maandag 16 oktober 2023

Vermoorde dichters almanak (Recensie)

OEKRAÏENSE POËZIE VERTAALD

Achteraf lijken de arrestatie van oppositieleider Aleksej Navalny in begin 2021 en het vernietigen van de laatste vrije media in Rusland te passen in een lange planmatige voorbereiding van het Kremlin op een oorlog. Deze kon alleen worden gevoerd als de staatspropaganda ongestoord kon liegen. Poetin verkocht de inval in Oekraïne die hij op 24 februari 2022 ontketende aanvankelijk als antwoord op een vermeende navo-dreiging. Even fictieve verhalen over biologische wapenlaboratoria, genocide van de Russische Donbass-bevolking en een naziregime in Kyiv kwamen daar bovenop. De ware reden lag in Poetins paranoïde obsessie met Oekraïne: het bestaan van een zelfstandige Oekraïense natie erkent hij niet. Het doel van de Russische operatie was simpel: vernietiging van alles wat Oekraïens is en het hele land inpikken. Bibliotheken, scholen, monumenten, kerken en musea waren nadrukkelijk doelwit. Dat staat in een lange traditie. Onder Stalin speelde in de jaren 1932-1933 de holodomor, de genocide door uithongering van de Oekraïense bevolking. Enkele jaren later werd een groot deel van de Oekraïense intellectuelen doodgeschoten, onder wie veel schrijvers. In het Westen vormde deze literatuur vrijwel alleen een onderwerp voor Oekraïense emigranten aan universiteiten in de Verenigde Staten en Canada. In Nederland was Oekraïens op geen enkele universiteit een vak. Vertalers waren er lange tijd dan ook niet. Eigenlijk leek Oekraïne niet helemaal serieus vergeleken bij ‘grote broer’ Rusland: een fatale narratief die Poetin ook gebruikt.

            Arie van der Ent (1956), woonachtig in Oekraïne, heeft zijn langdurige carrière als vertaler van Russische literatuur op een laag pitje gezet en stort zich nu op de tot voor kort ook voor hem onbekende Oekraïense literatuur. De Vermoorde dichters almanak bevat vertalingen uit het werk van ruim twintig Oekraïense dichters uit de periode 1919-1944. Slachtoffers van de Witten tijdens de Russische burgeroorlog en van de Nazi’s ontbreken niet, maar de meeste dichters stierven in 1937, het hoogtepunt van Stalins terreur die een levendig Oekraïens literair leven smoorde. De bekendste dichter is Mychajl Semenko (1892-1937): ‘Op 26.04.1936 gearresteerd (“actieve contrarevolutionaire activiteit”). Hij was gebroken en bekende alles. Een dag voor executie ter dood veroordeeld, met beslaglegging op al zijn eigendommen. Pas vanaf 1985 wordt hij heruitgegeven. Icoon van de Doodgeschoten Renaissance.’ De Oekraïense hoofdstad is onderwerp van het mooie liefdesgedicht ‘Kyiv op een lenteavond’ (1928) van Mykola Zerov (1890-1937) dat na de recente Russische bombardementen nog altijd actueel klinkt: ‘Al was je in de greep van veel vandalen/ en heersten architecten zonder smaak,/ loopt overal het spoor van brand en braak –/ je ligt er vrolijk bij en zelfs te stralen.’

