In
1907 publiceerde Hans Bethge (1876-1946) Die
chinesische Flöte: een bloemlezing van Chinese klassieke gedichten waarvan
tienduizenden exemplaren zijn verkocht. Blijvende bekendheid genieten deze gedichten als zangtekst in
talrijke composities, waarvan Mahlers Das
Lied von der Erde de bekendste is. Bethge kende geen Chinees en bewerkte
bestaande prozavertalingen, vooral via het Frans. Ook Bethge werd ruim
vertaald, onder anderen door Hélène Swarth (1921). Componist en bariton Jan-Paul
van Spaendock (1956), wiens tweede verhalenbundel Bankjeszomer onlangs bij Flanor verscheen, waagt zich aan een
anachronistisch experiment: een nieuwe vertaling van Bethges bewerkingen. Hij
koos in ieder geval voor de gedichten uit Das
Lied von der Erde. Zijn uitgangspunt was Bethge ‘zo trouw mogelijk’ te
volgen, ‘in betekenis zowel als in metrum.’ De Avalon Pers van Jan Keijser maakte
een liefdevol boekje met een fraaie chinoiseristische omslagtekening van kostuumontwerpster
Rosanne van Spaendonck, ideaal voor wegdromen bij Mahlers panoramische slotstuk:
‘De aarde is dezelfde overal, / En eeuwig, eeuwig zijn de witte wolken…’. Wilt
Idema heeft in zijn bloemlezing (1991) voor de directe vertaling van dit
gedicht van Wang Wei 44 woorden nodig waar Van Spaendonck via Bethge op 84 komt.
In zijn verantwoording geeft deze grif toe: ‘Met Chinese poëzie heeft deze
bundel niet zoveel te maken’.
Hans Bethge, De Chinese fluit (vert. Jan-Paul van Spaendonck). Woubrugge: Avalon Pers, 2014. 32 p. 99 ex. € (Leidse Slootweg 4, 2481 KH Woubrugge avalonpers@hetnet.nl).
Jan-Paul van Spaendonck, Bankjeszomer. Nijmegen: Flanor, 2014. 195 p. € 17,50 (Beijensstraat 30, 6521 EC Nijmegen uitgeverijflanor@gmail.com).