zondag 5 november 2017

Rob Bindels: Nescio (Recensie)

NESCIO REVISITED
 
Het gebeurt te weinig: in niet meer dan honderd bladzijden, zonder al te veel polemiek of zendingsdrang en zonder foto’s die de lezer afleiden, met verstand van zaken uit de doeken doen wat een klassiek auteur nog kan betekenen. Het is een uitdaging om een vooral niet oubollig boekje te schrijven, waarin het essentiële over iemands leven en werk in een hedendaags daglicht staat en genoeg essayistische inslag overblijft dat het ook iemand boeit die alles al denkt te weten. Zoiets moet veteraan uit het redactiewezen Rob Bindels (1946) voor ogen hebben gehad in Nescio. De man die iets miste. Deze uitgave van Huis Clos is een uitgebreide en geactualiseerde versie van een kleurenbijlage van Vrij Nederland uit 1982. Het lijkt er een beetje op dat Bindels, van wie me geen boekpublicaties over andere onderwerpen bekend zijn, één boek levenslang herschrijft, want eerder publiceerde hij deeltjes over Nescio (1882-1961) in de reeksen Ontmoetingen (1974) en Grote Ontmoetingen (1978) van de Brugse uitgeverij Orion-Desclée De Brouwer en in de Synthese-reeks (1982) van De Arbeiderspers. Ten onrechte is Bindels bang ‘disproportioneel opnieuw aandacht te vragen voor een notoire nationale weinigschrijver’. Het onderwerp veranderde immers zelf: in 1982 wisten we weinig van Nescio’s nagelaten werk, waaronder het Natuurdagboek, dat in deze nieuwe uitgave uitvoerig aan bod komt. Bindels verbindt natuurbeleving met Nescio’s proza waarin ‘de beschrijving van de ruimte nauwelijks nog middel, maar al haast doel op zichzelf’ is. Hij concentreert zich op de duistere kant van Nescio, die schiep ‘uit niet te kunnen wat ik wil, uit niet te willen wat ik kon, uit te verlangen naar wat ik niet heb en naar wat ik niet ben.’ Zo ontstaat het beeld van een cynische moderne antischrijver, puttend uit ‘gruwzame melancholie en mijn ijzige eenzaamheid’ die zijn onkerkelijke God in de natuur vindt. Van de herinnering aan een enigszins grappige bohemien, die uit oude schoollectuur misschien was blijven hangen, blijft in ieder geval niets over. Het was wat mij betreft niet nodig stukken tekst met een verticale stippellijn in de kantlijn als ‘Intermezzo’s’ te markeren: dat haalt alleen maar spanning uit een betoog. Het slothoofdstuk over receptie had iets minder opsommerig gekund, maar dit blijft een boekje dat aan zijn doel beantwoordt:  de lezer deskundig en met herboren nieuwsgierigheid de weg terugwijzen naar Nescio. Zo verging het mij zelf: het nagelaten fragment ‘De profundis’ (waaruit boven is geciteerd) las ik meteen. Kernachtig concludeert Bindels: ‘Grönloh heeft geleefd als de meeste mensen, allerminst spectaculair; van de literaire wereld wilde hij niets weten en van schrijverij sprak hij niet omdat men anders op kantoor zou denken dat hij niet geschikt was voor zijn werk. De hoogtepunten van zijn leven, de gedachten, gevoelens, dromen, wensen, staan te boek.’ Ten slotte dit: uitgeverij Suhrkamp heeft Nescio nu een fraai Europees podium bezorgd door hem onder de ideaal kale titel Werke in 2016 op te nemen in de Bibliothek Suhrkamp. Maar zonder een nawoord van Nooteboom – van wie me een affiniteit met het onderwerp niet bekend was – ging het blijkbaar niet.

 Rob Bindels, Nescio. De man die iets miste. Rimburg: Huis Clos, 2016. 79 p. 750 ex. € 15,00 (Gerard Terborghstraat 16 hs 1071 TM Amsterdam info@uitgeverijhuisclos.nl)
 
| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 21 (2016), pp. 65-66.