleefde als Joke in Friesland. Gemis kreeg ook een andere kant: de pleegouders leden diep toen ze haar na de oorlog weer moesten afstaan.

Miriam Merzbacher-Blumenthal, Een meisje uit Berlijn. Vert. Anne Stoffel. Amsterdam: De Wilde Tomaat, 2016. 49 p. €  8,90 (Overtoom 387-HS, 1054 JN Amsterdam dewildetomaat@ziggo.nl)

| Eerder verschenen in De Parelduiker 21 (2016), nr. 4, pp. 66-67.