vrijdag 14 mei 2021

Jan Hanlo: Brieven aan T.M.F. Steen (Recensie)

T.M.F. STEEN EN JAN HANLO

In 1978 maakte Hans Keller (1937-2019) voor VPRO’s Het gat van Nederland een filmportret van T.M.F. (Tom) Steen (1927-1969). Een beeld staat me bij van een strip- en tekenfilmfanaat die wel eens een bijrolletje in een film speelde en niet helemaal serieus werd genomen. Kellers fameuze voice-over zei, als ik het me goed herinner, met enig mededogen dat ‘je hem wel eens liet staan’ als hij Steen zag liften langs de weg. Hij was corrector bij Algemeen Handelsblad en schreef voor bladen als Stripschrift, Skoop en Barbarber. Ter gelegenheid van de vijftigste sterfdag van Steen verscheen bij uitgeverij Zwarte Roos van C.J. Aarts een herdruk in geniete fotokopie van Steens gedicht Kijk eens naar een boom dat hij in 1968 onder het pseudoniem Van Tunteren in Hitweek publiceerde. De tikletter op het omslag lijkt een knipoog naar Kellers reportage (naar het schijnt weer op YouTube te zien), waarin Steens naam enkele malen op een schrijfmachine wordt getikt. Toegevoegd is een Engelse vertaling door Wendie Shaffer die in 1990 in Dutch Heights stond. Het geslaagde gedicht bevat een programma van honderden punten voor een leven in het teken van bomen, als het credo van de verzamelfanaat: ‘brieven naar Wageningen schrijven met specifieke / vragen betreffende bomen; / een tijdschrift over bomen opzetten, er abonnees voor / werven, met hen correspondenties beginnen over bomen; / in encyclopedieën alles naslaan over bomen’. In een niet opgegeven maar vermoedelijk minimale oplage verscheen bij dezelfde uitgever een keurig gezet boekje in cahiersteek: Brieven aan T.M.F. Steen van Jan Hanlo (1912-1969). Twee van de vier, door een anonymus uitvoerig geannoteerde brieven uit de jaren 1966-1968 ontbreken in Hanlo’s Brieven (1989). Hanlo gaat vooral in op gemeenschappelijke fascinaties als Laurel en Hardy, Charley Parker en Donald Duck én over stilistische en typografische kwesties: ‘is het aan te raden de zetter te waarschuwen? z’n aandacht te vestigen op bepaalde dingen die hij fout zou kunnen doen?’ Hanlo is verbaasd dat Steen aan ‘u’ wil vasthouden, maar gaat in een postscriptum in de laatste brief op je-zeggen over en boort en passant iets van tragiek in Steens leven aan: ‘Toen ik je adres in Bussum belde leek het me alsof het voor je moeder heel wat betekende – ’n verlies! – dat je niet meer “thuis” woonde. Hou haar maar in ere. Ze is natuurlijk ook niet meer zo jong.’ Hij verhuisde in 1968 naar een kamer in Amsterdam. Het jaar daarop benam Tom Steen zich het leven.

Jan Hanlo, Brieven aan T.M.F. Steen. 24 pp. 2019. € 10 | T.M.F. Steen, Kijk eens naar een boom. Take a Look at Trees. 12 pp. 2019. Opl. 50 ex. € 5 (Uitgaven van Zwarte Roos, Amsterdam zwarteroos@xs4all.nl)

| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 25 (2020), nr. 2, pp. 74-75.