NAKOMELINGE
Geen portretten van voorouders
in mijn geslacht, geen familieboekje,en ik ken hun testamenten niet,
noch hun gezichten, gemoed of leven.
Maar ik voel dat in mij een oud
ongehoorzaam zwerversbloed stroomt.’s Nachts haalt het me woedend uit de slaap
en zet mij tot onze eerste zonde aan.
Misschien is een donkerogige grootmoeder,
met wijde zijden broek en tulband,in het holst van de nacht weggevlucht
met een blonde buitenlandse khan.
Misschien heeft paardegetrappel gedreund
over de vlakten aan de Donauen heeft de wind die de sporen uitwiste
de twee van de dolk gered.
Daarom, wellicht, houd ik
van onafzienbare velden,
paarden in draf onder zweepslagen,
een vrije stem die de wind verspreidt.
Misschien ben ik zondig en arglistig,
misschien zal ik het onderweg begeven –ik ben slechts je trouwe dochter,
mijn bloedeigen moederland.
Uit het Bulgaars vertaald door Jan Paul Hinrichs
| Eerder gepubliceerd in Elisaveta Bagrjana, Gedichten (vertaling Jan Paul Hinrichs),
Leiden: De Lantaarn, 1983, p. 8. De vertaling is ook verschenen in: Elisaveta
Bagrjana, Potomka. 20 prevoda na pročutata
tvorba (Sofia: Nov zlatorog, 1993), p. 39.
Trefwoorden: Елисавета Багряна Потомка превод холандски
Холандия