dinsdag 24 december 2019

Twee boekjes over Nescio (Recensies)


NESCIO VERDER ONTRAFELD

Is over Nescio (1882-1961) alles al gezegd? Wiskundeleraar Maurits Verhoeff, een volhardend rechercheur voor wie geen feitje te klein lijkt, bewijst dat we zo ver niet zijn. Een themanummer van het tijdschrift Uitgelezen boeken publiceert nu iets waarvan men zou denken dat het al decennia zou bestaan: een bibliografie van Nescio’s publicaties en van de vertalingen van zijn werk. Bandvarianten komen uitvoerig aan bod. Dan blijkt dat van de tweede druk (1933) van Dichtertje – De uitvreter - Titaantjes maar liefst acht bandvarianten bestaan. Alle covers zijn in kleur afgedrukt. Hoofdmoot van het boekje is een relaas over het contact met uitgevers. Daarin toont Nescio zich een vasthoudende zakenman die van de kwaliteit van eigen werk onwrikbaar overtuigd blijft. Toegevoegd zijn wat kleine stukjes over ‘faits divers’. Zo weten we nu wie voor de havenmeester van Veere in ‘De uitvreter’ model stond. Het aardigste stuk gaat over Grönlohs strijd tegen een germanisme als ‘ingesteld zijn op’. Vlak voor de Duitse inval maakt hij bezwaar tegen ‘weermacht’, waarmee hij, aldus Verhoeff ‘als het ware een kleine verzetsdaad’ verrichtte. Het blijkt allemaal uit ingezonden brieven aan Onze Taal. Met Verhoeff verzuchten we dat het zonde is dat de meeste stukken in Onze Taal anoniem stonden en het archief van het blad verloren is gegaan: ‘Het had een prachtige collectie brieven van Grönloh kunnen opleveren.’
Nescio’s Natuurdagboek registreert bezoeken aan voor hem nogal vervelende jaarvergaderingen van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Perry Moree vat zijn notities samen in voor Mijn naam zei niemand wat, het eerste deel van een reeks Letterkundige mijmeringen. Hij dook ook de archieven in en vond de handtekeningen van Nescio op de presentielijsten van de vergaderingen. Ze staan hier voor de ware liefhebber facsimile afgedrukt. Volgens Moree is het ‘altijd onopgehelderd gebleven’ waarom er nooit een levensbericht over Nescio in een jaarboek van de Maatschappij heeft gestaan. Het antwoord staat wellicht in het jaarboek uit 1958 (p. 113), een mededeling die Moree, net als de publicatie hierover in De Parelduiker (2013/1, pp. 55-56), schijnbaar over het hoofd heeft gezien: Nescio had zijn lidmaatschap opgezegd. In ieder geval is in de archieven ook nog naar een opzeggingsbrief van Nescio te speuren. Ook vragen we ons nog af wie hem indertijd als lid had voorgedragen.

Maurits Verhoeff, ‘Voor een koopje ben ik voor hen niet thuis’. Nescio en zijn uitgevers (=Uitgelezen boeken jrg. 19, nr. 1). Amsterdam: De Buitenkant, 2018. 79 pp. 500 ex. € 12,50 (www.uitgeverijdebuitenlant.nl) | Perry Moree, Mijn naam zei niemand wat. Nescio en de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. Vlaardingen: De Walgvogel, 2019. [12 pp.] 30 ex. € 11,95 (perrymoree@hotmail.com)

| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker  24 (2019), nr. 1, pp. 71-73.