In geen land verschenen zoveel Couperus-vertalingen als
in Duitsland. Toen R. Breugelmans zijn bibliografie van Couperus-vertalingen
maakte (2de druk 2008), besefte hij evenwel niet dat van één Duitse titel,
net zoals in Nederland, vaak meerdere uitvoeringen verschenen. Dat nog werelden
te ontdekken zijn, bewijst Ruud Veen (1943), kleinzoon van Couperus’ uitgever
L.J. Veen, in zijn proefschrift Couperus
bij de buren. Veen positioneert zich nadrukkelijk als boekwetenschapper: hij
beperkt zich tot de uitgave van Couperus in Duitsland en laat receptie en
beeldvorming buiten beschouwing. Dat dit perspectief resultaat oplevert, blijkt
alleen al uit de bibliografie. Zo zien
we bij Veen per titel een soms verbluffend aantal bindvarianten dat op de Duitse
markt kwam: papieren, linnen, halflinnen, halfleren, leren band etc. Een
uitgeefgeschiedenis en minutieus variantenonderzoek per titel vormen de kern
van dit onderzoek. Aan dit boek gaat een verzamelaarsprestatie vooraf: Veen kon
zijn werk schrijven op grond van zijn eigen collectie. Een groot verschil in
leescultuur komt boven water. Wij
associëren Couperus vooral met Haagse romans maar Eline Vere, De boeken der
kleine zielen en Van oude mensen, de
dingen die voorbij gaan kwamen in Duitsland nooit in boekvorm in vertaling
uit. In Duitsland was De berg van licht
de best verkochte titel: acht drukken bij drie uitgevers. Hoofdvraag blijft waarom Duitse uitgevers Couperus op grote schaal
uitgaven: zaten ze echt op hem te wachten? Het blijkt dat de figuur van de
vertaler veel belangrijker was dan Couperus die bovendien regelmatig als Belg
of Vlaming werd opgevoerd. De sleutel ligt bij de in Amsterdam geboren maar vanuit
Berlijn en een vakantiehuis in het Zwarte Woud opererende vertaalster, zangeres
en societyfiguur Else Otten (1873-1931). Zij vertaalde 18 van de maar liefst 23
Duitse Couperus-titels uit de jaren 1892-1931. Na haar dood werd het meteen
stil: er verscheen niets meer tot de DDR-herdruk van Die verliebte Esel uit 1957. Het initiatief lag uitsluitend bij Otten:
zij kocht rechten bij Couperus en probeerde vertalingen bij wisselende
uitgevers onder te brengen. Ze liep daarbij het financiële risico maar
verdiende uiteindelijk ruim aan de meer dan 150.000 exemplaren die van haar
vertalingen zijn gedrukt. Ze leek meer op een agent of impresario dan een vertaler.
Het waren andere tijden: Otten vertaalde heel vrij en dicteerde in moordend
tempo aan een stenotypiste. Alle Duitse Couperus-banden zijn in Veens boek in alle
varianten in kleur afgedrukt. Misschien zullen ooit nieuwe varianten boven water
komen maar het resultaat is een heerlijk boek dat door alle kennis van de
praktijk van het uitgeven en aandacht voor de structuur en beschrijving van boekbanden
ook in algemene zin leerzaam is. Else Otten, die ook Frederik van Eeden
vertaalde en naar wie inmiddels een ‘Übersetzerpreis’ is genoemd, lijkt wel een
biografie waard.
Ruud K. Veen, Couperus bij de buren. Een onderzoek naar de
uitgaven van het werk van Louis Couperus bij Duitse uitgevers tussen 1892 en
1973. Culemborg: Stichting Couperus – collectie Veen, 2015. 426 pp. € 49,50
(veen@couperus-collectie.nl).
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', in De Parelduiker 20 (2015), nr. 4, pp. 185-186.