vrijdag 6 juli 2012

Literary Russia: a guide (Recensie)

BOENINS EENZAAMHEID
Sint-Petersburg, maart 1996.

Foto © Jan Paul Hinrichs
Een jaar geleden liep ik in Sint-Petersburg in de Grote Zeestraat op goed geluk het geboortehuis van Vladimir Nabokov binnen. Er was een krantenredactie gevestigd. Op de deur stond niets, maar binnen bleek een heus Nabokov-museum in oprichting te zijn. Het leverde me de meest intensieve rondleiding op die ik ooit heb gehad: maar meer dan één kamer was er ook niet. Een door Nabokov gevangen vlinder kwam uit de kluis. Toen kon men buiten Sint-Petersburg ook nog het familielandgoed Rozjdestveno bezoeken, dat inmiddels is afgebrand. Een foto van dit landgoed staat in Literary Russia: A Guide, een gids die zowel informatie over bestaande als verdwenen plaatsen van literair belang geeft. Anna Benn en Rosamund Bartlett behandelen, alfabetisch gerangschikt, vooral musea en schrijvershuizen, maar ook worden lemma’s opgehangen aan gebeurtenissen in romans: zo zijn enige Petersburgse straten alleen opgenomen omdat ze in Dostojevski’s Misdaad en straf voorkomen. De samenstellers hebben hun best gedaan de wijzigingen die straatnamen de laatste jaren hebben ondergaan te verwerken, maar verder schiet de adressering wel eens te kort doordat appartementnummers ontbreken. Russische ‘huizen’ zijn vaak gigantische woonkazernes met verschillende ingangen en trappenhuizen op één enkel huisnummer. Als men geen Russisch kent, heeft men weinig aan de plaquette met meer informatie die misschien tegen een gevel hangt.
     Het praktische nut van dit boek is tamelijk gering waar het de beroemdste schrijvers betreft: gewone reisgidsen vermelden ook wel waar Poesjkin en Dostojevski woonden. De dosering van de informatie roept evenwel vragen op, omdat men vaak veel meer biografische details krijgt dan gegevens over de plaatsen in kwestie en er nogal wat onbekende figuren zijn opgenomen van wie geen letter vertaald is. Het lemma ‘Taurische Tuin’ is helemaal opgehangen aan de vertaling van een verhaaltje van Charms waarin iemand zich in de richting van dat park begeeft en waarin verder niets over het park zelf staat. Maar zou Achmatova echt niets hebben gedicht dat wel over dit park gaat? Feiten lijken ook zelden ter plekke te zijn vergaard of geverifieerd. Her materiaal beperkt zich vooral tot Moskou en Sint-Petersburg en omgeving en Centraal Rusland, de geboortestreken van Toergenjev, Tolstoj en Boenin. Op zich is daar niets mis mee, maar over Siberië en de Kaukasus staat zo weinig dat deze ‘rest’ beter weggelaten had kunnen worden. Tenslotte is er ook voor gekozen Oekraïne buiten beschouwing te laten, waardoor men dus niets leest over Odessa en de Krim, waar juist veel over te zeggen valt.
     Toch is dit goed geïllustreerde boek leuk voor thuisblijvers en vakantieplanners: dat Boenin-museum in Orjol (waar zich juist niet het grootste deel van zijn archief bevindt, dat is in Leeds) blijkt een bezoek waard. Ze hebben een band waarop men kan horen hoe Boenin zijn gedicht ‘Eenzaamheid’ voordraagt onder pianobegeleiding van zijn vriend Rachmaninov. En wie had nu gedacht dat er ergens in het onder Jeltsin in puin geschoten en nog bepaald niet veilige Tsjetsjenië een Tolstoj-museum is? De samenstellers hebben zich er kennelijk zelf niet gewaagd, want ze melden over het museum alleen dat het klein is. Wel voegen ze twee hele pagina’s toe over Tolstoj die naar de Kaukasus ging omdat hij ‘zuchtte naar avontuur’. De lezer die zich uitgedaagd voelt zij gewaarschuwd: een adres van dit Tsjetsjeense museum ontbreekt.

Recensie van Anna Benn & Rosamund Bartlett, Literary Russia: A Guide, Picador, 1997.

Jan Paul Hinrichs

| Eerder verschenen in Vrij Nederland, 5 september 1998, p. 61.