Dit blog bevat artikelen, notities, vertalingen en recensies over verschillende onderwerpen die vrijwel altijd iets met literatuur, kunst of wetenschapsgeschiedenis te maken hebben. De meeste berichten zijn eerder in druk verschenen (zie voor een publicatielijst het bericht van 14 mei 2012).
zaterdag 21 december 2024
Józef Wittlin: Mijn Lwów (nawoord verschenen)
maandag 16 december 2024
Martine Cuyt: Ware vrienden (Recensie)
DE BOEZEMVRIEND VAN WILLEM ELSSCHOT
Deze rubriek (2023/2) schreef eerder over de grote rol van vriendschap
in het leven van Willem Elsschot (1882-1960). Kwijt raakte hij vrienden ook,
zoals na publicatie van het geruchtmatige Borms-gedicht. De enige vriend van
voor de Eerste Wereldoorlog die hem trouw bleef, is de beeldhouwer Frans
Claessens (1885-1968) aan wie Martine Cuyt het boekje Ware vrienden
wijdt. Wat bond hen? Beiden waren Antwerpenaren: ‘Ze waren in hun jonge jaren
anarchisten. Ze kenden de stad van haver tot gort. Ze waren leeftijdsgenoten.
Uitstekende mensenkenners en portrettisten. Dichters ook.’ Dit gold ook voor de
gemeenschappelijke vrienden Jan van Nijlen en Ary Delen, die later uit
Elsschots leven verdwenen. In een tijd van opkomend modernisme en avant-garde
excelleerde de bescheiden Claessens, die niet graag op foto’s kwam, in
kinderkopjes. Ook portretteerde hij Elsschot en hij bewees hem de ultieme
vriendendienst: op de dag van zijn dood nam hij hem het dodenmasker af. Ook
goot hij zijn schrijvershand af. Vlak daarop overleed Elsschot vrouw. En ook
van haar nam Claessens het dodenmasker
af. Uiteraard ontwierp hij ook het grafmonument.
Een meerwaarde krijgt dit boekje door foto’s, velen
uit privébezit. De indrukwekkendste is de foto van vier kortgeknipte Elsschot-dochters
in donkere mantelpakjes die bedroefd en vol ongeloof aan het graf van hun
ouders staan. De vrouw van Claessens, tevens de boezemvriendin van Elsschots
vrouw, staat er met gesloten ogen bij. Tot haar dood was Elsschots kleinzoon
Jan Maniewski, oftewel Tsjip, haar huisarts, zoals haar zoon en kinderen in
1965 een huisarts vonden in Elsschots zoon Willem De Ridder. Dit zegt ook iets
over de vriendschap van Elsschot en Claessens. De wijnfeesten van Elsschot,
waar Claessens stamgast was, net als diens zoon en later diens kinderen, werken
nog lang na. Nog altijd schijnen in wederzijdse families beelden van Claessens
en opdrachtexemplaren van Elsschot te circuleren, Kennen we zulke verwevenheden
in Holland? Uiteindelijk leek Elsschot zijn netwerk, de sleutel tot zijn welvaart,
belangrijker te vinden dan zijn werk.
Martine Cuyt, Ware vrienden. Frans Claessens en Willem Elsschot. Antwerpen: Willem Elsschot Genootschap, 2022. 122 pp. € 14 (www.weg.be)
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 28 (2023), nr. 5, pp. 78-79.