            De bloemlezing maakt duidelijk welke enorme impact Stalins terreur op de Oekraïense literatuur had. Het boek is, als zoveel bloemlezingen, te weinig omvangrijk om individuele dichters dusdanig te introduceren dat de lezer werkelijk een beeld van ze krijgt. Daarom is het goed dat Van der Ent in Cypressen branden, deel 2 in de Oekraïense Bibliotheek van uitgeverij Woord in Blik van Joop Steenkamer, een ruime keuze publiceert uit de poëzie van Lina Kostenko (1930), de nationale dichteres van Oekraïne. Zij biedt allereerst een loyale stem met moreel gewicht: tijdens de Sovjettijd werd haar werk lange tijd niet uitgegeven vanwege een weinig partijvriendelijke houding. Kostenko’s gedichten doen aanvankelijk wat ouderwets aan: bespiegelingen rond begrippen als ziel, tijd, leven en vrijheid. Ze moedigt de lezer nadrukkelijk aan om dingen te accepteren en optimistisch te blijven, woorden die momenteel nodig zullen zijn: ‘Je kunt de dingen maar het best verwerken,/ want elke finish is een nieuwe start./ Het leven moet. Je moet gewoon maar leven./ Gebruik je ervaring en zet door, volhard./ Je moet jezelf geen loze voorpret geven,/ bespaar je die, en achteraf je smart.’ In vertaling komt Kostenko beter uit de verf als ze iets minder duidelijk en dubbelzinniger opereert. Dat levert ook mooie liefdesgedichten op. Een fraai gedicht heeft Kostenko over Tsjernobyl waar de natuur de woonomgeving overwoekert: ‘Maar kleine boompjes groeien voor de deuren./ Men woonde boven Pripjat – nu niet meer./ Waar gifzwammen het bos nog roder kleuren,/ daar waart de Dood – die ene plukmeneer.’ De titel Cipressen branden verwijst naar een schilderij van Van Gogh: een obligaat thema onder dichters uit de voormalige Sovjet-Unie. Samen met de Vermoorde dichters almanak levert Kostenko’s bundel een tweeluik op dat een actueel en overtuigend antwoord op Poetins agressie vormt: Oekraïense poëzie bestaat! Juist de aangenaam praktische houding van Kostenko zal men zelden bij een Russisch dichter aantreffen.

 

Arie van der Ent (vert.), Vermoorde dichters almanak. Onvrijwillig gestorven 1919-1944. 2022. 143 p. € 21,99 | Lina Kostenko, Cipressen branden. Zestig gedichten (vert. Arie van der Ent). 2022. 79 p. € 15,99 (uitgaven van Woord in Blik, Rotterdam info@woordinblik.nl

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 27 (2022), nr. 4, pp. 70-72.

vrijdag 13 oktober 2023

Schoon & haaks [afl. 46]

 SCHOON & HAAKS [AFL. 46]

In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de zesenveertigste aflevering (2023, nr. 4) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        Ronald Spoor & Herman Verhaar (red.), De onzekeren. E. du Perrons ‘onvoltooide’ in 95 ontwerpen. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2023.

·        Boudewijn van Houten, Hitler en ik. Nijmegen: Flanor, 2023.

·        Louis Ferron, De laatste stelling. Verspreide teksten. Nijmegen: Flanor, 2023.

·        Joost Veerkamp, Tekenleed. Haarlem: De Korenmaat, 2023.

·        Rondom Sonja Prins. Amsterdam: GO, 2023.

 

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 28 (2023), nr. 4, pp. 71-76.

dinsdag 25 juli 2023

Schoon & haaks [afl. 45]

 SCHOON & HAAKS [AFL. 45]

 In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de vijfenveertigste aflevering (2023, nr. 3) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        [Jan Engelman], Een Dom en de stad rondom. Acht wandelingen door historisch Utrecht. Utrecht: Salon Saffier, 2023.

·        Clare Lennart, Dwalen door een paradijs. Een keuze uit niet eerder gebundelde columns ‘Van Tijd tot Tijd’ in het Utrechts Nieuwsblad. Utrecht: Salon Saffier, 2022.

·        J.M.A. Biesheuvel, Twee brieven aan Karel van het Reve. Woubrugge: Avalon Pers, 2023.

·        Philip Larkin, Seven poems. Zeven gedichten. Vert. Peter Verstegen. Woubrugge: Avalon Pers, 2022.

·        Requiem voor een boerderij. Zes Letse gedichten. Vert. Jan Paul Hinrichs. Woubrugge: Avalon Pers, 2023.

·        Jeff Schmitz, Luxemburg und die Niederlande. Geschichte(n) luxemburgisch-niederländischer Begegnungen im Spiegel einer literatur- und kulturhistorischen Spurensuche. Mersch: Centre national de littérature, 2022.

