vrijdag 24 april 2015

Geerten Meijsing: Dagboek (Recensie)

GEERTEN MEIJSING OP BELEGEN NOTARISPAPIER

Het marginale circuit heeft zijn usual suspects: auteurs die bij allerlei persen kunnen aankloppen.  Geerten Meijsing (1950) heeft zo’n positie opgebouwd. Zijn roman Siciliaanse vespers verscheen in 2007 nog bij Balans. Sindsdien lijkt zijn werk uit de boekhandel verbannen en treffen we hem uitsluitend aan bij kleine uitgevers en private presses als Avalon Pers (vijf keer), Flanor (drie keer), Areopagus, De Carbolineum Pers en Bleeker Editie. In Haarlem heeft Meijsing met de Vrienden van de Vorm zelfs een eigen genootschap om zich heen dat autobiografisch werk van hem drukt. Boedelbeschrijving is een verzameling dagboeknotities uit de jaren 1996 tot 2001 die stammen uit Elba, Amsterdam, Bilthoven, Uzès en Syracuse. ‘Ze geven’, aldus de uitgever, ‘inzicht in de worsteling van de schrijver met zijn werk, depressies, drank en de liefde.’ Dat blijkt al uit de openingszinnen: ‘Het gaat goed slecht met me. Reeds dagenlang aan het razen, twee flessen whisky opgedronken, bril kwijtgeraakt. […] Mijn leven is totaal mislukt.’ Drank blijkt even later geen doel op zich: ‘Waarom moet er toch altijd gedronken worden bij literair gedoe?’ Het is niet alleen kommer en kwel want in Uzès beleeft Meijsing grootse momenten in de natuur, de heler van depressies: ‘euforisch opgestaan voor een nieuwe dag in het landschap. Zulke dagen, hier in de Provence, zijn stuk voor stuk een godsgeschenk’.  Ondertussen laat hij zijn eigen seksuele kwalificaties niet onderbelicht. Ook is Meijsing stomverbaasd over de kwaliteiten van zijn roman De ongeschreven leer (1995). Boedelbeschrijving is geen boekje maar een zwart doosje met twaalf losse velletjes die door de Avalon Pers en de Hof van Jan zijn gedrukt op de achterkant van notariële boedelinventarissen uit de eerste helft van de vorige eeuw. Moeten we hier een relativerende gedachte van de drukkers achter zoeken? Dat net als bij oude lijsten van woonhuizen, saldo’s en vorderingen (‘vordering ten laste van het Rijk wegens gevorderd paard en schadeloosstelling neergestort vliegtuig’) veel literatuur uiteindelijk verstoft? Maar Meijsing blijft aanstekelijk strijdbaar en ontvankelijk voor de mooie dingen van het leven. Dat is ook het geval als hij met ‘bijna racekak van angst’ Syracuse binnenrijdt en manmoedig een appartement zonder elektra of telefoon betrekt: ‘De kleur van het zeewater, als ik op mijn Spaanse balkonnetje sta, of liever de kleuren, de eindeloze kleurschakeringen, zijn ongelofelijk.’

Jan Paul Hinrichs

Geerten Meijsing, Boedelbeschrijving. Haarlem: De Vrienden van de Vorm, 2013. 12 bladen 150 ex. € 21 (de Hof van Jan, Postbus 3316, 2001 DH Haarlem info@hofvanjan.nl).

| Eerder verschenen in De Parelduiker 19 (2014), nr. 3, pp. 68-69 (als onderdeel van de rubriek ‘Schoon & haaks’).