Met de Nederlandse vertaling van het werk van het
Russische schrijversduo Ilja Ilf (1897-1937) en Jevgeni Petrov (1903-1942) is
iets ongewoons gaande. In de jaren dertig waren de satirische romans De twaalf stoelen (1928) en Het gouden kalf (1931) al eens in het
Nederlands vertaald. De twaalf stoelen
werd begin jaren vijftig nog eens herdrukt maar daarna bleef het decennialang
stil rond Ilf en Petrov. Totdat in de loop van vorig jaar ineens van drie
kanten een race werd ingezet om nieuwe vertalingen op de markt te brengen. Hoofdrolspelers
hierin waren de vertalers Frans Stapert en
Niko Rijnenberg en uitgeverij
Wereldbibliotheek. Stapert beet het spits af en gaf onder de vlag van de
gelegenheidsuitgeverij M Bondi & Galerie Onrust De twaalf stoelen uit (besproken in VN, 18-12-1993). Vanaf dat
moment verschoof de aandacht naar Het
gouden kalf. Kort voor zijn dood liet de Groninger Niko Rijnenberg
(1961-1994) het typoscript van zijn vertaling vermenigvuldigen. In de
binnenkant van het omslag was in het exemplaar dat mij onder ogen kwam met een
stempeltje ‘Uitgeverij Jason’ gezet, eigenlijk de naam van zijn drukker. Enkele
tientallen exemplaren van deze editie op A4-formaat moeten in Groningse en Amsterdamse
boekhandels zijn verkocht. Rijnenberg
bracht de eerste Nederlandse vertaling van Het
gouden kalf op zijn naam die van het Russisch uitging: de uitgave die in
1933 bij de Amsterdamse uitgeverij De Steenuil onder de titel Een millionair in Sovjet-Rusland verscheen,
was een bewerking (door G.H. van Balen en J. Feitsma) van een Duitse vertaling.
Rijnenberg vertaalde de titel als Een
gouden kalf. Inmiddels bracht Stapert de alleszins fraai uitgegeven tweede
uitgave van zijn firma op de markt: Het
gouden kalf. Vervolgens is bij uitgeverij Wereldbibliotheek, die de zaken
ook onalledaags aanpakt, de vertaling van Arie van der Ent verschenen: De twaalf stoelen en Het gouden kalf in één band. Van twee
Russische romans zijn zo vijf nieuwe vertalingen van drie verschillende
vertalers beschikbaar. Opzienbarend is de hartstochtelijke ijver van twee
vertalers die zelf hun werk uitgeven en blijkbaar alles op alles hebben gezet
om de gevestigde uitgeverij en misschien ook nog elkaar af te troeven. Wie de
romans van Ilf en Petrov kent, waarin een race met de tijd en Elsschottiaanse
dekmantelorganisaties en gelegenheidsondernemingen een belangrijke rol spelen,
kan het niet uitgaan dat de Nederlandse vertaalgeschiedenis trekken van het
onderwerp zelf heeft aangenomen. De moeite was het allemaal wel waard: de romans
van Ilf en Petrov zijn zo knap en onderhoudend dat ze ook wel een
dundrukdeeltje in Van Oorschots ‘Russische Bibliotheek’ hadden verdiend.