zondag 15 december 2024
F.C. Terborgh: Wat ik geloof (Recensie)
GELOOFSBELIJDENIS VAN F.C. TERBORGH
Al eerder traceerde
deze rubriek (2022/1) een comeback van F.C. Terborgh (1902-1981), pseudoniem
van Reijnier Flaes. De Statenhofpers neemt het voortouw: na Aan de grens,
vertalingen van Chinese gedichten (2020/5) en de autobiografische tekst Jeugd
(2021) komt de Haagse pers nu in haar budgetreeks Saldencahiers met een nieuwe
ongepubliceerde tekst uit de nalatenschap in het Literatuurmuseum: Wat ik
geloof. Terborgh komt met meditaties rond uit zijn oeuvre welbekende begrippen
als ‘bezinning’ en ‘aanvaarding’. Hij breekt een lans voor een ‘eerlijk
agnosticisme’ als ‘beste grondslag’ voor ‘tevreden en evenwichtig leven’. Terborgh
maakt excursies over ouder worden, ‘het langzaam naderen van de Dood – een
stemming als voor het begin van een reis. Een vage onrust: of men ook niets
heeft vergeten...’ Hij voelt zichzelf gelaten, gerust: ‘Een gevaarlijke kaap
werd blijkbaar omzeild. Men denkt de Dood te hebben overwonnen.’ Mooi is de
lofzang op de ‘goede levensgezel’ als ‘goede kameraad’, een verwijzing naar
zijn langdurige, in Riga geboren huisgenote Katja Endel die inmiddels was
overleden. Men voelt de stilte en eenzaamheid van een huis waarin hij alleen is
met zijn honden en huishoudster. Misschien is dit geschrift niet zo gepolijst en
diepzinnig, de stijl her en der krampachtig, maar voor de lezer van zijn werk
informatief en verbluffend modern als hij anno 1979 te keer gaat tegen
overbevolking, klimaatveranderingen, roofbouw en ontbossing: ‘Men doet zijn
best met man en macht om een der laatste vitale bosgebieden, de Amazonas, te
vernietigen.’
Even belangrijk is het nawoord van H.C. ten Berge (1938) die Terborgh in de jaren zeventig in Portugal bezocht. Voor zijn gastheer ‘was ik een jongeman die met jij en jou kon worden aangesproken.’ Tegelijkertijd noemt Ten Berge hem ‘gastvrij en gulhartig’, maar ‘ook opvliegend en onheus’. De breuk die later kwam, schrijft Ten Berge mede toe aan het wegvallen van Katja Endel, die een matigende invloed had op ‘Baas’, zoals ze hem veelbetekenend aansprak. Hoe dan ook: Ten Berges uitnodiging aan Terborgh om bijdragen te leveren aan Raster heeft uiteindelijk diens literaire lot in niet geringe mate bepaald. Zonder Ten Berge, die het initiatief nam voor het Verzameld werk dat bij De Bezige Bij verscheen en het boekje Een schrijver als grenskozak ter promotie schreef, was Terborgh in de jaren zeventig veel minder voor het voetlicht gekomen. En komt Terborgh ooit nog uit de huidige, hem passende private press-sfeer, waarin hij in 1940 met privédrukken bij de Paters Lazaristen in Peking begon? Deze vraag laat zich wellicht na verschijnen van de aangekondigde biografie beantwoorden.
F.C. Terborgh, Wat
ik geloof. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2023. 45 pp. Opl.: 100 ex. € 19,50 (info@statenhofpers.nl)
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 28 (2023), nr. 5, pp. 76-77.
Bij het dagboek van Max de Jong (Recensie)
MAX DE JONG: HET GEZICHT VAN AMSTERDAM?
Hoeveel lezers heeft Max de Jong (1917-1951)? Van Oorschot haalde zijn Dagboek
(2016) na een verkoopfiasco door de papierversnipperaar. De Verzamelde
gedichten (zie 2023/1) verschenen bij de Statenhofpers in een oplage van
125 exemplaren. Als bezorger Bob Polak tien exemplaren kreeg en enkele
exemplaren ter promotie afvallen, blijven 110 exemplaren voor verkoop over. Nu
heeft deze pers liefhebbers die alles afnemen. Als we die afname conservatief
op dertig exemplaren begroten, blijven tachtig exemplaren over voor de Max de
Jong-fans. De site van de Statenhofpers, vermeldt (peildatum 13.09.2023) nog 46
leverbare exemplaren: een unicum voor de pers die een patent heeft op het snel
uitverkocht raken van haar boeken. Veel meer dan zo’n dertig échte Max de Jong-fans
zullen niet bestaan: zelfs voor de erenaam cultschrijver lijkt zijn achterban
te beperkt. Dit beeld wordt bevestigd door de performance van de Leidse
uitgeverij Fragment waarvan de uitgaven ook vaak direct na verschijnen zijn uitverkocht.
Twee uitgaven van Fragment (2023/1) over Max de Jong uit 2022 zijn nog altijd leverbaar.
