maandag 30 december 2013

Tsjingiz Ajtmatov: De liefde van een vrachtrijder (Recensie)

HET GOEDE BESTAAT EN MOET GEPREZEN WORDEN

De naam Tsjingiz Ajtmatov had in de oude Sovjet-tijd een dubbelzinnige klank: als Kirgiziër schreef hij in het Kirgizisch en in het Russisch, terwijl hij zowel de partijlijn steunde als een onafhankelijke koers voer. Naast schrijver was Ajtmatov (1928) onmiskenbaar ook bureaucraat: hij was lid van de Opperste Sovjet, zat in de redacties van ideologisch toonaangevende tijdschriften als Novy mir en Literatoernaja gazeta, was ‘general editor’ van publicaties met propagandistisch proza als Do the Russians Want War? (Moskou, 1985). Gorbatsjov benoemde hem in zijn nadagen nog tot ambassadeur in Luxemburg.
     Ajtmatov, die door de Sovjet-autoriteiten graag om zijn ‘diepgaande humanisme’ naar voren werd geschoven, is al meer dan twintig jaar een internationaal ruim vertaald schrijver. In Nederland heeft zijn werk een pleitbezorger gevonden in uitgeverij De Geus, die na Het beulsblok (1990) en Dzjamilja (1990) nu De liefde van een vrachtrijder uitgaf. Deze korte roman speelt omstreeks 1960 in de sfeer van vrachtrijders in de Kirgizische bergen. Het was een tijd dat daar wat groots werd verricht, infrastructuur werd aangelegd en van alles de bergen door moest. Het begin, gegoten in een raamvertelling à la Toergenjev, is spannend. De verteller ontmoet in een treincoupé een man die hem ooit in zijn opgewondenheid een lift had geweigerd, Iljas. We luisteren naar Iljas’ verhaal over zijn liefde voor het meisje Assel dat hij schaakt vlak voor ze tegen haar zin aan een andere man zou worden uitgehuwelijkt. Assel verlaat hem als ze er achter komt dat hij een andere vriendin heeft. Met haar begint Iljas ergens een nieuw leven maar zijn gevoelens blijven toch naar Assel uitgaan. Als hij haar uiteindelijk bij een andere man terugvindt, beseft hij dat hij haar heeft verloren.
     Het Russische origineel verscheen in 1961 onder de titel Mijn populiertje met het rode hoofddoekje. De uitgeverij vond dit blijkbaar geen aantrekkelijke titel en koos voor De liefde van een vrachtrijder. Niettemin dekt Ajtmatovs eigen tamelijk naïef klinkende titel de inhoud en de sfeer van het  boek veel beter. Iljas is geen stoere ‘trucker’ met een cowboyhoed maar een sentimentele onhandige man die met zijn emoties geen raad weet. Een goede inborst heeft hij ook. Als hij op het einde van het boek zijn nieuwe leven tegemoet gaat, verklaart hij tegenover de verteller in de trein: ‘U moet niet denken dat ik een mislukkeling ben. Mettertijd zal ik trouwen, een gezin stichten, kinderen krijgen, kortom ik zal een normaal leven leiden. Vrienden en collega’s zal ik ook weer hebben.’ Waar lees je nog van een vrachtrijder die aldus van zijn geliefde en van het meer waar hij ooit met haar gelukkig was, afscheid neemt: ‘Vaarwel Issyk-Koel, mijn onvoltooide lied! Ik zou je graag mee willen nemen met je blauwe water en je gele oevers, maar het is me niet gegeven, evenmin als ik de liefde van mijn liefste mee kan nemen. Vaarwel, Assel! Vaarwel, mijn populiertje met het rode hoofddoekje.’
     Dit is een onvervalst Sovjet-boek met thema’s als het opbouwen van een nieuwe maatschappij, oorlogstrauma’s, de rechten van de vrouw in het islamitische Centraal-Azië. De helden hebben een echte pioniersmentaliteit en een rotsvast geloof in vooruitgang. Een vrachtrijder vertelt: ‘Bijna een jochie nog, ben ik, na een oproep van de komsomol, bij de aanleg van de Pamirroute gaan werken. We werkten er met veel enthousiasme, gretig, vooral de jongeren. Het was ook niet mis: een weg door het ontoegankelijke Pamirgebergte!’
     Ajtmatov toont zich een moralist die vindt dat het goede bestaat en geprezen moet worden. Dat Ajtmatovs wereldbeeld wellicht evenveel met de tradities van de orale epische literatuur van Kirgizië als met socialistisch realisme te maken heeft, doet weinig af aan het ongeloofwaardige van zijn karakters. Toch mag men Ajtmatov niet onderschatten: schrijven kan hij ook. Zijn lyrische beelden van het ruige, weidse Kirgizische landschap zijn indrukwekkend, en hij slaagt er goed in de onveranderlijke grootsheid van de natuur af te zetten tegen het illusoire in het menselijke handelen. De mens, zo lijkt de moraal van dit boek, beseft pas wat geluk is als hij het heeft verloren.
     Het is curieus dat dit boek dertig jaar na verschijnen in het Nederlands is vertaald. Het voldoet alleen als men het als een jeugdboek ziet, of als illustratie van Ajtmatovs ontwikkeling, die op haar beurt weer een afspiegeling is van cultuur-historische processen binnen de Sovjet-Unie. Zo is zijn grote roman Het beulsblok met alle aandacht voor ecologische problemen, drugs, misdaad en religieus reveil, een typisch product van het prille glasnost-tijdperk. Het boek ontleent, evenals De liefde van een vrachtrijder, zijn kracht aan beeldende natuurbeschrijvingen. Ajtmatov schrijft goed als hij het niet over mensen heeft.       

Jan Paul Hinrichs

Rec. van Tsjingiz Ajtmatov, De liefde van een vrachtrijder (vert. Monse Wijers), Uitg. De Geus, 1992.

| Eerder verschenen in Vrij Nederland, 7 november 1992, p. 102.