·        Jorge Luis Borges, Everness. Sonnetten. Vert. Paul Claes. Amsterdam: HetMoet, 2022.

·        Oscar Wilde & Lord Alfred Douglas, Two loves. Twee liefdes. Gedichten en brieven. Vert. Maarten Asscher & Gerlof Janzen. Amsterdam: HetMoet, 2023.

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 28 (2023), nr. 3, pp. 71-76.

 

zondag 23 juli 2023

Aad van Maanen: Een wandeling langs Leidse boekhandels (Recensie)

WANDELING LANGS LEIDSE BOEKHANDELS

Het lijkt een gewoonte uit voorbije tijden: boekhandelaren die hun etiket in een band plakken. Het was een vorm van reclame en bij fanatieke handelaren misschien ook van heimelijke bezitsdrang: een afgestaan boek bleef zo toch nog een beetje van de verkoper. Boekhandelsetiketten zijn ook bronnen van kennis: van adressen en, via de verschijningsjaren van de boeken waarin ze zijn geplakt, de tijd waarin boekhandels bestonden. Aad van Maanen, sinds 1981 eigenaar van antiquariaat Klikspaan aan de Hooglandse Kerkgracht in Leiden, is al vroeg begonnen etiketten te verzamelen, dat wil zeggen ze boven de fluitketel uit de boeken te stomen. Zijn unieke verzameling omvat momenteel ruim 22.000 etiketten van boekwinkels uit de hele wereld (zie www.boekhandelsetiketjes.blogspot.com). Leiden en omgeving vormen de basis: ‘In de jaren negentig heb ik samen met mijn vrouw álle adressen van boekhandels (ook voormalige) in Zuid-Holland bezocht om  mijn verzameling met recente exemplaren uit te breiden. Het was fascinerend om te zien op welke plekken in een ver verleden boekhandels gevestigd waren. […] Ook op fietsvakanties werd bij iedere boekhandel afgestapt.’ Aldus Van Maanen in Een wandeling langs Leidse boekhandels, een uitgave van antiquariaat Klikspaan, al jaren bekend door bibliofiele nieuwjaarsuitgaven. Per boekhandel zijn in alfabetische volgorde etiketten afgedrukt, tezamen met wat informatie over geschiedenis en eigenaars.

Uitgangspunt is Van Maanens verzameling: alleen boekhandels zijn opgenomen waarvan een etiket aanwezig is. Grote boekhandels als De Slegte, Mayflower en Van Stockum (inmiddels gesloten in Leiden) ontbreken zo even goed als een kleintje uit het verre verleden als de linkse boekhandel Oktober van levende stadslegende Ben Walenkamp (zie 2019/1). Daar staat veel tegenover. Het boek brengt herinneringen naar boven naar winkels uit het verleden waarvan de lezer de naam of het bestaan al weer was vergeten. Zo herrijzen de linkse boekhandels Manifest, Ruward en Van Caspel. Ik weet niet meer over wie van de drie ooit iets werd gefluisterd over sympathieën met de Baader-Meinhof-groep. Ook Atleest, nog bestaand en gespecialiseerd in oude culturen, blijkt vroeger een links bolwerk te zijn geweest. Van Maanen registreert het voormalige antiquariaat van Brill aan de Nieuwe Rijn, te deftig en geleerd om zo maar op een doordeweekse dag binnen te stappen maar een fenomeen door de maandelijkse grabbelmarkt op zaterdagochtend (zie 2021/2), waarop de meest morsige en fanatieke boekengekken afkwamen en onder klanken van Mozart en Bach handgemeen inderdaad op de loer lag. En wat leuk Lodewijk van Paddenburgh tegen te komen, nog altijd residerend in zijn romantische fotoboekenantiquariaat in de Diefsteeg, waar de passant met de blik op een rommelig keukentje voor de etalage draalt, niet wetend een boekhandel, ex-boekhandel of huiskamer binnen te lopen. Van Maanen, in zijn nuchtere stijl, hangt aan hem een geruststellende bekentenis op: ‘Van Paddenburgh gaat, naar eigen zeggen, tot zijn dood door met de handel. Daarmee voel ik sterke verwantschap.’ Bijzondere aandacht heeft Van Maanen voor de interessantste Leidse boekhandel ooit, Ginsberg, waar hij zelf in de jaren zeventig werkte. De zaak was opgericht door Holocaust-slachtoffer Jacob Ginsberg (1886-1943) en voortgezet door diens zoon Jaap (1925-1993). Het is niet vermeld in dit boek, maar een stolperstein voor Ginsberg is in de maak voor de stoep voor zijn voormalige boekhandel op het Kort Rapenburg.

