Een meesterlijk gedicht van C.O. Jellema (1936-2003) is ‘Laatste avond in Pasop’ (1979). De naam
verwijst naar een straatnaam in het dorp Midwolde. Het gedicht beschrijft de
weemoedige sfeer van een laatste avondmaal met vrienden voor hun verhuizing:
‘Wie gaat verhuizen heeft zijn huis, / nog voor hij gaat, al hier en daar
verlaten […] / We waren als meubels nog bijeen, / en op de door gewoonte
aangewezen plaatsen. / Ook in wat we bespraken vielen gaten / als in te vaak
gewassen keukendoeken.’ Aanleiding was de verhuizing van neuroloog Theo van
Woerkom en zijn vrouw uit het Groningse naar Den Haag. Het boekje Er leeft een droom in je bundelt brieven
van Jellema aan Van Woerkom en lijkt één lang commentaar op dit gedicht en de
ervaring van vriendschap: ‘Vriendschap is voor mij een onzichtbare ruimte van
zelfervaring, die er ook is als ik alleen in mijn kamer ben.’ Bezorger Gerben
Wynia voegt in zijn nawoord dagboeknotities toe die heel wat minder beschouwelijk
zijn en ons Jellema laten zien in de grilligheid van zijn seksuele
fantasiewereld rond Theo van Woerkom. Sommige passages gaan behoorlijk ver,
terwijl in Jellema’s tobberige en getemperde briefstijl de erotiek juist
ontbreekt. Dit boekje heeft met vriendschap een duidelijk thema, waarbij
eerdere brievenedities van Jellema, zoals die rond Jan Siebelink en Paul Beers
(zie De Parelduiker 2016/5,
2017/2-3), minder samenhangend overkomen. Uiteindelijk verwaterde het contact,
maar toch noemt Van Woerkom in zijn begrafenisrede Cor zijn beste vriend. Dat
komt niet over als een sentimentele toegeving aan het moment. Ze betekenden wat
voor elkaar, als referentiepunten, ook zonder contact. Jellema schrijft het zo:
‘Maar jij bent er voor mij ook altijd, als je er niet bent. Ik bedoel: als ik
zo’n stuk schrijf, denk ik regelmatig: wat zou Theo ervan vinden.’ Vriendschap
draait hier om iets dat in essentie onuitgesproken blijft, ondanks alle wederzijds
beleden oprechtheid. Dicht tot de kern komt Jellema soms wel: ‘Jij inspireert
me altijd. Omdat er een droom in je leeft. Misschien hebben dromen hun wortels
in seksuele frustraties of anderszins. […] De droom is een bron.’
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', De Parelduiker 23 (2018), nr. 2, pp. 71-72.