zondag 27 november 2016

Max Jacob, Robert Desnos en Nathalie Quintaine (Recensie)

MAX JACOB, ROBERT DESNOS EN NATHALIE QUINTAINE
 
Druksel was van 1998 tot 2006 een Gentse beurs van boekenmakers, bibliofiele drukkers en kleine uitgevers. Sinds de eeuwwisseling geeft Johan Velter onder die imprint ook boekjes in lage oplage uit, meestal met werk van Nederlandse en Vlaamse dichters. Recente uitgaven bevatten poëzie van boegbeelden van de historische avant-garde: de Franse dichters Max Jacob (1876-1944) en Robert Desnos (1900-1945). Ze hadden een vergelijkbaar lot: de joodse Jacob, bekeerd tot het katholicisme, stierf in kamp Drancy voor zijn deportatie naar Auschwitz, terwijl de verzetsman Desnos Buchenwald overleefde, de bevrijding in Theresienstadt meemaakte maar een maand later aan uitputting en tyfus overleed. Dergelijke biografische gegevens ontbreken in deze nawoordloze uitgaven. Max Jacob is vooral bekend via Duco Perkens (E. du Perron), want hij tekende het portret voor diens dichtbundel Filter (1925). Snoek meldt in zijn Du Perron-biografie: ‘Maar Jacobs interesse voor het Indische cherubijntje had natuurlijk ook een homo-erotisch accent.’ Du Perrons roman Een voorbereiding (1927) voert Jacob op als de nicht Clovis Nicodème. Kiki Coumans vertaalde uit Jacobs bundel Le cornet à dés (1917) veertien prozagedichten. Het ‘kubistische’ uit de titel Veertien kubistische gedichten, dat als aanbeveling lijkt bedoeld, lees ik er niet altijd aan af. De bundel eindigt triest met ‘Het huis van de dichter’ en de slotregel gericht aan de overledene: ‘En jij, arme ziel, wat verwacht je van je eigen huis behalve het verraad van je vrienden?’
        Ook Robert Desnos is geen vreemde in ons land, vooral door het muurgedicht op het Da Vinci College, de spectaculairste creatie onder de Leidse muurgedichten. Hij stamt uit het surrealistische milieu rond Breton waarmee hij later brak. Niettemin blijft hij de kampioen van de ‘écriture automatique’. Desnos dook in de postmoderne sferen van De Revisor en Raster nog wel eens op maar al veel eerder drongen films van Man Ray die op zijn gedichten zijn geïnspireerd tot Filmliga en Ter Braak door. De tweetalige bundel Literatuur en andere gedichten bevat acht, door Katelijne De Vuijst vertaalde gedichten van een levenslustig dichter (‘We gaan pissen in de klaver / En spugen in de haver’). De meest dramatische regel staat in ‘De hoogtijdagen van de dichter’ waarin oorlogsslachtoffer Desnos dicht: ‘We komen allen te laat aan bij ons graf…’ De uitvoering is, zoals de website van Druksel ook aangeeft, net als bij Jacob nogal eenvoudig. De enigszins fragiele, genummerde boekjes hebben blinde omslagen en de tekst lijkt geprint. Maar de inhoud rechtvaardigt deze uitgaven ten volle: ze bieden voor het eerst vertaalde bundels van in ons land al lang bekende dichters voor wie reguliere uitgevers zullen terugschrikken.
      Toeval of niet, ook Studio 3005 kondigt een uitgave van Robert Desnos aan in vertaling van genoemde Kiki Coumans die bij deze pers nu alvast tekent voor een forse bundel oneliners (met een enkele twoliner) van Nathalie Quintaine (1964). Het gaat om haar debuut Remarques (1997), geschreven in een ondefinieerbaar genre: iets tussen aforismen, poëzie, proza en dagboekaantekeningen in. De titel Opmerkingen dekt de lading wel. Het gaat om observaties van schijnbaar onbetekenende dingen in de urbane sfeer waarin ik humor soms wel een beetje mis. De kwaliteit wisselt: van flauw en nietszeggend (‘Als ik een krokant beschuitje eet, hoor ik de radio minder goed’), naar tot nadenken stemmend (‘Huizen zijn meestal vernoemd naar vrouwen of winterharde struiken’) en trefzeker (‘Het geluid van de ijskast wordt voortgebracht door de ijskast. Als het uit de muur zou komen, dan zou dat heel ontregelend zijn’). Het boekje, waarin uitgever Marc Vleugels binnenwerk in offset met boekdruk ‘met houten biljetletters’ op het omslag combineert, is in zijn kraakheldere eenvoud een van de fraaiste van de pers. Verder blijft Studio 3005 de hang naar avant-garde trouw met de absurdistische, cabareteske theatertekst idioot van de Oostenrijker Konrad Bayer (1932-1964). Het zal wel toeval zijn dat ook deze Wiener Gruppe-auteur een Leids muurgedicht op zijn naam heeft.

Robert Desnos, Literatuur en andere gedichten.  Vert. Katelijne De Vuijst. 2015. 25 p. 75 ex. € 15 | Max Jacob, Veertien kubistische gedichten, gekozen uit de «Le cornet à dés» (De dobbelbeker). Vert. Kiki Coumans. 2015. 34 p. 70 ex. € 15. Uitgaven van Druksel (Gentbruggestraat 106, 9040 Gent johanvelter@druksel.be)

Nathalie Quintane, Opmerkingen. Vert. Kiki Coumans. 2015. 56 p. 100 ex. € 24,75 | Konrad Bayer, idioot. Vert. Erik de Smedt. 8 p. 100 ex. € 18,50. Uitgaven van Studio 3005 (Van ’t Hoffstraat 27, 2665 JL Bleiswijk 3005@bart.nl).

| Eerder verschenen in de rubriek 'Schoon & haaks', in De Parelduiker 20 (2015), nr. 5,  pp. 55-56.