JAMES JOYCE IN OOSTENDE
Xavier Tricot (1955) is auteur van James
Ensor: leven en werk (Mercatorfonds, 2009), tevens de oeuvrecatalogus van de Oostender schilder. In James Joyce in Ostend bijt hij zich vast
in een minder bekende episode uit de rijke literaire geschiedenis van zijn
woonplaats Oostende: het vakantieverblijf van James Joyce en zijn gezin gedurende
augustus en september 1926. Het lijkt een boekje voor Joyce-liefhebbers of
Oostende-fanaten: veel van de talloze feitjes veronderstellen een zekere kennis
van de context. Niettemin houdt Tricot door zijn weldadige precisie de aandacht
van de buitenstaander behendig vast. Voor Nederlanders biedt het Engelstalige boekje
aardige momenten: Joyce heeft naar eigen zeggen in Oostende drieënveertig
lessen Nederlands gekregen, maar niet is bekend bij wie. In de schaduw van
Joyce komen ook obscure personen tot leven, zoals een oude Dublinse vriend die
in Oostende als drogist werkt. Ook ontmoet Joyce de Nederlands tandarts Juda de
Vries (alias Jules Martin) die hem in 1917 in Zürich had aangespoord een
filmscenario te maken onder de titel Wine,
Women, and Songs. Dat scenario kwam er niet en De Vries belandde wegens zwendel
in de gevangenis. Joyce hielp hem daaruit en ontving een dankbrief van zijn
vader, een Amsterdamse gynaecoloog, die zijn zoon ‘het zwarte schaap van de
familie’ noemde. Enkele in steenkool Engels geschreven brieven van Juda aan
Joyce staan in een bijlage, net als zeventien foto’s van de Joyce-familie in
Oostende. Wel blijft de vraag of avonturier Juda, die ook eens handelde in
synthetische parels en bouillon, wel een gediplomeerd tandarts was, al trok hij
driftig tanden bij vakantiegangers in Oostende. Hier lijkt een vervolg in te
zitten.
Xavier Tricot, James Joyce in Ostend.
Koekelare: Devriendt, 2018. 75 p. € 15 (xavier.tricot@skynet.be).
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 23 (2018), nr. 5, pp. 74-75.