zaterdag 17 februari 2024

Amoene van Haersolte: Het ganzenbord (Recensie)

CULTSTATUS VOOR AMOENE VAN HAERSOLTE?

Amœne van Haersolte (1890-1952) deelde, samen met de reeds overleden Arthur van Schendel, in 1947 de eerste P.C. Hooftprijs. De toekenning leek een galant gebaar naar een barones op een Dalfens landgoed die ziek was. Na haar dood werd ze snel vergeten, als een beginnersfout van de nieuwe staatsprijsjury. Inmiddels doet Van Haersolte aanzienlijk solider aan dan menig recent laureaat. Dat blijkt wel uit het verhaal Het ganzenbord dat verscheen in de smaakvolle reeks De Utrechtse Boekhoudpers van Salon Saffier. Bezorger Eugène Westra gaf het uit naar de bundel Lucile (Van Oorschot, 1951), een van de vier prozaboeken die tijdens Van Haersoltes leven verschenen. Wat opvalt is de bijzondere stijl: zeer verzorgd, sfeervol, door weglatingen mysterieus, vol detailkennis van de geheimtaal van het adellijke milieu en het intonatieregister dat daarbij hoort. Een meisje keert terug na een bezoek aan een burgerlijk vriendinnetje: ‘Toen de twee de salon binnentraden, zat Mevrouw daar in haar fauteuil in het bleu-nuit met pailletten, trok ze zich moeizaam een paar lange peau de suède niet al te wijde handschoenen over de hand. Haar fijn en klassiek profiel en de simpele maar loodzware haarwrong deden het goed, ja edel tegen het purper velours d’Utrecht van de stoel. Lucile’s vader keek de courant in, hij was in rok, stond met de rug naar het vuur zich te warmen.’ De tegenstelling tussen de uitvoerig afgebeelde, zich langzaam voor vertrek gereed makende vrouw en de kort aangeduide, waarschijnlijk verveeld afzijdig wachtende man, alleen ‘in rok’,  is meesterlijk uitgebeeld. De stelling van Westra dat het verhaal aan een secretaresse is gedicteerd, lijkt aannemelijk. Inderdaad is dit proza bij uitstek geschikt om voor te lezen: Van Haersolte leek te schrijven zoals een adellijke dame sprak. Wat toen misschien ouderwets leek, klinkt nu vooral authentiek.

Deze uitgave is een vervolg op de novelle De laatsten (1927), de eerste boekpublicatie van Van Haersolte die Eugène Westra in 2016 en 2017 privé herdrukte, twee drukken van elk 75 exemplaren die zijn uitverkocht. Pas nu hoor ik van deze uitgaven die de Koninklijke Bibliotheek niet heeft. Weer lezen we die bijzondere plechtige taal, ook in de simpelste zinnen: ‘Vrijdag …. marktdag; een schaarsche wagen begon te rijden op den weg stadwaarts.’ Amœne van Haersolte, wier boeken al jaren raadselachtig onvindbaar op de antiquarische boekenmarkt zijn, heeft vermoedelijk in kleine kring een cultstatus opgebouwd. We kijken uit naar een nieuwe stap.

Amœne van Haersolte, Het ganzenbord. Utrecht: Salon Saffier, 2022. 24 pp. Opl. 75 ex. € 9 (info@salonsaffier.nl)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 28 (2023), nr. 1, pp. 73-74.