Van kaft tot kaft is dit een verrukkelijk boek vol verzamelplezier en informatie, ook voor boekenliefhebbers die over Leidse boekhandels niets weten. Het verbergt ook een aardigheid: Van Maanen plakte onder het colofon in elke uitgave twee originele etiketten uit zijn verzameling die dus 200 stuks armer is geworden. Zo kreeg ik er een van Van Velzen, de fameuze boekbinder op het Rapenburg: ook voor Leidse binders en leesbibliotheken maakt Van Maanen ruimte. Zo zal elk exemplaar weer anders zijn en ook verschillen van de eerste druk van dit boek die in een oplage van 50 exemplaren eerder dit jaar bij De Carbolineum Pers verscheen.

Aad van Maanen, Een wandeling langs Leidse boekhandels. Leiden: Antiquariaat Klikspaan, 2022. 2de druk. 216 pp. 100 ex. € 35 (maanen@antiqklikspaan.demon.nl)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 27 (2022), nr. 3, pp. 71-72.

Jack van der Weide (red.): Dossier Tristan (Recensie)

TRISTAN OP DE KRAKERSRADIO

Het is bekend bij oude rockers en popmusici: decennia later nog eens de bühne op met de band. Dit voorjaar zagen we het in Den Haag met Supersister. Een boek over een oud literair tijdschrift komt ook voor, maar zelden gemaakt door de redactie van weleer. Het gevaar bestaat dat dan met terugwerkende kracht een mythe wordt gecreëerd waarvan indertijd niemand op de hoogte was, misschien ook de redactieleden niet. In ieder geval had ik nooit van een tijdschrift Tristan gehoord waarvan in de jaren 1987-1988 vier nummers verschenen in Nijmegen. Vijfendertig jaar later verschijnt Dossier Tristan, een collage oude en nieuwe teksten over, uit en rondom het tijdschrift, aldus een aanbevelingstekst, die ‘korte maar hevige opflakkering van literair talent gekoppeld aan jeugdige overmoed. De drie redacteuren van Tristan – Chrétien Breukers, Rob van Erkelens en Jack van der Weide – staken de koppen weer bij elkaar, stoften oude mappen af, riepen voormalige strijdmakkers te hulp en maakten een boek dat bij velen de rillingen over de rug en de tranen over de wangen zal doen lopen.’ Zover gaat het bij mij niet, maar dit is een intrigerend en origineel boek. Net als het tijdschrift van weleer is het een eigen beheer uitgave, alleen veel dikker dan alle nummers samen. Het begint met een foto van de redacteuren, met ijdele verliteratuurde kapsels, die lijken op novicen uit de Stefan George-clan. Het eerste nummer doet aan plaatsbepaling: ‘Zijn wij post-modern? Misschien. Zijn wij post-punk? Opnieuw: misschien. Zijn wij neo-decadenten, neo-romantici of nouveau-realisten? Het valt nauwelijks te noemen, dat is ook niet nodig.’

