dinsdag 8 oktober 2024

Schoon & haaks [afl. 51]

 SCHOON & HAAKS [AFL. 51]

 In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de eenenvijftigste aflevering (2024, nr. 4) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        J. Heymans, Canasta op Curaçao. Over August Willemsen en het Papiaments. Leiden: Fragment, 2024

·        J. Heymans, Alsnog. Utrecht: IJzer, 2024.

·        Lodewijk van Deyssel, De kleine republiek. Lief en leed in een katholiek jongensinternaat. Hertaald en geïllustreerd door Jan Hartmann. Rolduc: Stichting Lève Rolduc, 2024

·        Jack van der Weide, De trolleybussen van Willem van Genk. Leiden: Fragment, 2023

·        Jack van der Weide, Huiveringwekkend mooi. Willem Frederik Hermans en Willem van Genk. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2024

·        Gerrit Kleis, Mijn hospita. Portret van Annet Eikeboom (1896-1984). Groningen: Artistiek Bureau, 2024


| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 4, pp. 70-75.

dinsdag 24 september 2024

Sanne Bruinier: Dagboek uit Warschau, 1903 (verschenen)

SANNE BRUINIER: VREEMDER DAN OOIT DE ZWARTE POPULIEREN. Dagboek uit Warschau, 1903 (verschenen)

[dit is de tekst van een mailbericht van Stichting De Lantaarn aan haar achterban]

Bij uitgeverij Stichting De Lantaarn verscheen voor het eerst sinds lange tijd weer een deeltje in de reeks Cahiers van De Lantaarn, nr. 65:

Sanne Bruinier, Vreemder dan ooit de zwarte populieren. Dagboek uit Warschau, 1903. 
Bezorgd en van een voorwoord voorzien door Jan Paul Hinrichs. 



Sanne Bruinier (Den Haag 1875 - Den Haag 1951) was een Nederlands kunstenares, schrijfster en vertaalster. Ze kreeg haar opleiding in Parijs en verkeerde in kringen van welbekende kunstenaars als Paula Modersohn-Becker, Odilon Redon, Sara de Swart en Kees van Dongen. Ze was afkerig van het huwelijk en weigerde een aanzoek van symbolistisch kunstenaar Johan Thorn Prikker. Deze affaire bezorgde haar een crisis die haar in 1903 noopte naar Warschau uit te wijken, toen Russisch gebied. Sinds 1922 woonde Sanne Bruinier weer in Den Haag, waar ze werkte als bijleslerares en stierf in 1951.

In 2023 publiceerde Jan Paul Hinrichs in De Parelduiker een artikel over het dagboek (1898-1921) van Sanne Bruinier dat al ruim zeventig jaar in een Haagse bibliotheek lag verborgen en waarover nooit eerder was geschreven. Het bevat een schat aan gegevens over het internationale cultuurleven in het fin de siècle. Dit cahier bevat een integrale uitgave van de aantekeningen van Sanne Bruinier uit de laatste maanden van 1903: haar eerste maanden in Warschau. 

Sanne Bruinier blijft in haar notities kritisch, scherp en cynisch. Verantwoordelijkheid nemen voor haar eigen leven lijkt haar eerste opgave. Het dagboek is het werk van een literair begaafde kunstenares die met luttele woorden situaties beeldend schildert. Ze beleeft een groot genoegen in waarnemingen, vooral in de natuur die als een voortdurend punt van meditatie fungeert. Het dagboek geeft een uniek inkijkje in het radicale, broeierige Poolse avontuur van een strijdlustig kunstenares die via haar tekenwerk het verleden probeert te vergeten en uiteindelijk een weg vindt in een haar totaal vreemde omgeving. 

Fragmenten uit dit boekje verschenen eerder in een artikel van Jan Paul Hinrichs in het eerste nummer van Elders literair (2023).

