zondag 27 november 2016

Andrew Marvell: Gedichten (Recensie)

DE WILDE TOMAAT: POËZIE VAN ANDREW MARVELL
 
Sinds 2013 opereert in Amsterdam uitgeverij De Wilde Tomaat die zo’n drie keer per jaar vertalingen uitbrengt. Aan bod komen vooral negentiende-eeuwse auteurs onder wie Verlaine, Rimbaud, Browning en de Russen Gogol en – niet eerder in welke taal dan ook in boekvorm vertaald - Wilhelm Küchelbecker. De eenvoudig ogende boekjes zijn niet bibliofiel maar met zorg uitgegeven. Uitgever Joan Ter Maten duikt nu dieper in de tijd met een omvangrijke dichtbundel van Andrew Marvell (1621-1678): zijn meest ambitieuze uitgave tot dusver. Marvell, die in Cambridge studeerde en parlementslid was,  is een literair-historisch buitenbeentje. In eigen tijd was hij niet algemeen als dichter bekend en ruime aandacht kreeg hij pas tweeënhalve eeuw na zijn dood dankzij een krantenartikel van T.S. Eliot uit 1921. Vooral na de Tweede Wereldoorlog is Marvell trendy geworden. Zijn cultstatus blijkt ook uit boektitels over hem als The Literary Underground in the 1660s en Marvell, Nabokov. Een modernistisch auteur als Nabokov laat Marvell in Bleek vuur door Sybil Shade in het Frans vertalen en door Charles Kinbote in het Zemblaans. Marvell is ten onzent bekend door het anti-Nederlandse gedicht ‘The Character of Holland’, geschreven ten tijde van de Engelse zeeoorlogen. De mare gaat dat Marvell rond 1662 in Nederland als spion opereerde maar vertaler Cornelis W. Schoneveld (1935) oppert, zonder documentair bewijs te overleggen, dat Marvell leraar Engels van de jonge Willem III was. Je zou zeggen: een betere positie voor spionage is niet denkbaar. Veel rond Marvells leven blijft obscuur en zijn lyrisch oeuvre is klein. Schoneveld vertaalde 23 gedichten,  ongeveer viervijfde deel van de lyriek die pas enkele jaren na Marvells dood als boek verscheen. De uitgave is tweetalig en elk gedicht wordt uitvoerig ingeleid. Het politieke scheldgedicht ‘The Character of Holland’, poëtisch het minst interessant, is ‘als uitsmijter’ toegevoegd. Schoneveld, die zich in vertaling formeel strikt aan de versvormen van Marvell houdt, levert interessante poëzie, zoals in het befaamde ‘Aan zijn kuise geliefde’: ‘Maar steeds hoor ik achter mij aan / De tijdskar vliegen in zijn baan; / En ginds ligt voor ons allebei / Een eindeloze woestenij.’  Fraai vertaald is ook ‘De definitie van de liefde’, waarin het liefdeslot is verbeeld via de draaiing van de aarde in het heelal: ‘Als lijnen kunnen liefdes wel / Elkaar ontmoeten in een hoek; / Bij de onze, zo heus parallel / Maar eindeloos, is ’t raakpunt zoek.’ Deze Marvell-uitgave, vol dubbelzinnige intellectuele lyriek van hoog gehalte, bewijst de waarde van een uitgeverij als De Wilde Tomaat die zich positioneert tussen de bibliofielen voor wie dit project te veel zetwerk vergt en de grote uitgevers die er geen brood in zullen zien. Vanaf nu hoort Marvell er helemaal bij.

Andrew Marvell, Gedichten. Vert. Cornelis W. Schoneveld. Amsterdam: De Wilde Tomaat, 2015. 165 p. € 20,00 (Overtoom 387-HS, 1054 JN Amsterdam dewildetomaat@snork.nl)

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', in De Parelduiker 20 (2015), nr. 5,  pp. 58-59.