Het hilarische hoogtepunt van het boek is de geheel uitgeschreven tekst, inclusief versprekingen, aarzelingen en interrupties, van een radio-interview met de redactie uit 1987. De uitzending was op Radio Rataplan, een zender in krakersbolwerk De Pontanus in Nijmegen. Zulke radio is natuurlijk spoorloos verdwenen, maar jaargenoot Nederlands en antiquaar van nu Fokas Holthuis nam de uitzending op de cassetterecorder op én bewaarde het bandje. De ster is interviewer Berend Immink, nog altijd eigenaar van het Nijmeegse antiquariaat Verzameld Werk, die door zijn begripsvolle en aandachtige houding (wel vaak met ‘Mm’) wat mij betreft een voor ‘discourse analysis’ rijpe klassieker heeft gegenereerd over een jonge, ambitieuze en onzekere studentenredactie. Hij vraagt naar de Wagneriaanse tijdschrifttitel: ‘Maar het is in ieder geval ook… barstensvol pathos hè?’ CB: ‘Ja, precies.’  BI: ‘Wagner.’ RE: ‘Dus ja, je kan niet ontkennen dat wij enige pathetiek mee…’ JW: ‘Wij schuwen de pathos niet.’ CB: ‘Wij zijn nog jong…’ RE: ‘Ja, we kunnen altijd oud worden en dan wordt het vanzelf minder, niet waar, dan wordt het allengs soberder…’ BI: ‘De ziekte die mildheid heet – of niet? [allen lachen en praten]. Even een muziekje draaien?’ Vervolgens schalt een fragment uit Wagners opera Tristan und Isolde over de krakersradio.

Jack van der Weide (red.), Dossier Tristan. Nijmegen 2022. 344 pp € 29,95 (jackvanderweide@gmail.com)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 27 (2022), nr. 3, pp. 72-74.

zondag 28 mei 2023

Georgi Gospodinov en Johannes Vermeer

GEORGI GOSPODINOV EN JOHANNES VERMEER

De Bulgaarse auteur Georgi Gospodinov (1968), die onlangs de International Booker Prize (2023) won voor zijn roman Schuilplaats voor andere tijden, is niet minder dichter dan prozaïst. In Den Haag is hij eens geweest. Wellicht gaf een bezoek aan het Mauritshuis de inspiratie voor zijn gedicht over het schilderij 'Het meisje met de parel' van Johannes Vermeer:


VERMEER


Het meisje met de pullover en jeans

zit op een stap van het Meisje

met de parel

hun gezichten

zijn hetzelfde

 

omdat de tijd

alleen een kledingstuk is

een oorring

 

De suppoost in de zaal

lijkt op Vermeer


| Vertaling niet eerder gepubliceerd. Vert. uit het Bulgaars: Jan Paul Hinrichs


vrijdag 19 mei 2023

Schoon & haaks [afl. 44]

SCHOON & HAAKS [AFL. 44]

 In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de vierenveertigste aflevering (2023, nr. 2) staan recensies van de volgende boeken:


·        Maurice Gilliams, Ontwarringen. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2022.

·        Arnon Grunberg, Dwars door Oekraïne. Haarlem: Korenmaat, 2023.

·        F. Springer, Honeckers hazenjacht. Een codebericht. Woubrugge: Avalon Pers, 2022.

·        Koen Rymenants, Westerlinck en Elsschot. Kroniek van een verwantschap. Antwerpen: Willem Elsschot Genootschap, 2022.

 

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 28 (2023), nr. 2, pp. 69-74.

zaterdag 13 mei 2023

Het Poolse dagboek van Sanne Bruinier (artikel verschenen)

HET POOLSE DAGBOEK VAN SANNE BRUINIER (ARTIKEL VERSCHENEN)

Zojuist verscheen, als vervolg op een eerder artikel in De Parelduiker (zie het bericht van 4 maart 2023), in het nieuwe blad Elders literair een stuk over het Poolse dagboek van Sanne Bruinier.

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘“Vreemder dan ooit de zwarte populieren". Het Poolse dagboek van Sanne Bruinier (1875-1951)’, Elders literair 1 (2023), nr. 1, pp. 22-27.

