woensdag 18 februari 2015

Georg Trakl: Gedichten (Recensie)

GEORG TRAKL VERTAALD DOOR C.O. JELLEMA

De zwaarmoedige, drankzuchtige Oostenrijkse dichter en apotheker Georg Trakl (1887-1914), in 1923 door Marsman in ons land geïntroduceerd, is altijd al een favoriet van het marginale circuit geweest. Dat bleek tijdens de Bezetting toen het literaire tijdschrift in één exemplaar De schone zakdoek vertalingen van zijn gedichten opnam en H.N. Werkman met De Blauwe Schuit een Duitstalige druk van Trakls vers ‘Menschheit’ fabriceerde.  In de jaren negentig van de vorige eeuw kwamen Sub Signo Libelli en de Arethusa Pers met bibliofiele uitgaven. De nu al weer twintig jaar actieve Statenhofpers van Jaap Schipper, die blijkens de fondslijst een curieuze voorkeur voor boekjes over poezen heeft, neemt het stokje nu over. De vertaling door C.O. Jellema (1936-2003) – ook al een favoriet van bibliofiele drukkers - werd gepubliceerd ter gelegenheid van de expositie Spolia, een Gronings eerbetoon aan Jellema. Tegelijkertijd kwamen toen bij de Avalon Pers in Woubrugge in Jellema’s vertaling Zeven gedichten uit van de Oostenrijkse diplomaat Leopold Andrian (1875-1951), wederom een oerfiguur onder onze bibliofielen die al in 1913 door de Zilverdistel werd uitgegeven. Trakl, grossierend in woorden als ‘Herbst’, ‘Abend’, ‘Klage’ en ‘Nacht’, blijkt volgens de verantwoording van Gerben Wynia de eerste dichter die Jellema vertaalde. Dat was in januari 1961. Het gedicht ‘Grodek’ (‘Des avonds dreunen de herfstige wouden / van dood’lijke wapens’), waaraan Jellema later een uitvoerig essay wijdde, zal in geen anthologie met poëzie over de Eerste Wereldoorlog ontbreken: het is hét klassieke gedicht over de strijd aan het oostelijke front. Trakl stierf niet op het slagveld maar aan cocaïnevergiftiging in het garnizoenshospitaal van Kraków, waarin hij na een zelfmoordpoging was opgenomen. Ludwig Wittgenstein, een andere Oostenrijkse oorlogsvrijwilliger, wilde daar nog met hem kennismaken maar kwam een paar dagen te laat. Trakls verzen blijven spreken van een geborgenheid die hij kennelijk zocht, zo ook bij Jellema: ‘Zwerveling ga stil naar binnen; / drempel is versteend door pijn. / Flonkert op het zuivere linnen / van de tafel brood en wijn’. 

Jan Paul Hinrichs


Georg Trakl. Zes gedichten. Vertaling C.O. Jellema. Den Haag: Statenhofpers, 2013. [25 p.] 70 ex. € 35 (Frederik Hendriklaan 6, 2582 BB Den Haag | duodecim@worldonline.nl). 

| Eerder verschenen in De Parelduiker 19 (2014), nr. 2, pp. 70-71 (als onderdeel van de rubriek ‘Schoon & haaks’).