De opgeblazen mythe rond zijn figuur is veel sterker dan zijn ware rol in de literatuur:
uitgevers verslikken zich steeds weer. De verdoemde Max de Jong blijft als
vanouds een man voor roofdrukken.
Nu heeft Polak met Bij
het dagboek van Max de Jong een soort compendium gemaakt over het Dagboek.
Deze omvangrijke nieuwe uitgave van Fragment dingt naar de onderscheiding voor
het meest extreme en gewaagde boek van het afgelopen jaar. Het onderwerp is immers
het doorgedraaide dagboek van een vrijwel ongelezen auteur. Fragment heeft als
handreiking naar de lezer het dagboek gescand op haar website geplaatst. Polaks
fenomenaal door Piet Schreuders en Huug Schipper geïllustreerde en vormgegeven
boek gaat vooral over Amsterdam in de jaren 1947-1951, de laatste levensjaren
van Max de Jong. Het toont ons aan de hand van het dagboek thematisch een donkere
stad vol armoede, kolenbonnen, kacheldamp, woningnood en abortussen met
hormoonspuitjes en zeepwater. Hospita’s, radio’s bij de buren en chronisch ongeluk
in de liefde vergallen Max de Jongs leven. De woningen, dansscholen, eethuizen
en bioscopen uit het dagboek komen door Polaks ultieme speurwerk gerubriceerd tot
leven, compleet met 3-D plattegronden en de affiches van de films die hij zag. Polak
gaat ook tekstueel tot het uiterste: hij heeft geteld dat in het Dagboek
pianospel Max de Jong 75 keer stoort, radio 289 keer en vijftien keer belletje
trekken. Bijzondere details duiken op, ook veel nagalm van de oorlog: de woning
aan de Stalinlaan die Max de Jong op 1 juli 1948 betrok, had jaren leeg
gestaan, omdat de vorige bewoner was gedeporteerd en in Auschwitz vergast.
Nuttig zijn de korte biografieën van de bezoekers van eethuis De Nieuwe Biekorf, namen die niet bijzonder opvallen in het dagboek, maar bij nader inzien enige context krijgen: verzetsman Jan Cost Budde, psychologe Käthe Schlesinger, historicus Philip de Vries, fotograaf Frans Zuydwijk en anderen. Joods Amsterdam is hier en elders in dit boek sterk vertegenwoordigd. Het relaas over de radioprogramma’s die Max de Jong stoorden, zoals AVRO’s De Bonte Dinsdagavondtrein, is een mooi stuk cultuurgeschiedenis. Toch zijn al deze personen en andere wetenswaardigheden belangrijker in de biografie van andere mensen dan in die van Max de Jong. De feitjes in dit boek dragen ook niet altijd bij aan een beter begrip van diens werk. Over Amsterdamse schrijvers die veel beroemder zijn, bestaat zo’n boek evenwel niet. De vraag is: kan een vrijwel ongelezen auteur met terugwerkende kracht het gezicht worden van een stad en tijd waarin hij werd afgewezen? Daarvoor zal zijn versnipperde en nu gescande dagboek eindelijk eens lezers moeten vinden.
Bob Polak, Bij
het dagboek van Max de Jong. Leiden: Fragment, 2023. 309 pp. Opl.: 200 ex. € 45 (uitgeverijfragment@gmail.com)
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 28 (2023), nr. 5, pp. 75-76.
F.C. Terborgh in Warschau (artikel verschenen)
F.C. TERBORGH IN WARSCHAU (artikel verschenen)
vrijdag 29 november 2024
Schoon & haaks [afl. 52]
SCHOON & HAAKS [afl. 52]
In De Parelduiker staat vanaf nummer 2 van de jaargang 2014 de rubriek ‘Schoon & haaks’ waarin ik publicaties van privédrukkers en marginale uitgevers bespreek. In de tweeënvijftigste aflevering (2024, nr. 5) staan recensies van de volgende boeken:
·
Françoise Bezet, Mémoire d’un lieu, Augy. Berceau
des «Thibault» de Roger Martin du Gard. Privé-uitgave, 2023.
·
Lloyd
Haft, Beluisteringen, Gedichten. Kampen: Van Warven, 2023.
·
Lloyd
Haft, Intocht. Gedichten. Kampen: Van Warven, 2023.