vrijdag 12 mei 2023

Het graf van J. van Oudshoorn in Den Haag: zeven foto's op vrijdag 12 mei 2023

HET GRAF VAN J. VAN OUDSHOORN IN DEN HAAG: ZEVEN FOTO'S OP VRIJDAG 12 MEI 2023

In vervolg op de foto's van de Haagse adressen van J. van Oudshoorn hierbij enige foto's van zijn graf op de Algemene Begraafplaats in Den Haag (A1/V36/20), alle gemaakt op vrijdag 12 mei 2023. Het opschrift op de linkerpagina van het opengeslagen boek op het monument is nauwelijks nog leesbaar. Leesbaar is wel dat onder de naam J.K. Feijlbrief het pseudoniem in de steen is gegrafeerd. Een foto van de steen uit 1982 die Wam de Moor in deel 2 van zijn Van Oudshoorn-bibliografie publiceert (links van p. 683), laat zien dat ruim veertig jaar geleden het opschrift al moeilijk leesbaar was. Vermoedelijk stond er toen (en staat er nu nog altijd): 'J.K. Feijlbrief / pseudoniem / J. van Oudshoorn / Nederlands letterkundige / Ridder in de Orde / van Oranje-Nassau / [onleesbaar = geboortedatum? sterfdatum?]'. Op de rechterpagina moet dan staan: 'M.E.G. Feijlbrief / Teichner / [onleesbaar = geboortedatum? sterfdatum?]'.

V0lgens Van Oudshoorn-biograaf Wam de Moor (II, p. 729) luidde de tekst op de linkerpagina oorspronkelijk: 'J.K. Feijlbrief / pseudoniem / J. van Oudshoorn / Ridder in de Orde / van Oranje Nassau'. Geboorte- en sterfdatum stonden oorspronkelijk op de rechterpagina. De naam van echtgenote Marie Feijlbrief-Teichner, die in 1969 in het graf is bijgezet, is  later in de rechterpagina gegrafeerd. Toen is blijkbaar ook de tekst op de linkerpagina aangepast. 

Het graf van J. van Oudshoorn, Algemene Begraafplaats,
Den Haag, 12 mei 2023
Foto © Jan Paul Hinrichs

Het graf van J. van Oudshoorn, Algemene Begraafplaats,
Den Haag, 12 mei 2023
Foto © Jan Paul Hinrichs



Het graf van J. van Oudshoorn, Algemene Begraafplaats,
Den Haag, 12 mei 2023. 
Opengeslagen boek en katheder naar een ontwerp van
beeldhouwster M.A. Wolthers-de Blaauw.
Foto © Jan Paul Hinrichs

Het graf van J. van Oudshoorn, Algemene Begraafplaats,
Den Haag, 12 mei 2023
Foto © Jan Paul Hinrichs

Het graf van J. van Oudshoorn, Algemene Begraafplaats,
Den Haag, 12 mei 2023.
Ovaal met kronkelige draden en de woorden 'doolhof
der zinnen' naar een ontwerp van beeldhouwster
M.A. Wolthers-de Blaauw.
Foto © Jan Paul Hinrichs


Het graf van J. van Oudshoorn, Algemene Begraafplaats,
Den Haag, 12 mei 2023
Foto © Jan Paul Hinrichs


Het graf van J. van Oudshoorn, Algemene Begraafplaats,
Den Haag, 12 mei 2023
Foto © Jan Paul Hinrichs

vrijdag 14 april 2023

Requiem voor een boerderij: Zes Letse gedichten (vertaling verschenen)

REQUIEM VOOR EEN BOERDERIJ: ZES LETSE GEDICHTEN

Zojuist verscheen bij de Avalon Pers Requiem voor een boederij, een vertaling van zes Letse gedichten.

| Zie verder: Requiem voor een boederij. Zes Letse gedichten. Vertaald [uit het Lets en van een aantekening voorzien] door Jan Paul Hinrichs. Woubrugge: Avalon Pers, 2023. Oplage: 60 exemplaren.


zaterdag 4 maart 2023

Het dagboek van Sanne Bruinier (artikel verschenen)

HET DAGBOEK VAN SANNE BRUINIER (ARTIKEL VERSCHENEN)

In De Parelduiker verscheen een artikel over het dagboek van kunstenares Sanne Bruinier (1875-1951) waarover voor zover bekend niet eerder iets werd bericht. Bij dit artikel zijn drie portretten van Sanne Bruinier door Bertha van Hasselt (1878-1932) afgedrukt: twee litho's en een schilderij op doek. 