Omvang: 48 p. | Formaat: 14,5 x 22,5 cm | Uitvoering: ingenaaid 
Oplage: 75 genummerde exemplaren 
Prijs: € 12,00 | Verzendkosten (binnen Nederland): € 3,70

Bestellen: via antwoord op deze mail [stichtingdelantaarn@hinrichs.nl] óf via Boekwinkel De Lantaarn op Boekwinkeltjes.nl.




woensdag 31 juli 2024

Willem Melching: De zelfdenker (Recensie)

J.M.A. BIESHEUVEL 'BELAZERT' KAREL VAN HET REVE

Karel van het Reve (1922-1999) is onderwerp van de onlangs bij Prometheus verschenen biografie De zelfdenker door historicus Willem Melching: een vooruitgang na de vroege poging van Ger Verrips (2004), alleen al omdat veel meer archiefmateriaal is gebruikt. Wel lijken geen Russischtalige documenten geraadpleegd. De toon is ook ongewoon familiair: Van het Reve wordt consequent, tot in de noten, als knuffeldier ‘Karel’ genoemd. Hij figureert hier vooral als publiek intellectueel en het trotse, boven de minste kritiek verheven bezit van hoofdstedelijke columnisten die hun openingsformule ‘Karel van het Reve heeft eens gezegd…’ tot vervelens toe aanleverden als bewijs van goede smaak. Wat waren evenwel de bronnen van Van het Reve zelf? Schopenhauer wordt genoemd, maar stilistische en literair-historische aspecten komen verder weinig aan bod. De kwalificatie ‘zelfdenker’ is ook niet onomstreden. Het bevreemdt dat Melching zelfs in de literatuuropgave het boek van kinderpsychiater Flip Treffers negeert, waarin deze collega Van het Reve van plagiaat beschuldigt (zie 2015/2). Tegelijkertijd doet Melching Van het Reve tekort: zo lezen we weinig over zijn vertaalwerk, inclusief de in kranten uitgevochten vetes met Charles B. Timmer. De Leidse kant van zijn activiteiten – een kwart eeuw hoogleraarschap – blijft tamelijk onderbelicht. Er staat weinig over zijn wetenschappelijke activiteiten, de inhoud van zijn colleges, het coachen van vertalers of over zijn rol als vakgroepsvoorzitter. Hoe dan ook, deze deelbiografie bevat ook heel wat onbekends: uit Van het Reves BVD-dossier, over sollicitaties in Engeland en zijn verblijven in de Verenigde Staten. De jonge Van het Reve leek ook ambitieuzer dan gedacht. Een volgende biografie zal wel over Van het Reve als schrijver en slavist gaan. Van Oorschot komt ondertussen met Karel van het Reve voor beginners en gevorderden, een herdruk van bekend werk. Actueler was een deel correspondentie of ongebundeld werk geweest. Er zijn talloze stukken die niet in het zevendelige Verzameld werk staan. Daarom is het goed dat Jan Keijser met zijn Avalon Pers Twee brieven van J.M.A. Biesheuvel aan Karel van het Reve heeft gedrukt. Ze stammen uit 1972 en tonen een enigszins verwarde Biesheuvel die in de ene brief claimt ten onrechte vijf euro van Van het Reve te hebben geleend (‘Ik heb zonder schuldgevoel mijn beste vriend belazerd!’), en in de andere zegt f 500,- voor de Alexander Herzen-stichting bij te sluiten: ‘Is te dom om zelf dat girotje in te vullen.’ Wat is waar? Verder verschenen bij dezelfde pers Zeven gedichten van Philip Larkin en Requiem voor een boerderij, een minibloemlezing Letse poëzie met het omslag toepasselijk in het stemmige donkerrood van de Letse vlag.

J.M.A. Biesheuvel, Twee brieven aan Karel van het Reve. 2023. 3 pp. 140 ex. € 10 | Philip Larkin, Seven poems. Zeven gedichten. Vert. Peter Verstegen. 2022. 23 pp. 60 ex. € 25 | Requiem voor een boerderij. Zes Letse gedichten. Vert. Jan Paul Hinrichs. 9 pp. 60 ex. € 15 (uitgaven van de Avalon Pers, Woubrugge avalonpers@hetnet.nl)

| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 28 (2023), nr. 3, pp. 73-74.

vrijdag 26 juli 2024

Schoon & haaks [afl. 50]

SCHOON & HAAKS [AFL. 50]

 In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de vijftigste aflevering (2024, nr. 3) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        Matthias Wegehaupt, Het eiland. Vert. Frans Janssen. Privéuitgave, 2024

·        Nop Maas, ‘Vastgenageld aan de rand van het niets’. Herinneringen en opinies van Hanny Michaelis. Haarlem: Korenmaat, 2024

·        Gert de Jager, Over Gerard Reve en stijl. Amsterdam: Gaia Chapbooks, 2024

·        Piet Gerbrandy, Pelgrimsliederen. Het dichterschap van Gerard Reve. Leiden: Fragment, 2023

·        Arjan Peters, Wie dit ziet heeft de nacht overleefd. Over de poëzie van Hanny Michaelis. Leiden: Fragment, 2024.

