A.L. SNIJDERS: LEZING OP HET LAND
Ook verhalenschrijver
A.L. Snijders (1937) is cult onder margedrukkers- en uitgevers: bij uitgeverijtjes als Korenmaat, Artistiek
Bureau, Het Huis met de Drie Gedichten (deze rubriek 2017/2-3) en Vliedorp
verschenen de afgelopen jaren allerlei uitgaafjes. Zijn korte verhalen lenen zich
daar uitstekend voor. Uitgeverij Fragment van Frank van den Ingh komt nu met De
Nescio Leesclub. De rij tijdens de signeersessie in de Leidse Pieterskerk
op 10 november 2019 was zo groot dat een ongesigneerd exemplaar antiquarisch
inmiddels bijzonderder zal zijn. Het genoeglijke boekje heeft een ondefinieerbare
vorm: het opent met een brief aan de vrouw van de leesclubvoorzitter, waarna drie
verslagen van dezelfde avond volgen. Na afloop sliep Snijders in de
Kennemerduinen in zijn caravan, omdat hij niet bij de voorzitter wilde logeren:
‘Ik slaap slecht in onbekende huizen, en als ik ’s nachts moet plassen en trillerig
op een onbekende gang loop, op zoek naar de wc, en ik kom een vreemde tegen,
ook in nachtkleding, of misschien wel naakt, dan weet ik niet wat ik moet
zeggen. Over zulke dingen lees ik graag in boeken.’ Ook wordt een oud-collega,
kennelijk uit de schoolwereld, opgevoerd die niet weet wie Bekker en Bavink
zijn: ‘En dat weet die lul allemaal niet, hij speelt mooi weer van mijn
belastingcenten.’ Hier komt Nescio toch even kijken, zodat de verzamelaar niet
alleen door de titel op kosten wordt gejaagd. De lezing ging schijnbaar over
verhalenschrijver John Cheever, hoewel de voorzitter ‘lul maar wat’ had gezegd.
Het speelt allemaal in 1995. Een beeld blijft hangen van een ouderwets
kneuterige cultuur, door Gerard Reve ooit in ‘Een lezing op het land’ vastgelegd,
die misschien nog altijd bestaat: ‘een soort roei- en tennisclub uit Amsterdam-Zuid
in de jaren vijftig’.
A.L. Snijders, De Nescio Leesclub. Leiden: Fragment,
2019. 19 pp. 125 ex. € 20,00 (uitgeverijfragment@gmail.com)
| Eerder verschenen in De Parelduker 25 (2020), nr. 1, p. 92.