·
Herman
Gorter, Selected Poems. Translated by Lloyd Haft. Leiden: Arimei, 2021.
·
Sanne Bruinier, Vreemder dan ooit de zwarte
populieren. Dagboek uit Warschau, 1903. Den Haag: Stichting De
Lantaarn, 2024.
·
Joep à Campo, Georg Trakl, paradijs en apokalyps.
Rotterdam: ArtScape | ArteVista, 2024.
· Willem Elsschot, Het dwaallicht. ’s-Gravenhage: Statenhofpers, 2024.
| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 5, pp. 69-75.
Interview op Bol-an! over Bremmerianen
INTERVIEW OP BOL-AN! OVER BREMMERIANEN
vrijdag 22 november 2024
Arend Hendriks: Dromen van een Haagse graficus, 1924-1925 (boek verschenen)
AREND HENDRIKS: EEN MUUR, LOS IN 'T LANDSCHAP. DROMEN VAN EEN HAAGSE GRAFICUS, 1924-1925 (boek verschenen)
[Hieronder de tekst van een bericht van Stichting De Lantaarn aan haar achterban]
Bij Stichting De Lantaarn verscheen weer een deeltje in de reeks Cahiers van De Lantaarn, nr. 66:
Arend Hendriks, Een muur, los in 't landschap. Dromen van een Haagse graficus, 1924-1925.
Bezorgd en van een voorwoord voorzien door Jan Paul Hinrichs.
Arend Hendriks (Amsterdam 1901 - Wassenaar 1951) was een grafische kunstenaar, tekenaar, docent en auteur die tijdens zijn leven niet minder bekend was dan M.C. Escher met wie hij ook samen heeft geëxposeerd. Zijn beste etswerk kenmerkt zich door een verbluffend knappe techniek en een diepe natuurlyriek. Vrij onbekend is dat hij ook een formidabel tekenaar was, vooral van portretten. Dit omvangrijke tekenwerk bevindt zich in een privécollectie en is vrijwel nooit in de openbaarheid verschenen.
Arend Hendriks, die docent grafische kunst was aan de Academie te Den Haag, stierf betrekkelijk jong en verdween sindsdien in de vergetelheid, hoewel zijn grafische werk ruimschoots aanwezig is in prominente museumcollecties, ook in het buitenland. Behalve kunstenaar was Hendriks ook een begenadigd auteur, onder andere van een handboek voor de etskunst. Tot zijn nagelaten werk behoren twee schriften waarin hij in 1924 en 1925 zijn dromen noteerde. In surrealistische beelden schetsen deze aantekeningen zijn leven als jonge, vrije kunstenaar in Den Haag. Uitgebreid komen in deze aantekeningen ook 'kunstpaus' H.P Bremmer en kunstenaarsvrienden als Rudolf Bremmer, Jo Lodeizen en Cees Tromp voor.
Deze uitgave bevat een eerste uitgave van deze unieke dromenschriften van Arend Hendriks. De tekst wordt voorafgegaan door een uitgebreide biografische schets van Arend Hendriks door Jan Paul Hinrichs, grotendeels gebaseerd op onbekende documenten uit het Arend Hendriks-archief dat zich in privébezit bevindt. Het boek bevat 29 afbeeldingen: foto's van Arend Hendriks, van wie niet eerder een foto openbaar is gemaakt, en van zijn werk, ook veel van onbekend materiaal uit hetzelfde privébezit. Het geheel biedt een veelzijdige introductie op het leven en werk van een onbekende meester.
Omvang: 80 p. | Formaat: 14,5 x 22,5 cm | Uitvoering: ingenaaid Oplage: 60 exemplaren
Prijs: € 15,00 | Verzendkosten (binnen Nederland): € 3,70
[Sinds 05.12.2024 is deze uitgave uitverkocht.]
