GEERTEN MEIJSING OP BELEGEN NOTARISPAPIER
Het marginale
circuit heeft zijn usual suspects:
auteurs die bij allerlei persen kunnen aankloppen. Geerten Meijsing (1950) heeft zo’n positie
opgebouwd. Zijn roman Siciliaanse vespers
verscheen in 2007 nog bij Balans. Sindsdien lijkt zijn werk uit de boekhandel
verbannen en treffen we hem uitsluitend aan bij kleine uitgevers en private presses als Avalon Pers (vijf keer),
Flanor (drie keer), Areopagus, De Carbolineum Pers en Bleeker Editie. In
Haarlem heeft Meijsing met de Vrienden van de Vorm zelfs een eigen genootschap
om zich heen dat autobiografisch werk van hem drukt. Boedelbeschrijving is een verzameling dagboeknotities uit de jaren
1996 tot 2001 die stammen uit Elba, Amsterdam, Bilthoven, Uzès en Syracuse. ‘Ze
geven’, aldus de uitgever, ‘inzicht in de worsteling van de schrijver met zijn
werk, depressies, drank en de liefde.’ Dat blijkt al uit de openingszinnen:
‘Het gaat goed slecht met me. Reeds dagenlang aan het razen, twee flessen
whisky opgedronken, bril kwijtgeraakt. […] Mijn leven is totaal mislukt.’ Drank
blijkt even later geen doel op zich: ‘Waarom moet er toch altijd gedronken
worden bij literair gedoe?’ Het is niet alleen kommer en kwel want in Uzès
beleeft Meijsing grootse momenten in de natuur, de heler van depressies:
‘euforisch opgestaan voor een nieuwe dag in het landschap. Zulke dagen, hier in
de Provence, zijn stuk voor stuk een godsgeschenk’. Ondertussen laat hij zijn eigen seksuele
kwalificaties niet onderbelicht. Ook is Meijsing stomverbaasd over de
kwaliteiten van zijn roman De
ongeschreven leer (1995). Boedelbeschrijving
is geen boekje maar een zwart doosje met twaalf losse velletjes die door de
Avalon Pers en de Hof van Jan zijn gedrukt op de achterkant van notariële
boedelinventarissen uit de eerste helft van de vorige eeuw. Moeten we hier een
relativerende gedachte van de drukkers achter zoeken? Dat net als bij oude
lijsten van woonhuizen, saldo’s en vorderingen (‘vordering ten laste van het
Rijk wegens gevorderd paard en schadeloosstelling neergestort vliegtuig’) veel
literatuur uiteindelijk verstoft? Maar Meijsing blijft aanstekelijk strijdbaar
en ontvankelijk voor de mooie dingen van het leven. Dat is ook het geval als
hij met ‘bijna racekak van angst’ Syracuse binnenrijdt en manmoedig een
appartement zonder elektra of telefoon betrekt: ‘De kleur van het zeewater, als
ik op mijn Spaanse balkonnetje sta, of liever de kleuren, de eindeloze
kleurschakeringen, zijn ongelofelijk.’
Jan Paul Hinrichs
Jan Paul Hinrichs
Geerten Meijsing, Boedelbeschrijving. Haarlem: De Vrienden van de Vorm, 2013. 12
bladen 150 ex. € 21 (de Hof van Jan, Postbus 3316, 2001 DH Haarlem info@hofvanjan.nl).
| Eerder
verschenen in De Parelduiker 19 (2014), nr. 3, pp. 68-69 (als
onderdeel van de rubriek ‘Schoon & haaks’).