Sinds 2013 opereert in Amsterdam uitgeverij De Wilde
Tomaat die zo’n drie keer per jaar vertalingen uitbrengt. Aan bod komen vooral
negentiende-eeuwse auteurs onder wie Verlaine, Rimbaud, Browning en de Russen
Gogol en – niet eerder in welke taal dan ook in boekvorm vertaald - Wilhelm
Küchelbecker. De eenvoudig ogende boekjes zijn niet bibliofiel maar met zorg
uitgegeven. Uitgever Joan Ter Maten duikt nu dieper in de tijd met een omvangrijke
dichtbundel van Andrew Marvell (1621-1678): zijn meest ambitieuze uitgave tot
dusver. Marvell, die in Cambridge studeerde en parlementslid was, is een literair-historisch buitenbeentje. In
eigen tijd was hij niet algemeen als dichter bekend en ruime aandacht kreeg hij
pas tweeënhalve eeuw na zijn dood dankzij een krantenartikel van T.S. Eliot uit
1921. Vooral na de Tweede Wereldoorlog is Marvell trendy geworden. Zijn cultstatus blijkt ook uit boektitels over hem
als The Literary Underground in the 1660s
en Marvell, Nabokov. Een modernistisch auteur als Nabokov laat Marvell in Bleek vuur door Sybil Shade in het Frans
vertalen en door Charles Kinbote in het Zemblaans. Marvell is ten onzent bekend
door het anti-Nederlandse gedicht ‘The Character of Holland’, geschreven ten
tijde van de Engelse zeeoorlogen. De mare gaat dat Marvell rond 1662 in
Nederland als spion opereerde maar vertaler Cornelis W. Schoneveld
(1935) oppert, zonder documentair bewijs te overleggen,
dat Marvell leraar Engels van de jonge Willem III was. Je zou zeggen: een
betere positie voor spionage is niet denkbaar. Veel rond Marvells leven blijft
obscuur en zijn lyrisch oeuvre is klein. Schoneveld vertaalde 23
gedichten, ongeveer viervijfde deel van de
lyriek die pas enkele jaren na Marvells dood als boek verscheen. De uitgave is
tweetalig en elk gedicht wordt uitvoerig ingeleid. Het politieke scheldgedicht ‘The
Character of Holland’, poëtisch het minst interessant, is ‘als uitsmijter’
toegevoegd. Schoneveld, die zich in vertaling formeel strikt aan de versvormen van
Marvell houdt, levert interessante poëzie, zoals in het befaamde ‘Aan zijn
kuise geliefde’: ‘Maar steeds hoor ik achter mij aan / De tijdskar vliegen in
zijn baan; / En ginds ligt voor ons allebei / Een eindeloze woestenij.’ Fraai vertaald is ook ‘De definitie van de
liefde’, waarin het liefdeslot is verbeeld via de draaiing van de aarde in het
heelal: ‘Als lijnen kunnen liefdes wel / Elkaar ontmoeten in een hoek; / Bij de
onze, zo heus parallel / Maar eindeloos, is ’t raakpunt zoek.’ Deze
Marvell-uitgave, vol dubbelzinnige intellectuele lyriek van hoog gehalte, bewijst
de waarde van een uitgeverij als De Wilde Tomaat die zich positioneert tussen
de bibliofielen voor wie dit project te veel zetwerk vergt en de grote
uitgevers die er geen brood in zullen zien. Vanaf nu hoort Marvell er helemaal
bij.
Andrew Marvell, Gedichten. Vert. Cornelis W. Schoneveld. Amsterdam: De Wilde Tomaat,
2015. 165 p. € 20,00 (Overtoom 387-HS, 1054 JN Amsterdam dewildetomaat@snork.nl)
| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', in De Parelduiker 20 (2015), nr. 5, pp. 58-59.