·        Nop Maas, ‘Wie moet ik anders herhalen?’ Citaten en allusies in de geschriften van Gerard Reve. Een eerste inventarisatie. Leiden: Fragment, 2024

·        Hans Oldewarris, Uitgeverij Andries Blitz 1929-1954. Haarlem: Eigenbouwer, 2024

·        Cyrille Offermans, Thomas Bernhard. Een beschadigd leven. Leiden: Fragment, 2024

·        Igor Cornelissen, Bijvangst. Utrecht: Kelderuitgeverij, 2024

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 3, pp. 68-74.

 

zaterdag 15 juni 2024

Mysterie van voorbij (boek gepresenteerd)

MYSTERIE VAN VOORBIJ (BOEK GEPRESENTEERD)

Vandaag vond in het See Lab, Duinstraat 55, in Den Haag (Scheveningen) de presentatie plaats van Mysterie van voorbij. J. van Oudshoorn, werk en leven. Dit gebeurde bij de opening van de expositie van Emo Verkerk: Jan Koos Feijlbriefs Levensspiegel. Verbeeldingen van de ambtenaar-schrijver Jan Koos Feijlbrief - J. van Oudshoorn (15 juni - 7 juli 2024)

Zie verder: Jan Paul Hinrichs, Mysterie van voorbij. J. van Oudshoorn, werk en leven. Met schilderijen van Emo Verkerk. 's-Gravenhage: Statenhofpers, 2024. 115 pp.


Jan Paul Hinrichs, Mysterie van voorbij. J. van Oudshoorn werk en leven.
Met schilderijen van Emo Verkerk.
('s-Gravenhage: Statenhofpers, 2024)



Hieronder volgt een fragment uit de verantwoording van het boek (pp. 109-111).

VERANTWOORDING

 [...]

Dit boek kent aldus een lange voorgeschiedenis, maar is vooral het vervolg op vier edities van onuitgegeven brieven en dagboeken van Van Oudshoorn die ik voor de Statenhofpers verzorgde: Een ietwat vreemd product. Vijf brieven rondom het verhaal ‘Doodenakker’ (2015), Dagboek 1943-1947 (2016), Dagboek 1934-1943 (2017) en Kaarten uit Berlijn (2018). Ook heb ik gebruik gemaakt van enkele artikelen over Van Oudshoorn die ik de afgelopen jaren publiceerde: ‘F.B. Hotz, J. van Oudshoorn en een landhuis in Oegstgeest’, in: F.B. Hotz, Over J. van Oudshoorn. Vijf brieven aan Wam de Moor, ed. Jan Paul Hinrichs (Statenhofpers, 2016), pp. 7-19; ‘De Berlijnse stamtafel van J. van Oudshoorn’, De Parelduiker 21 (2016), nr. 1, pp. 32-34; ‘Een sollicitatie van J. van Oudshoorn’, De Parelduiker 22 (2017), nr. 5, pp. 72-73; ‘J. van Oudshoorn en een hongerkunstenaar’, De Parelduiker 23 (2018), nr. 2, pp. 44-45; ‘J. van Oudshoorn en het raadsel van de etser Bastardier’, De Parelduiker 26 (2021), nr. 1, pp. 38-40.

J.P.H.

Den Haag, 23 januari 2023


woensdag 15 mei 2024

Schoon & haaks [afl. 49]

 SCHOON & HAAKS [AFL. 49]

In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de negenenveertigste aflevering (2024, nr. 2) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        Nora Ikstena, Moedermelk. Vert. Brenda Lelie. Amsterdam: Koppernik, 2023.

·        Victor E. van Vriesland, Herinneringen aan mijn kindertijd. Nijmegen: Flanor, 2023.

·        Jan Kuijper, Antimetrieën. Verspreide opstellen. Nijmegen: Flanor, 2024.

·        Charles Shannon, Old Chap, Dear Ridgeley, Old Chump, Dear Old Ruffian, My Dear Ricketts. Ten Letters to Charles Ricketts. The Hague: At the Paulton, 2023.

