T.M.F. STEEN EN JAN HANLO
In 1978 maakte Hans Keller (1937-2019) voor VPRO’s Het gat van Nederland een filmportret van T.M.F. (Tom) Steen (1927-1969).
Een beeld staat me bij van een strip- en tekenfilmfanaat die wel eens een
bijrolletje in een film speelde en niet helemaal serieus werd genomen. Kellers
fameuze voice-over zei, als ik het me goed herinner, met enig mededogen dat ‘je
hem wel eens liet staan’ als hij Steen zag liften langs de weg. Hij was corrector
bij Algemeen Handelsblad en schreef
voor bladen als Stripschrift, Skoop en
Barbarber. Ter gelegenheid van de
vijftigste sterfdag van Steen verscheen bij uitgeverij Zwarte Roos van C.J. Aarts
een herdruk in geniete fotokopie van Steens gedicht Kijk eens naar een boom dat hij in 1968 onder het pseudoniem Van
Tunteren in Hitweek publiceerde. De
tikletter op het omslag lijkt een knipoog naar Kellers reportage (naar het schijnt
weer op YouTube te zien), waarin Steens naam enkele malen op een schrijfmachine
wordt getikt. Toegevoegd is een Engelse vertaling door Wendie Shaffer die in
1990 in Dutch Heights stond. Het
geslaagde gedicht bevat een programma van honderden punten voor een leven in
het teken van bomen, als het credo van de verzamelfanaat: ‘brieven naar Wageningen
schrijven met specifieke / vragen betreffende bomen; / een tijdschrift over
bomen opzetten, er abonnees voor / werven, met hen correspondenties beginnen
over bomen; / in encyclopedieën alles naslaan over bomen’. In een niet opgegeven
maar vermoedelijk minimale oplage verscheen bij dezelfde uitgever een keurig
gezet boekje in cahiersteek: Brieven aan
T.M.F. Steen van Jan Hanlo (1912-1969). Twee van de vier, door een anonymus
uitvoerig geannoteerde brieven uit de jaren 1966-1968 ontbreken in Hanlo’s Brieven (1989). Hanlo gaat vooral in op
gemeenschappelijke fascinaties als Laurel en Hardy, Charley Parker en Donald
Duck én over stilistische en typografische kwesties: ‘is het aan te raden de
zetter te waarschuwen? z’n aandacht te vestigen op bepaalde dingen die hij fout
zou kunnen doen?’ Hanlo is verbaasd dat Steen aan ‘u’ wil vasthouden, maar gaat
in een postscriptum in de laatste brief op je-zeggen over en boort en passant
iets van tragiek in Steens leven aan: ‘Toen ik je adres in Bussum belde leek het
me alsof het voor je moeder heel wat betekende – ’n verlies! – dat je niet meer
“thuis” woonde. Hou haar maar in ere. Ze is natuurlijk ook niet meer zo jong.’
Hij verhuisde in 1968 naar een kamer in Amsterdam. Het jaar daarop benam Tom Steen
zich het leven.
Jan Hanlo, Brieven aan T.M.F. Steen. 24 pp. 2019. € 10 | T.M.F. Steen, Kijk eens naar een boom. Take a Look at Trees. 12 pp. 2019. Opl. 50 ex. € 5 (Uitgaven van Zwarte Roos, Amsterdam zwarteroos@xs4all.nl)
| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 25 (2020), nr. 2, pp. 74-75.