LLOYD HAFT EN 'DE DOODSKANT VAN HET LEVEN'
Lloyd Haft (1946) is Amerikaan maar woont sinds 1968 in Nederland. Tot 2004
was hij docent Chinees in Leiden. Een kwarteeuw, van 1982 tot 2008, behoorde
hij tot de poëziestal van uitgeverij Querido. Sindsdien is Haft een enigszins verborgen
dichter, ook letterlijk want hij woont een groot deel van het jaar op Taiwan. Eigen
poëzie publiceert hij vooral op zijn blog, waarop berichten in het Nederlands,
Chinees en Engels staan. Onlangs verscheen zijn bijzondere vertaling Lao-tze’s vele wegen: een alternatieve
lezing van de Tau-te-tsjing (2017) die bij vlagen leest als moderne poëzie.
Na een lange stilte verschijnt nu ook een nieuwe bundel, Intocht. Het gaat om een print-on-demand boek van American Book
Center, waarvan de website het boekje aankondigt als uitgave van AnyBook Press
(‘This title can be printed on demand on Betty the Book Machine in either of
our stores’), een spookuitgeverij die in de print verder onvermeld blijft. Het
nawoord draait om een curieus biografisch detail: Haft was jarenlang voorlezer
bij een katholieke gemeenschap van de Slavisch-Byzantijnse ritus in Den Haag.
Het contact verwaterde, maar de dood van een parochielid bracht hem terug en
inspireerde tot deze gedichten over verbondenheid met een overledene en de
andere, nog levende leden. Haft legt een link tussen de ritus en zijn
taalgebruik in deze bundel: ‘Telkens werd ik aangedaan, en in mijn eigen
taalgebruik beïnvloed, door de vertalingen die ik daar zag van de Oud-Slavische
gebedsteksten. Door de directheid van stijl, waarin niets werd verklaard en dus
afgezwakt, bleef de krasse lichaamstaal behouden van juist de geestelijke voorstelling.’
De coverfoto toont geestelijken in goudbrokaat tijdens een liturgieviering. Haft
haalt uit deze Slavisch-Byzantijnse ritus beelden en symboliek die aansluiten
bij zijn eigen dichtpraktijk. Afgezien van een gedicht over een icoon en het
slotgedicht met de titel ‘Wetsjnaja pamjat’ (Eeuwig aandenken) blijft de connectie
met de Slavische ritus abstract, zij het voor insiders ongetwijfeld tastbaar.
De toon is bezwerend door de kale, afgekloven taal vol alliteraties die de
grenzen van syntactisch juist Nederlands opzoekt. Haft geeft eigenzinnige meditaties
uit ‘mijn harts / andere kamer’ over ‘de doodskant van het leven’, waarbij hij
niet alleen zijn eigen perspectief volgt, maar ook dat van de overledene: ‘Tel
mij toch, teken mij al in / onder de schaduwen die langs de muur / rondom in
wierook rijzen.’ Het mooiste beeld besluit het gedicht ‘Nog op het kerkhof
staande’, waarin kaarslicht levenden en doden verenigt: ‘in de vlam die
verteert en vergadert / zag ik je komen, / zie ik je gaan.’ Deze overtuigende
bundel toont een stek waar Haft zich, net als bij Lao-tze, kennelijk thuis voelt:
poëzie die modern en anachronistisch tegelijk is.
Lloyd Haft, Intocht. Gedichten. 61
p. € 7,60 (printbaar bij de filialen van American Book Center in Den Haag en
Amsterdam, online bestelbaar via www.abc.nl/book-details/intocht/g9789492563415).
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 23 (2018), nr. 5, pp. 71-72.