*
Het
middernachtelijke hemellichaam
verlichtte
het firmament,en de ziel was van het dagelijks leven
reeds alles vergeten.
In de
verte geen geblaf,
wonderbaarlijk
helder is de straat,en zo wandelend zou ik eeuwig leven,
als er eeuwig nacht bestond.
Voort
langs de rails vanuit de onvrijheid,
hun
ijzeren glinstering volgend,ga ik het lege veld op,
vind tenslotte Jou.
De
blauwe nachtelijke hemel
is van
een archaïsche eenvoud;mijn dode zieke hart
geef ik Jou voor altijd terug.
Uit het
Russisch vertaald door Jan Paul Hinrichs
| Eerder
gepubliceerd in Europese nacht: gedichten van Ivan Boenin, Vladislav Chodasevitsj, Georgi Ivanov, Dovid Knut, BorisPoplavski en Anatoli Steiger, vertaald door Jan Paul Hinrichs (Leiden:
Plantage, 19963), p. 35.
Zie verder over Boris Poplavski: Jan Paul Hinrichs, Verbannen muze. Vijftien essays over schrijvers van de Russische emigratie (Leiden: De Slavische Stichting, 1990), pp. 129-137.