LUCEBERT EN DE OORLOG
Biograaf Wim Hazeu (1940) onthulde in 2018 dat Lucebert (1924-1994) tijdens
de oorlog in brieven antisemitische uitspraken heeft gedaan en met ‘Heil
Hitler’ tekende. Dit zorgde voor een dilemma: kunnen we Lucebert nog als
vanouds lezen? Yi Fong Au (1989) en Tommy van Avermaete (1990) pakten dit
probleem origineel aan op het online literatuurplatform SKUT: ze begonnen een
kettingbrief, waarbij briefschrijvers op elkaar reageren. De bijdragen aan de
kettingbrief groeiden uit tot de rijke bundel Door de schaduwen bestormd waarin reflecties op de controverse
staan: de brieven zelf, herlezingen van het werk, recensies van de biografie Lucebert en een interview met Hazeu. Het
gaat in deze bundel niet alleen om Lucebert, maar ook wat de omgang met deze
kwestie zegt over onszelf en de huidige tijd. Briefschrijfster Niki van Helden
stelt het aldus: ‘Wat door de onthulling van Hazeu op het spel staat, is dan
ook niet zozeer onze lezing van Lucebert, maar veeleer onze lezing van “fout”
zijn; of specifieker, onze lezing van onszelf als niet-“fout”, ons eigen “goed”
ten opzichte van het absolute nazikwaad.’ Hoogleraar neerlandistiek Thomas
Vaessens verklaarde begin vorig jaar in het publieke debat dat hij als gevolg
van de onthullingen ‘geen letter anders [ging] lezen’. Maar de bundel bewijst
dat zo’n houding moeilijk lijkt vol te houden. De lezer is ineens juist geneigd
bij Lucebert extra lagen aan te boren, zelfs zijn hele werk als uitvloeisel van
oorlogservaringen te zien. Piet Gerbrandy stelt dat het ‘werk aan dramatiek kan
winnen nu we beginnen te vermoeden aan welke tegenstrijdige krachten het is
ontsproten’. Geen verarming en argwaan dus, maar juist verdieping! Hij citeert
een van Luceberts laatste gedichten, ‘het laatste uur’, waarin iemand sterft en
beseft niet meer te kunnen zeggen wat eigenlijk wel had gemoeten: ‘stom draaien
de laatste woorden om de oude hete brij’. Zoiets laat zich nu lezen als een
gecodeerde boodschap naar een nageslacht dat hem ooit zou ontmaskeren.
Fyke Goorden documenteert het programma rond Lucebert Alles van waarde is weerloos dat Felix
Strategier met theatergroep Flint opvoerde in de Roode Bioscoop in Amsterdam.
Na de onthulling van Hazeu vond Strategier het nodig als epiloog het
troostrijke gedicht ‘Heidschoon’ van Remco Campert in te lassen (‘poëzie hoeft
sinds lucebert / niet meer mooi of schoon te zijn’). Hazeu relativeert
Luceberts schuld in een interview: ‘Lucebert was geen foute dichter of
kunstenaar, maar tussen 1942 en 1944 een verwarde jongeman die zich in enkele
brieven behoorlijk fout had geuit.’ Elsbeth Etty’s aantijgingen tegen Hazeu om
diens omgang met bronnen komen in deze verder zo genuanceerde bundel onnodig
drammerig over.
Van de antisemitische passages in brieven zullen Luceberts
vrienden niet geweten hebben. Zijn levenslange vriend Bert Schierbeek wist
vermoedelijk wel van de vrijwillige tewerkstelling in Duitsland (zie De Parelduiker 2019/2), maar zweeg
erover. Hij behoorde tot Luceberts
entourage van mensen die uitgesproken goed in de oorlog waren geweest en hem
kennelijk zijn misstappen vergaven. Vertegenwoordigers van een jongere
generatie waren minder ruimhartig en spraken van ‘bedrieger’ (Bob Polak) en
‘een oeuvre als één grote vervalsing’ (Mario Molengraaf). Wat achteraf
opmerkelijk blijft, is dat de voor links gehouden Lucebert, die zich in de
jaren vijftig kosteloos in de DDR liet inkwartieren, al sinds de jaren zestig
in Franco’s Spanje een huis bezat. Daar
lijkt nooit een punt van te zijn gemaakt. Overigens had Maia Swaanswijk op de
presentatie van de bundel op de Leidse universiteit op 23 mei 2019 nog de
mededeling dat haar vader de geadresseerde van de gewraakte brieven, Tiny
Koppijn, enkele jaren na de oorlog nog eens heeft teruggezien, maar de brieven toen
niet heeft teruggevraagd. Verder zei ze dat de brieven vrijwel alleen over
literatuur gaan.
Yi Fong Au & Tommy van Avermaete (red.), Door de schaduwen bestormd. Reflecties op de controverse rond de
oorlogsjaren van Lucebert. Zaandam: Oevers, 2019. 316 pp. € 19,95 (mail@uitgeverijoevers.nl)
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 24 (2019), nr. 3, pp. 71-72.