MICHAIL KOEZMIN
*
Scherpe wind van
het meer,
een weg die de
berg op gaat…
Zo simpel en teer
de grijze sloep
die gekanteld staat.
Eenmaal gereed voor
je tocht
weet ik toch goed,
je zult halt
houden in de bocht
en zwaaien met je
hoed…
Maar een gevoel
vraagt
dat we vertrekken getwee,
en zich op ’t laatst
geen van ons waagt
alleen in de
verlaten stee.
Vert. Jan Paul Hinrichs
| Eerder gepubliceerd in: Michail Koezmin, Dagboek 1934. Keuze, vertaling en nawoord van Jan Paul Hinrichs. 's-Gravenhage: Statenhofpers, 2022, pp. 41-42.