maandag 23 november 2020

Lo van Driel: Niek Verhaagen (Recensie)

NIEK VERHAAGEN, 'SCHRIJVER TWEEDE KLAS'

De Delftse dichter Niek Verhaagen (1915-1948) is nauwelijks bekend. Lo van Driel (1944) heeft zijn korte leven en werk ter harte genomen, zoals hij dat eerder deed met twee andere vergeten auteurs die met Verhaagen in contact stonden: Leo van Breen (zie deze rubriek 2019, nr. 1) en Jan H. Eekhout (2016, nr. 2). ‘De ziel bloeit slechts één zomer’ is een privéuitgave in minieme oplage, ondergebracht bij een fictieve uitgeverij die ook al rond Van Breen actief was. Verhaagen opereert aanvankelijk in het christelijke milieu, waarin neerlandicus Klaas Heeroma alias Muus Jacobse een hoofdrol speelt als dichtersmentor. Zijn gedichten komen in bladen als Het Korenland en Opwaartsche Wegen. In het begin van de oorlog leert hij ten huize van Heeroma in Oegstgeest de Groningse schrijver Ab Visser kennen, die spoedig een sleutelfiguur in zijn leven wordt.  Tijdens verblijven in Groningen raakt hij ook bevriend met romanschrijver Ferdinand Langen (2019, nr. 2). In Verhaagens Delftse entourage komen we, naast Van Breen, acteur Ton Lutz tegen. Hij maakt zich van de christelijke bekentenispoëzie los en introduceert erotiek en zelfironie in zijn verzen. Dankzij Koos Schuur raakt hij  betrokken bij De Bezige Bij, sluit zich aan bij de coöperatie, maar zit vast aan contracten die hij tijdens de oorlog met andere uitgevers heeft gesloten. Verhaagen is auteur van de antiquarisch moeilijk vindbare roman Zonruiter, schrijver tweede klas (1945), geïnspireerd op zijn klerkenbestaan op een Delfts belastingkantoor. In zijn leven gebeurt ogenschijnlijk weinig opmerkelijks, tot hij in 1945, direct na de bevrijding, ontslag neemt en voor de vrijheid kiest. Hij werkt voor Van Breens tijdschriften De Prinsestad en Die Constghesellen. In 1948 gaat hij alleen op reis: zijn vrouw en twee kinderen blijven in Delft achter. Hij is van plan een rondreis door Italië te maken, maar een eervolle Tod in Venedig blijft hem onthouden: de stad haalt hij niet meer. Nauwelijks aangekomen wordt hij na een avondje stappen ziek en sterft een paar dagen later in Turijn, in een land waar hij tot dan toe schijnbaar weinig mee had.

Van Driel drukt als bijlage een facsimile van de onuitgegeven dichtbundel De middelmaat (1942) van Verhaagen af. Op een herontdekking van zijn dichterschap stuurt hij niet aan. Verhaagen uit zich ook nogal mat over eigen verzen: ‘’t Is soms een vreugde, soms lijkt het een straf; / maar enkle critici zijn toch tevreden.’ Als echtgenoot valt hij zichzelf af: ‘Mijn vrouw versombert: zie, zij eist van mij, / dat ik haar zeg en herzeg: ik bemin.’ In het titelgedicht ‘De middelmaat’ classificeert hij zichzelf: ‘Verhaagen […], leuk, maar niet erg.’ Ook in zijn laatste bundel, Stukwerk (1946), blijft hij aarzelend overkomen: ‘Dit is een avond om een vers te schrijven, / maar wie zal zeggen wat ik er bij win?’ Er blijft een sfeer van vergeefsheid hangen rond deze figuur die ook Klaas Heeroma in een herdenkingsartikel aanduidt met verwijzing naar Verhaagens alter ego, de kantoorklerk en romanfiguur Zonruiter: ‘Maar het fnuikende voor Zonruiter, voor Niek Verhaagen, is het weten dat hij zich banaal voordoet […] als maatschappelijk mens, als gezelligheidsmens, als man en vader, en doordat hij dit alles weet, wordt hij geremd in de ontwikkeling van zijn dichterschap. Hij is gedoemd niet alleen op het kantoor, maar ook als dichter klein, “schrijver tweede klas”, te blijven.’ Ook in het verzet zagen we hem niet. De Italiaanse reis doet zich achteraf voor als een fatale poging uit de sfeer van het banale te ontsnappen. Verhaagen zal het met deze verrassende biografie moeten doen. De waarde van dit rijk gedocumenteerde boek ligt verder in het blootleggen van protestantse, Groningse en Delftse artistieke milieus rond de Tweede Wereldoorlog. Daarin kunnen we nu naast Van Breen, Heeroma, Visser en Langen ook Niek Verhaagen een plaats geven. Zijn graf in Turijn is in 2000 geruimd.

Lo van Driel, ʻDe ziel bloeit slechts één zomer‘. Het korte leven van Niek Verhaagen. Sint Kruis: Erven Eikenhout, 2019. 321 pp. 40 ex. € 19,90 (lovandriel@zeelandnet.nl)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 24 (2019), nr. 5, pp. 75-76.