NESCIO VERDER ONTRAFELD
Is over Nescio (1882-1961) alles al gezegd? Wiskundeleraar Maurits
Verhoeff, een volhardend rechercheur voor wie geen feitje te klein lijkt,
bewijst dat we zo ver niet zijn. Een themanummer van het tijdschrift Uitgelezen boeken publiceert nu iets waarvan men zou denken dat het al decennia zou bestaan:
een bibliografie van Nescio’s publicaties en van de vertalingen van zijn werk. Bandvarianten
komen uitvoerig aan bod. Dan blijkt dat van de tweede druk (1933) van Dichtertje – De uitvreter - Titaantjes maar
liefst acht bandvarianten bestaan. Alle covers zijn in kleur afgedrukt. Hoofdmoot
van het boekje is een relaas over het contact met uitgevers. Daarin toont
Nescio zich een vasthoudende zakenman die van de kwaliteit van eigen werk
onwrikbaar overtuigd blijft. Toegevoegd zijn wat kleine stukjes over ‘faits
divers’. Zo weten we nu wie voor de havenmeester van Veere in ‘De uitvreter’
model stond. Het aardigste stuk gaat over Grönlohs strijd tegen een germanisme
als ‘ingesteld zijn op’. Vlak voor de Duitse inval maakt hij bezwaar tegen
‘weermacht’, waarmee hij, aldus Verhoeff ‘als het ware een kleine verzetsdaad’
verrichtte. Het blijkt allemaal uit ingezonden brieven aan Onze Taal. Met Verhoeff verzuchten we dat het zonde is dat de
meeste stukken in Onze Taal anoniem stonden
en het archief van het blad verloren is gegaan: ‘Het had een prachtige
collectie brieven van Grönloh kunnen opleveren.’
Nescio’s Natuurdagboek
registreert bezoeken aan voor hem nogal vervelende jaarvergaderingen van de
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Perry Moree vat zijn notities samen
in voor Mijn naam zei niemand wat,
het eerste deel van een reeks Letterkundige
mijmeringen. Hij dook ook de archieven in en vond de handtekeningen van
Nescio op de presentielijsten van de vergaderingen. Ze staan hier voor de ware
liefhebber facsimile afgedrukt. Volgens Moree is het ‘altijd onopgehelderd
gebleven’ waarom er nooit een levensbericht over Nescio in een jaarboek van de
Maatschappij heeft gestaan. Het antwoord staat wellicht in het jaarboek uit
1958 (p. 113), een mededeling die Moree, net als de publicatie hierover in De Parelduiker (2013/1, pp. 55-56), schijnbaar
over het hoofd heeft gezien: Nescio had zijn lidmaatschap opgezegd. In ieder
geval is in de archieven ook nog naar een opzeggingsbrief van Nescio te
speuren. Ook vragen we ons nog af wie hem indertijd als lid had voorgedragen.
Maurits Verhoeff, ‘Voor een koopje
ben ik voor hen niet thuis’. Nescio en zijn uitgevers (=Uitgelezen boeken jrg. 19, nr. 1). Amsterdam: De Buitenkant, 2018. 79 pp.
500 ex. € 12,50 (www.uitgeverijdebuitenlant.nl)
| Perry Moree, Mijn naam zei niemand wat.
Nescio en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Vlaardingen: De
Walgvogel, 2019. [12 pp.] 30 ex. € 11,95 (perrymoree@hotmail.com)
| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 24 (2019), nr. 1, pp. 71-73.