dinsdag 19 november 2024
Julie de Graag: foto's
JULIE DE GRAAG: FOTO'S
1. Geboortehuis in Gorinchem
Geboortehuis Julie de Graag in Gorinchem, Kalkhaven 17, 9 februari 2024. [The birth address of Julie de Graag in Gorinchem, Kalkhaven 17, Feb. 9, 2024.] Foto © Jan Paul Hinrichs. All rights reserved. Eerder gepubliceerd in: Jan Paul Hinrichs, Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Leiden (Leiden: Fragment, 2024), p. 83. |
2. Huis van Julie de Graag in Laren
Huis van Julie de Graag,
rechts, Zevenend 93, Laren, ansichtkaart, ca. 1924. (Privécollectie). |
3. Huis van Julie de Graag in Laren (2024)
Huis van Julie de Graag, Zevenend 93, Laren, 3 januari 2024. Foto © Jacob Hinrichs. All rights reserved. |
4. Rouwadres van Julie de Graag
Woning van de moeder van Julie de Graag, Karolina Stephana de Graag-Couwenberg, Snelliusstraat 26, Den Haag, gefotografeerd op 2 februari 2024, precies honderd jaar na de dood van Julie de Graag. Dit is het huis van waaruit Julie de Graag op 5 februari 1924 is begraven.
Foto © Jacob Hinrichs. All rights reserved. Eerder gepubliceerd in: Jan Paul Hinrichs, Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Leiden (Leiden: Fragment, 2024), p. 85. |
5. Keldergraf van familie De Graag
6. Keldergraven van families De Graag en Van Emden
zondag 17 november 2024
Lezing over Julie de Graag in museum Escher in Het Paleis
LEZING OVER JULIE DE GRAAG IN MUSEUM ESCHER IN HET PALEIS
zondag 20 oktober 2024
Bremmerianen: Julie de Graag en haar kring (boek verschenen)
BREMMERIANEN: JULIE DE GRAAG EN HAAR KRING (boek verschenen)
Op 20 oktober 2024 verscheen bij uitgeverij Fragment het boek Bremmerianen. Julie de Graag en haar kring: tien kunstenaressen in Den Haag en Laren.
Dit boek bevat tien essays over kunstenaressen die korte of langere tijd leerling waren van H.P. Bremmer (1871-1956), Haags kunstenaar, kunstpedagoog en publicist. Centraal staat Julie de Graag (1877-1924). De andere kunstenaressen aan wie een hoofstuk is gewijd zijn: Corrie Pabst (1865-1943), Anna Egter van Wissekerke (1872-1969), Tjitske van Hettinga Tromp (1872-1962), Antoinette van Hoytema (1875-1967), Bertha van Hasselt (1878-1932), Ida Siewertsz van Reesema (1881-1954), Louise van Blommestein (1882-1965), Suzanne Kneppelhout (1889-1970) en Louise van Holthe tot Echten (1892-1981). Ook is er de nodige aandacht voor de kunstenaressen Jo Koster (1868-1944), ook leerlinge van Bremmer, en Sanne Bruinier (1875-1951), bevriend met Bertha van Hasselt.
Voor reacties: janpaul@hinrichs.nl
vrijdag 18 oktober 2024
Toespraak na plaatsing Stolperstein voor Jakob Ginsberg - Kort Rapenburg 17, Leiden
TOESPRAAK NA PLAATSING STOLPERSTEIN VOOR JAKOB GINSBERG - KORT RAPENBURG 17, LEIDEN
dinsdag 8 oktober 2024
Schoon & haaks [afl. 51]
SCHOON & HAAKS [AFL. 51]
·
J. Heymans, Canasta op Curaçao. Over August
Willemsen en het Papiaments. Leiden: Fragment, 2024
·
J. Heymans, Alsnog. Utrecht: IJzer, 2024.
·
Lodewijk van Deyssel, De kleine republiek. Lief
en leed in een katholiek jongensinternaat. Hertaald en geïllustreerd door
Jan Hartmann. Rolduc: Stichting Lève Rolduc, 2024
·
Jack van der Weide, De trolleybussen van
Willem van Genk. Leiden: Fragment, 2023
·
Jack van der Weide, Huiveringwekkend mooi.
