Tachtiger Frans Erens (1857-1935) is vooral bekend om
zijn postuum verschenen herinneringenboek Vervlogen
jaren dat in drie totaal verschillende edities (1938, 1958 en 1989)
beschikbaar is. In beeldend, warm proza keert hij terug naar zijn jeugd op een
patriarchale Schaesbergse vierkantshoeve vol knechten en koetsen en zijn studiejaren
in Leiden, Parijs en Amsterdam. Erens’ oordelen komen nog altijd scherp en
overwogen over. Zijn bespiegelingen over de Tachtigers waarschuwen
literatuurhistorici dat het heel moeilijk is een literair tijdperk te
reconstrueren en stijlveranderingen te duiden: ‘Er zijn verborgen krachten
geweest, die stuwden en stuurden.’ Na Pricks Privé-Domein-editie (1989) bleef
Erens sporadisch een onderwerp voor marginale uitgevers en gelegenheidsuitgaafjes.
Os Moddersproak, een Landgraafse stichting die zich inzet voor ‘de
grensoverschrijdende volkstaal in de Euregio Maas-Rijn’, herdrukt nu Erens’ De heiligen en hun verering (1911), een
beschouwing over heilig- en zaligverklaringen in de katholieke kerk. Het omslag
met paus Johannes XXIII en reclameletters op glanspapier doet denken aan
brochures van adventisten of Jehova’s getuigen. De tekst is vooral stilistisch
interessant: hoe de jurist Erens superieur duiding geeft aan het erfgoed van
zijn katholieke jeugd. Toegevoegd is een stuk over de Nederrijnse mystica Anna
Catharina Emmerich, die in 2004 zalig is verklaard. Erens bezoekt haar huis:
‘Het was een koude sombere morgen in november, dat ik van Münster uit het
stadje Dülmen bezocht.’ Interessanter is En
France, een herdruk van reisschetsen in het voetspoor van Taine die Prick grotendeels
opnam in zijn Vervlogen jaren-editie
van 1958 maar wegliet uit die van 1989. We volgen Erens naar Colmar, Poitiers,
de Pyreneeën en de Tarn. Erens, die veel Franse auteurs persoonlijk kende, ziet
een reis door Frankrijk als ‘een genot van hogere studie en van verfijndere
emotie’. Nederland lijkt nogal plat tegenover alle ‘kalmte van het
geresigneerde’ die hij ontwaart. Het is jammer dat bezorger Jean Frins, die de
spelling moderniseerde, niet vertelt wanneer Erens zijn reizen maakte en waar
en wanneer de reisschetsen voor het eerst zijn gepubliceerd. Maar zijn stelling
dat Erens’ oeuvre vol zit met ‘parels, die wachten om herontdekt te worden’ is
overtuigend bewezen. De memoires van Erens worden in publicaties over de
Tachtigers vaak aangehaald, maar deze nog zo verrassend leesbare auteur verdient
ook zelf wel eens een uitvoerige nieuwe studie.
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 22 (2017), nr. 1, pp. 68-69.