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘“Vreemd is alles gelopen in die jaren…” Sanne Bruinier: een onbekend dagboek uit Parijs, Florence, Warschau en Dornach’, De Parelduiker 28 (2023), nr. 1, pp. 33-42.

Zie elders op dit blog voor een recenter artikel over het Poolse dagboek van Sanne Bruinier.

Schoon & haaks [afl. 43]

SCHOON & HAAKS [AFL. 43]

In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de drieënveertigste aflevering (2023, nr. 1) staan recensies van de volgende boeken:

 

·        Max de Jong, Verzamelde gedichten. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2022.

·        Bob Polak, Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong. Leiden: Fragment, 2022.

·        L.H. Wiener, Over tijd en ruimte heen. Max de Jong revisited. 2022. Leiden: Fragment, 2022.

·        L.H. Wiener, Open brief aan P.F. Thomèse [Wel en wee door de jaren heen]. 2022. Leiden: Fragment, 2022.

·        Amœne van Haersolte, Het ganzenbord. Utrecht: Salon Saffier, 2022.

·        Aleksandr Poesjkin, Jevgeni Onegin. Roman in verzen. Vert. Arie van der Ent. Antwerpen: Benerus, 2022.      

| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 28 (2023), nr. 1, pp. 70-75.

maandag 27 februari 2023

De Haagse adressen van J. van Oudshoorn: 21 foto's op maandag 27 februari 2023

DE HAAGSE ADRESSEN VAN J. VAN  OUDSHOORN: 21 FOTO'S OP MAANDAG 27 FEBRUARI 2023

Geboortehuis Herenstraat 13



Geboortehuis J. van Oudshoorn in 1876, Herenstraat 13,
Den Haag. Bovenhuis met erker.
Copyright © Jan Paul Hinrichs

Geboortehuis J. van Oudshoorn, Herenstraat 13,
Den Haag
Copyright © Jan Paul Hinrichs




Geboortehuis J. van Oudshoorn, Herenstraat 13,
Den Haag
Copyright © Jan Paul Hinrichs

Hoefkade 428



Woonadres J. van Oudshoorn, Hoefkade 428,
Den Haag, nieuwbouw op plaats van
oorspronkelijk adres.
Copyright © Jan Paul Hinrichs


Koningstraat 315



Woonadres J. van Oudshoorn (vanaf 1892), Koningstraat 315,
Den Haag, nieuwbouw op plaats van oorspronkelijk adres.
Copyright © Jan Paul Hinrichs
\
Woonadres J. van Oudshoorn (vanaf 1892), Koningstraat 315,
Den Haag, nieuwbouw op plaats van oorspronkelijk adres.
Copyright © Jan Paul Hinrichs

De Perponcherstraat 53



Woonhuis van familie Helge, Perponcherstraat 53,
benedenhuis. Hier logeerde J. van Oudshoorn als verlofganger 
uit Berlijn na 1905.
© Jan Paul Hinrichs


Van der Heimstraat 7


Woonadres van J. van Oudshoorn, Van der Heimstraat 7,
benedenhuis, Den Haag. Na terugkeer uit Berlijn in 1933
© Jan Paul Hinrichs

Bosschestraat 142

Woonadres van J. van Oudshoorn, Bosschestraat 142, 
Den Haag. In de jaren 1938-1942.
© Jan Paul Hinrichs

Woonadres van J. van Oudshoorn, Bosschestraat 142, 
Den Haag. Let op Boeddhabeeld.
© Jan Paul Hinrichs

Woonadres van J. van Oudshoorn, Bosschestraat 142, 
Den Haag. Met kerstkrans aan de deur
in de maand februari.
© Jan Paul Hinrichs


Woonadres van J. van Oudshoorn, Bosschestraat 142, 
tweede verdieping, Den Haag.
© Jan Paul Hinrichs

Van Imhoffplein 17



Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping. Jaren 1943-1951.
Tevens sterfhuis.
© Jan Paul Hinrichs




Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping
© Jan Paul Hinrichs

Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping
© Jan Paul Hinrichs




Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping. Portiektrap.
© Jan Paul Hinrichs

Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping
© Jan Paul Hinrichs



Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping
© Jan Paul Hinrichs


Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping
© Jan Paul Hinrichs

Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping. Portiektrap
naar eerste verdieping.
© Jan Paul Hinrichs



Woonhuis J. van Oudshoorn, Van Imhoffplein 17,
Den Haag, tweede verdieping.
© Jan Paul Hinrichs


zondag 19 februari 2023

Klaas Ruitenbeek e.a.: F.C. Terborgh, China en de VVAK (Recensie)

F.C. TERBORGH IN CHINEES ANTIEK

Er is onmiskenbaar iets aan de hand met F.C. Terborgh (1902-1981), pseudoniem van Reijnier Flaes. Decennia was het doodstil rond deze diplomaat-schrijver, maar ineens is een comeback traceerbaar. De Statenhofpers drukte Aan de grens, ongepubliceerde hervertalingen van Chinese gedichten (2020; deze rubriek 2020/5). Bij dezelfde pers verscheen de ongepubliceerde autobiografische tekst Jeugd (2021). De Vrienden van De Parelduiker kwamen, hors commerce, met Brief uit Buenos Aires (2021): een herinnering aan de onderbelichte Argentijnse episode uit Flaes’ carrière. Zojuist is ook een biografie door Slauerhoff-specialist Hein Aalders aangekondigd. Ondertussen komt Aziatische Kunst, het viermaandelijkse periodiek van de aan het Rijksmuseum gelieerde Koninklijke Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst, met een themanummer over de Chinese kunstvoorwerpen die Flaes aan het Rijksmuseum schonk. Samensteller en sinoloog Klaas Ruitenbeek was reeds in 1989 de man achter een eerder themanummer van dit tijdschrift, verschenen naar aanleiding van de kleine Terborgh-tentoonstelling Een grenskozak in China die het Rijksmuseum in 1989 organiseerde. In dit nummer staan bijdragen van alle medewerkers aan Aan de grens. Dat zijn, naast Ruitenbeek, sinoloog Wilt Idema, kalligrafe Zhang Yinzhi en uitgever Jaap Schipper. Ook dichter H.C. ten Berge, al meer dan een halve eeuw pleitbezorger voor Terborgh, komt aan het woord. De publicatie is een zeldzaam voorbeeld van een nogal verborgen boekje uit het bibliofiele circuit dat in korte tijd tot een themanummer van een serieus tijdschrift leidt. De uitvoerigste bijdrage is van Ruitenbeek die beschrijft hoe Flaes tijdens zijn verblijf in Peking in de jaren 1939-1942 zijn verzameling oude Chinese kunst opbouwt. Hij legt een fascinerend netwerk van contacten bloot die Flaes opbouwt onder handelaren en geleerden, veelal kleurrijke expats die in China als levensreizigers verzeild waren geraakt. Daartoe citeert Ruitenbeek veelvuldig uit Terborghs Logboek Cathay, een ongepubliceerde bewerking uit de jaren 1977-1978 van zijn dagboeken uit zijn tijd in Peking. Toegevoegd is ook een prozatekst, ‘Het theewinkeltje’, een bijlage bij het typoscript van Logboek Cathay in het Literatuurmuseum. Terborgh beschrijft het straatwinkeltje van een jongen, vol bewondering voor diens taaiheid en de onafhankelijkheid die hij, levenslang door zijn exterritoriale status aan gedragscodes en luxe gekluisterd, ook zo graag aan zijn verhaalhelden meegeeft: ‘In de winter zal hij tegen koude zijn beschermd, in het voorjaar op een hofje de warmende zon zoeken, onbekend en ongehinderd een klein geluk genieten. Het allereenvoudigste, maar wezenlijke. Waar staat geschreven dat geluk afhankelijk is van status en bezit?’

Klaas Ruitenbeek e.a., F.C. Terborgh, China en de VVAK. Themanummer van Aziatische kunst 51 (2021), nr. 4. 64 pp. Lidmaatschap € 80 per jaar (www.kvvak.nl)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 27 (2022), nr. 1, pp. 73-74.