De twaalf stoelen is het verhaal van de
charmante oplichter Ostap Bender die in het rommelige Rusland van de NEP op zoek
is naar twaalf stoelen waarin een schat is verborgen. Uiteindelijk wordt Bender
na de vondst van de laatste stoel door zijn handlanger met een scheermes
vermoord. In Het gouden kalf hebben Ilf
en Petrov Bender weer tot leven gewekt. Ditmaal is hij op zoek naar het geld
van de miljonair Korejko die in de fantasiestad Tsjernomorsk, waarin men Ilfs en
Petrovs geboortestad Odessa herkent, een onopvallend leventje leidt en met zijn
kapitaal op de terugkeer van het kapitalisme wacht. Benders doel is simpel: hij
wil een miljoen roebel en daarmee uitwijken naar Rio de Janeiro. Via Odessa, Kazachstan,
Moskou en weer Odessa weet Bender het geld te pakken te krijgen. Het geld maakt
evenwel niet gelukkig en geeft hem geen aanzien. Treinen en vliegtuigen zijn
vol en vervoeren hem ineens niet meer. Prostituees zijn onvindbaar. Hotels
blijken volgeboekt met arbeiders en specialisten. Op zijn vlucht over de
Sovjet-Roemeense grens wordt Bender door Roemeense grenswachten beroofd, waarna
hij weer terug moet naar de Sovjetoever en uitroept: ‘Graaf van Monte Christo
worden zat er niet in. Omscholing tot
huismeester is het devies.’ Waarmee de roman eindigt.Geboortehuis van Ilja Ilf in Odessa, 17 oktober 2010. Foto © Jan Paul Hinrichs |
Het gouden kalf is evenals De twaalf stoelen een ouderwets spannende en humoristische schelmenroman die staat of valt met de persoon van Bender. Eigenlijk is hij de enige romanpersoon die geheel uit de verf komt. Hij is slagvaardig, onbeschaamd en goedhartig tegelijk en heeft ruimte voor zelfironie. Hij bedriegt en chanteert waar het uitkomt, maar fysiek geweld gaat hij uit de weg. De populariteit van Ilf en Petrov hangt behalve met hun geslaagde romanheld ongetwijfeld samen met de openhartige kritiek die zij op het Sovjetsysteem spuien. De wereld waarin Bender opereert is er een van corruptie, loze beloften, bureaucratische manipulatie en willekeur. Uitspraken in de trant van ‘In Sovjet-Rusland is het gekkenhuis de enige plek waar een normaal mens kan leven’ hebben met de loop der tijd een enorme lading gekregen. Voor de hedendaagse lezer lijkt het zelfs onbegrijpelijk dat Het gouden kalf de Sovjetcensuur ooit is gepasseerd. De conclusie moet zijn dat Bender, die zich tegen het Sovjetsysteem verzet, door de censor niet als een politieke figuur werd gezien maar als een dwaas door wiens optreden allerlei ‘tijdelijke onvolkomenheden’ van het Rusland van het einde van de jaren twintig aan het daglicht kwamen. De satire diende dus als bijdrage aan de opbouw van het communisme. Ilf en Petrov wezen het communisme ook zeker niet af. Dat het hun niet alleen om satire ging, blijkt uit het einde van het boek waar Bender het illusoire van het bezit van geld aan den lijve ondervindt en de Sovjetmaatschappij ineens niet meer zo corrupt lijkt.
Niettemin geldt voor Het gouden kalf net als voor De twaalf stoelen dat Ilfs en Petrovs schets van de Sovjet-Unie tijdens de NEP onmiskenbare parallellen met het hedendaagse Rusland vertoont. Wederom gaan socialisme en kapitalisme een confrontatie met elkaar aan die het land in een chaos heeft gestort. Toch zal een miljonair in het Rusland van Jeltsin niet de gênante moeilijkheden hebben om zijn geld te besteden die er ineens voor Bender in het aangezicht van het reële socialisme waren weggelegd. De bestemming Rio de Janeiro is allang geen illusie meer.
Jan Paul Hinrichs
Rec. van Ilja Ilf & Jevgeni Petrov, Het gouden kalf (vertaling Frans
Stapert), Uitg. M Bondi & Galerie Onrust, 1994; Ilja Ilf & Jevgeni Petrov,
De twaalf stoelen & Het gouden kalf
(vertaling Arie van der Ent), Uitg. Wereldbibliotheek, 1994.
| Eerder verschenen in Vrij
Nederland, 17 december 1994, pp. 110-111.