dinsdag 2 februari 2021

Terras: themanummer over theater (Recensie)

TERRAS: THEMANUMMER OVER THEATER

Literair tijdschrift Terras positioneert zich sinds 2011 als opvolger van kwartaalschrift Raster (1967-2008): de naam is een geslaagd anagram. De dubbeldikke, halfjaarlijkse themanummers waarmee het blad opereert, zijn sober en verzorgd vormgegeven, met herkenbare letteromslagen in rood en zwart, zonder reclame en vrijwel zonder illustraties. Taal, tekst en avant-gardistische sferen staan centraal in de geest van Raster-voorman Jacq Vogelaar: biografische petites histoires en archiefvondsten ontbreken. Heel zichtbaar is Terras niet: in Leiden is het alleen verkrijgbaar bij een afgelegen sigarenmagazijn. Het online platform dat Terras ondersteunt, is hyperactief maar zo priegelig dat menigeen meteen afhaakt. Maar wie had ooit kunnen vermoeden dat de schijnbaar op en top gedateerde Vogelaar, inmiddels zelfs onderwerp van een biografie, en het uitgebluste Raster nog eens alleszins serieuze Nachwuchs zouden krijgen?

    Terras nr. 17, waarmee oprichter Erik Lindner afscheid van de redactie neemt, gaat over theater in ruime zin, aldus het voorwoord: ‘Lyrische monologen, vlammende manifesten, absurde dialogen, het theater van het geheugen, brieven aan dode dichters, diep met zichzelf in gesprek zijnde essays: iedere tekst heeft iets theatraals, iedere tekst zou een ander soort acteur vereisen om uitgevoerd te worden.’ Het zoekproces is nadrukkelijk onderdeel van de inhoud: ‘Wij richten onze blik graag op gebieden die nog maar ten dele in kaart zijn gebracht, waar we tastenderwijs onze eigen weg zoeken.’ Redacteur Fyke Goorden bijt het spits af met het stuk ‘Waar is Reza Abdoh?’ over een Irans-Amerikaanse theatermaker en cultfiguur die in 1995 stierf aan aids. Hij komt Abdoh op het spoor via een studieboek Postdramatisches Theater én het bericht dat deze onderwerp van een lezing was geweest op een conferentie over ‘New Narrative’ in San Francisco. Zo’n werkwijze lijkt typerend voor Terras: internationale academische context die voor inspiratie zorgt, alsof de redacteuren off-stage aan een postmodernistisch getint proefschrift werken. In die sfeer past ook de vertaling van het artikel ‘De kracht van de klassieke tragedie’ van semioticus Roland Barthes. Het verbaast me dat Walter Benjamin ontbreekt.  Een omvangrijke, heel nuttige vertaling geldt een andere linkse icoon: ‘Manifest voor een nieuw theater’ van Pier Paolo Pasolini volgens wie ‘het theater zou moeten zijn wat het theater niet is’. Ook oudere, minder voorspelbare zaken duiken op: het verhaal ‘Bloeddinsdag’ (1903) van de Noor Sigurd Mathiesen die volgens Anna Eble ‘te vroeg [kwam] met zijn modernistische aanpak’. Maar ook zijn hedendaagse landgenoot Johan Harstad wordt vertaald, zodat dit nummer een verrassend Noors accent krijgt.

Terras profileert zich uitgesproken internationaal, maar bevat ook nieuwe Nederlandse bijdragen, onder meer van Frans Strijards,  Bruno Mistiaen en Dounia Mohammed. Anne Vegters experimentele proza (poëzie?) vol typografische grappen kon tien pagina’s korter. Hoogtepunt is een fragment uit Edward Gordon Craigs On the art of the theatre (1911) dat de behartigenswaardige moraal van het Stanislavski-theater in Moskou schildert: ‘Ja, hun theater is hun school. Ze zijn van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in het theater, het gehele jaar door behalve een paar weken vakantie in de zomer. […] en als er een repetitie is, dan zijn de studenten aanwezig om te kijken; en ze giechelen niet en stellen zich niet aan, maar volgen elke beweging, luisteren naar elk woord.’ Terras getuigt vaak van aanstekelijke speurzin en inzet, waarbij gretigheid niet ten koste gaat van zorgvuldigheid. Proefschriftjargon als ‘postdramatisch theatraliteitsbegrip’ en ‘secundaire mediarealiteit’ (sekundäre Medienrealität?) leren de geëngageerde redacteuren nog wel eens af.

 Kim Andringa, Tommy van Avermaete, Herman van Bostelen, Anna Eble, Fyke Goorden, Erik Lindner, Lisa Thunnissen (red.), Terras nr. 17, 2019. 224 pp. € 15,00 (redactie@tijdschriftterras.nl)

| Eerder verschenen in De Parelduiker 25 (2020), nr. 1., pp. 88-89