·        F.B. Hotz, Mijn ideale lezer. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2023.

·        Jakobus Cornelis Bloem, Ganz einfach glücklich, in der Dapperstraat. Vert. Gerd Busse en Christian Golusda. Jena: Akademische Verlagsbuchhandlung Friedrich Mauke, 2024.

·        Jacob Israël de Haan, Pathologien, Der Untergang des Johan van Vere de With. Vert. Olaf Knechten. Berlin: Verlag Männerschwarm / Salzgeber Buchverlage, 2024.


| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 2, pp. 71-76.

zaterdag 23 maart 2024

Max Kijzer en Kees Verheul (Recensies)

MAX KIJZER EN KEES VERHEUL

Literatuurmuseumdirecteur Aad Meinderts (1957) publiceert in ‘Uit geil en bloed bestaat dit rotte leven!’ een solide, fraai geïllustreerde biografische schets van Max Kijzer (1893-1944), een Joodse romanschrijver, dichter, criticus en organisator van literaire salons van wie vrijwel niemand zal hebben gehoord. Kijzer, zoon van een Amsterdamse sigarenfabrikant, had hopeloos veel ambities waarmee hij zijn omgeving danig zal hebben vermoeid. Door tegenslagen liet hij zich niet afschrikken. Hij publiceerde verzen in Stols’ tijdschrift Helikon en werd vaste medewerker van Willem Kloos’ De Nieuwe Gids. Als motto kreeg het boekje het intrigerende gedicht ‘Zelfportret’ uit 1935: ‘De zomersproeten moet ge mij vergeven, / de spikkelappel is niet altoos rot, / de dubbeldikke neus was ook het lot / van Socrates en die was zeer verheven.’ Kijzers romans vol erotiek werden in de pers afgekraakt. Naar aanleiding van een brief aan Kloos gewaagt Meinderts van ‘bijna pathologische nederigheid, waarachter een persoonlijkheid schuilgaat die overtuigd is van eigen genialiteit’. Na een relatiedrama vluchtte Kijzer in 1939 uit Amsterdam naar Rotterdam. Curieus is dat hij nog in 1942 in eigen beheer de gestencilde beschouwing H. Marsman (1899-1940) publiceerde. Een voorgevoel van eigen ondergang? Max Kijzer, weggevoerd uit Westerbork, overleed ‘ergens’ in Midden-Europa in 1944, eenenvijftig jaar oud. Een bescheiden plekje in de literatuurgeschiedenis heeft hij nu alsnog gekregen.

            De Flanor-reeks verrast met de kleine essaybundel Herleefd vermogen van Kees Verheul (1940). Hiermee laat deze eminente slavist, die ook in Rusland naam heeft, voor het eerst sinds lange tijd van zich horen. Volgens het voorwoord had Verheul, die in 2007 ernstig ziek werd en na herstel mantelzorger werd voor zijn levenspartner die in 2018 overleed, lange tijd ‘belangrijkere dingen aan mijn hoofd […] dan schrijver te zijn. En als mijn handen soms jeukten om een zich aandienend idee vorm te geven, dan ontbraken mij meestal zowel de gelegenheid als de moed.’ De vier essays zijn autobiografisch getoonzet, maar verraden de interesses van de slavist Verheul: Sint-Petersburg / Leningrad, Anna Achmatova, Osip Mandelstam en Iosif Brodski. In het essay ‘’s Nachts dromend, op de tast’ analyseert Verheul zijn droomleven, vooral zijn stadsdromen. Behartigenswaardig is zijn uitgangspunt dat de stadsplattegronden van Sint-Petersburg, Moskou en andere grote steden overeenkomsten vertonen met een lengtedoorsnede van een menselijk lichaam: ‘Sinds de verruiming van mijn kijk op plattegronden ben ik geneigd me dierbare steden voor te stellen als de binnenwereld van mensen.’ En kennelijk moeten we daarbij niet alleen aan borstkassen en luchtpijpen denken maar ook aan onze droomwereld.


Aad Meinderts, ‘Uit geil en bloed bestaat dit rotte leven!’ Max Kijzer (1893-1944). 2021. 93 p. € 19,50 | Kees Verheul, Herleefd vermogen. 2021. 54 p. € 19,50 (uitgaven van Flanor, Nijmegen, uitgeverijflanor@gmail.com)

|Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 27 (2022), nr. 2, pp. 70-72.