Willem Frederik Hermans en Willem van Genk. ’s-Gravenhage: Statenhofpers,
2024
·
Gerrit Kleis, Mijn hospita. Portret van
Annet Eikeboom (1896-1984). Groningen: Artistiek Bureau, 2024
| Zie verder: Jan Paul Hinrichs, ‘Schoon & haaks’, De Parelduiker 29 (2024), nr. 4, pp. 70-75.
dinsdag 24 september 2024
Sanne Bruinier: Dagboek uit Warschau, 1903 (verschenen)
SANNE BRUINIER: VREEMDER DAN OOIT DE ZWARTE POPULIEREN. Dagboek uit Warschau, 1903 (verschenen)
woensdag 31 juli 2024
Willem Melching: De zelfdenker (Recensie)
J.M.A. BIESHEUVEL 'BELAZERT' KAREL VAN HET REVE
Karel van het Reve (1922-1999) is onderwerp van de onlangs bij Prometheus verschenen biografie De zelfdenker door historicus Willem Melching: een vooruitgang na de vroege poging van Ger Verrips (2004), alleen al omdat veel meer archiefmateriaal is gebruikt. Wel lijken geen Russischtalige documenten geraadpleegd. De toon is ook ongewoon familiair: Van het Reve wordt consequent, tot in de noten, als knuffeldier ‘Karel’ genoemd. Hij figureert hier vooral als publiek intellectueel en het trotse, boven de minste kritiek verheven bezit van hoofdstedelijke columnisten die hun openingsformule ‘Karel van het Reve heeft eens gezegd…’ tot vervelens toe aanleverden als bewijs van goede smaak. Wat waren evenwel de bronnen van Van het Reve zelf? Schopenhauer wordt genoemd, maar stilistische en literair-historische aspecten komen verder weinig aan bod. De kwalificatie ‘zelfdenker’ is ook niet onomstreden. Het bevreemdt dat Melching zelfs in de literatuuropgave het boek van kinderpsychiater Flip Treffers negeert, waarin deze collega Van het Reve van plagiaat beschuldigt (zie 2015/2). Tegelijkertijd doet Melching Van het Reve tekort: zo lezen we weinig over zijn vertaalwerk, inclusief de in kranten uitgevochten vetes met Charles B. Timmer. De Leidse kant van zijn activiteiten – een kwart eeuw hoogleraarschap – blijft tamelijk onderbelicht. Er staat weinig over zijn wetenschappelijke activiteiten, de inhoud van zijn colleges, het coachen van vertalers of over zijn rol als vakgroepsvoorzitter. Hoe dan ook, deze deelbiografie bevat ook heel wat onbekends: uit Van het Reves BVD-dossier, over sollicitaties in Engeland en zijn verblijven in de Verenigde Staten. De jonge Van het Reve leek ook ambitieuzer dan gedacht. Een volgende biografie zal wel over Van het Reve als schrijver en slavist gaan. Van Oorschot komt ondertussen met Karel van het Reve voor beginners en gevorderden, een herdruk van bekend werk. Actueler was een deel correspondentie of ongebundeld werk geweest. Er zijn talloze stukken die niet in het zevendelige Verzameld werk staan. Daarom is het goed dat Jan Keijser met zijn Avalon Pers Twee brieven van J.M.A. Biesheuvel aan Karel van het Reve heeft gedrukt. Ze stammen uit 1972 en tonen een enigszins verwarde Biesheuvel die in de ene brief claimt ten onrechte vijf euro van Van het Reve te hebben geleend (‘Ik heb zonder schuldgevoel mijn beste vriend belazerd!’), en in de andere zegt f 500,- voor de Alexander Herzen-stichting bij te sluiten: ‘Is te dom om zelf dat girotje in te vullen.’ Wat is waar? Verder verschenen bij dezelfde pers Zeven gedichten van Philip Larkin en Requiem voor een boerderij, een minibloemlezing Letse poëzie met het omslag toepasselijk in het stemmige donkerrood van de Letse vlag.
J.M.A. Biesheuvel, Twee brieven aan Karel van het Reve. 2023. 3
pp. 140 ex. € 10 | Philip Larkin, Seven poems. Zeven gedichten. Vert.
Peter Verstegen. 2022. 23 pp. 60 ex. € 25 | Requiem voor een boerderij. Zes
Letse gedichten. Vert. Jan Paul Hinrichs. 9 pp. 60 ex. € 15 (uitgaven van
de Avalon Pers, Woubrugge avalonpers@hetnet.nl)
| Eerder gepubliceerd in de rubriek 'Schoon & haaks' in De Parelduiker 28 (2023), nr. 3, pp. 73-74.